Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Reddingsbrigade wil de vierde hulpdienst van Nederland zijn

door: Frank Molema | 3 december 2020

Reddingsbrigade Nederland wil na de brandweer, politie en ambulance de vierde hulpdienst van Nederland worden. Om deze ambitie te realiseren, én om te voldoen aan de steeds hogere eisen in de waterhulpverlening, participeert de bond in het programma Slagvaardig Organiseren van Sport (SOS).

ReddingsbrigadeKoenBreedveldHet speelveld waarin de Reddingsbrigade opereert is sterk in ontwikkeling, ziet directeur Koen Breedveld van de bond. “Steeds meer mensen komen in het water in de problemen en dat vergt dat wij strategie moeten ontwikkelen”, zegt hij. “Daarnaast stellen burgers en overheden steeds hogere eisen aan ons werk. Wij moeten meegaan in die ontwikkeling.” 

25 veiligheidsregio’s medeverantwoordelijk
De Reddingsbrigade is verantwoordelijk voor de strandbewaking, de veiligheid bij evenementen en de Nationale Reddingsvloot. Laatstgenoemde wordt ingezet bij grote watercalamiteiten en overstromingen in Nederland. Tot 2010 kreeg de Reddingsbrigade van het toenmalige ministerie Veiligheid en Justitie een subsidie, maar door nieuwe wetgeving zijn sindsdien de 25 veiligheidsregio’s medeverantwoordelijk. 

Voor de Reddingsbrigade betekent dit dat het niet langer te maken heeft met één – ‘weinig kritische’ – subsidieverstrekker, maar dat het nu 25 klanten te bedienen heeft. Gevoel voor ondernemen is daarom belangrijker geworden. “Terwijl het ministerie erop vertrouwde dat het goedkwam, stellen Veiligheidsregio’s – terecht – vragen. We maken daarom met hen prestatieafspraken. Het is dus zaak dat we investeren in relatiebeheer. Dat vergt omdenken in de organisatie.” 

“Steeds minder gemeenten doen aan schoolzwemmen, terwijl wij juist vinden dat schoolzwemmen goed leren zwemmen kan stimuleren"

Meebewegen
Ook op andere werkvelden moet de bond meebewegen met veranderingen. Zo wil de organisatie nadenken over nieuw aanbod van zwemles, zodat kinderen op de juiste wijze kennismaken met de zee en op een veilige manier met het open water omgaan. Daarnaast staat schoolzwemmen op de radar van de Reddingsbrigade. “Steeds minder gemeenten doen aan schoolzwemmen, terwijl wij juist vinden dat schoolzwemmen goed leren zwemmen kan stimuleren. Een school kan veel activiteiten ontplooien die daaraan bijdragen. Het is aan ons de taak om de scholen hierin mee te nemen.” 

Reddingsbrigade-2Op het gebied van het opleiden van lifeguards ziet Breedveld twee dynamieken. Ten eerste vragen andere strandbewakingsorganisaties nu aan de Reddingsbrigade om hun medewerkers op te leiden. De bond wil hieraan graag meewerken om de kwaliteit van lifeguards hoog te houden. Daarnaast constateert Breedveld een alternatieve tijdbesteding van jongeren. “Wij moeten nadenken over de vraag hoe we jongeren blijven stimuleren om lifeguard te worden. Hoe maken we de opleiding bijvoorbeeld aantrekkelijk voor de zij-instromer?” 

Professionaliseringsslag
Relatiebeheer met de Veiligheidsregio’s, veranderingen rond zwemles en opleiden: het vergt een professionaliseringsslag van de Reddingsbrigade. Mede daarom is de bond het SOS-traject gestart. Daarbij is het, in tegenstelling tot andere bonden, niet het primaire doel om meer leden te werven. Breedveld: “Ik zie ons geen aanbod ontwikkelen voor de ongeorganiseerde sporter. Mensen redden doe je samen. Ik investeer liever in sterke brigades, die bestuurlijk slagkracht hebben. Ik weet zeker dat die besturen dan de juiste manieren zullen vinden om leden te binden en te boeien.” Wat dan wel het belangrijkste doel is van de bond? “Onze missie is mensen veilig laten genieten van water. Daarom willen we uitgroeien tot de vierde hulpdienst van Nederland.” 

"Dingen die wij als bond doen, moeten altijd in het belang zijn van de brigades” 

Om intern de neuzen allemaal dezelfde kant op te krijgen, hecht de directeur veel waarde aan het belang van de brigades. Breedveld merkte bij zijn aantreden in 2017 dat de bond en de brigades niet altijd op dezelfde lijn zaten en dat de brigades met lichte argwaan naar hun bond keken. “Daarom heb ik bij brigades mijn oor te luister gelegd. Dingen die wij als bond doen, moeten altijd in het belang zijn van de brigades.” 

Reddingsbrigade-3Formidabele stappen
Mede dankzij de hulp van de veranderspecialisten van de The Brown Paper Company heeft de Reddingsbrigade al veel voor elkaar weten te krijgen. Zo is er een voorzichtige stap gemaakt in de zakelijke dienstverlening en is er een nieuw opleidingshuis gerealiseerd. Ook op het gebied van communicatie is veel verbeterd, vertelt Breedveld. “Afgelopen zomer verdronken vier mensen langs de kust. Toen hebben alle brigades daar de rode vlag gehesen en ging een NL-Alert uit over die rode vlag met de boodschap om niet het water in te gaan op die plekken. Dat was uniek. Een week lang hebben we niets anders gedaan dan de media informeren. Afgelopen zomer hebben we hierin formidabele stappen gezet.” 

Als Breedveld het SOS-traject opnieuw mocht beginnen, zou hij de hele organisatie betrekken. Nu hebben drie medewerkers er baat bij gehad. “Je kunt wel een soort ‘kopgroep’ maken van medewerkers, maar ik denk dat het slim is om te verbreden, zodat kennis breder wordt opgepakt en je meer profijt hebt van het verandertraject.” 

De komende periode wil de Reddingsbrigade in samenwerking met The Brown Paper Company een meerjarenbeleidsplan opstellen en zich meer focussen op het verwezenlijken van de ambities. 

Voor meer informatie: www.reddingsbrigade.nl


Slagvaardig Organiseren van Sport
Slagvaardig Organiseren van Sport (SOS) is de naam van een programma - ontwikkeld door een aantal middelgrote sportbonden en gefinancierd door VWS - dat met name kleinere en middelgrote sportbonden slagvaardiger maakt zodat ze beter kunnen anticiperen op een veranderende samenleving. Twintig sportbonden hebben als eerste het SOS-programma gevolgd. Op Sport Knowhow XL is in een serie artikelen te lezen hoe deze sportbonden het programma doorlopen hebben. Aan de orde komt onder meer op welke wijze de bond het veranderingstraject heeft uitgevoerd, welk effect dat had en wat de volgende stappen zijn. Eerder publiceerden we deel 1 (m.m.v. het handbalverbond), deel 2 (m.m.v. de cricketbond), deel 3 (m.m.v. de badmintonbond), deel 4 (m.m.v. de judobond), deel 5 (m.m.v. de rugbybond), deel 6 (m.m.v. de jeu de boulesbond), deel 7 (m.m.v. de basketbalbond), deel 8 (m.m.v. de skivereniging), deel 9 (m.m.v. de hippische sportfederatie), deel 10 (m.m.v. de roeibond) en deel 11 (m.m.v. de biljartbond).
« terug

Reacties: 6

Robert Coomans
03-12-2020

De heer Molema gaat helaas voorbij aan het feit dat de gemeente de officiële vierde (oranje) kolom is in de hulpverlening. Zo vervullen ze ook hun taak in het veld bij calamiteiten met o.a. de OvD-Bz (Officier van Dienst Bevolkingszorg) en in de diverse crisisteams in gemeentehuis, Regionaal Operationeel Team (ROT) van de veiligheidsregio.

ik snap het belang van de Reddingsbrigade maar 4e hulpdienst is verkeerde benaming.

Robert Coomans
Adviseur crisisbeheersing
gemeente Krimpenerwaard en VRHM

Vincent Tigchelaar
03-12-2020

Wat een raar stuk is dit.
Het lijkt een samenstelling over twee totaal verschillende onderwerpen.

Brigades met operationele taken hebben er jaren over gedaan om los te komen van het beeldmerk "sportvereniging".

Het lukt steeds meer brigades om gezien te worden als de hulpverleningsorganisatie die ze zijn, als onderdeel van de keten binnen de veiligheidsregios's.

Binnen de gemeentes worden de belangen van de brigades niet langer besproken op de afdeling sportzaken maar de afdeling openbare orde en veiligheid. 

Het lijkt mij vreemd om de ambitie van een hulpverleningsorganisatie te koppelen aan een sport programma  

Koen Breedveld
03-12-2020

Robert, de waarde en positie van gemeentes in de hulpverleningsketen is zonneklaar, ook voor ons. Dank voor je reactie!

Vincent, helemaal mee eens. Goed dat brigades vanuit OOV (openbare orde en veiligheid) met hun gemeente praten over hun inzet. Tegelijk ben ik bij dat we als sportbond waardevolle steun ontvangen van o.a. NOC*NSF. Meerdere brigades al met die steun kunnen helpen! En we zijn trots op onze lifesaving sport!

theo hutten
04-12-2020

Ik wil graag reageren op Vincent.  Terecht stelt hij dat brigades hulpverleningsorganisaties zijn en het is goed dat ze als zodanig hun plek in de keten hebben. Maar de tegenstelling die hij ziet, deel ik niet. Net zoals de politie er niet alleen is om orde te handhaven en boeven vangen en de brandweer alleen branden blust, doen ook brigades veel meer dan hulpverlening in enge zin. Om er een aantal te noemen: Voorkomen dat mensen verdrinken door ze te leren zwemmen, door kinderen en jongeren langs vele stappen en diploma’s op te leiden tot lifesaver, die zichzelf en anderen kan redden met alle hulpmiddelen die beschikbaar zijn. Al deze activiteiten zijn  sportieve activiteiten, waarvoor zwem- en andere bewegingsvaardigheden en conditie van belang zijn.  In de huidige tijd waarin kinderen en jongeren veel te kiezen hebben en waarin we concurreren met vele andere georganiseerde sporten, sociale media en totaal nieuwe ongeorganiseerde sporten zoals urban sports, is plezier, uitdaging, spanning, jezelf en anderen testen  en maatjes hebben in een team heel belangrijk. Vanuit dat gegeven zou het behalen van  diploma’s  juist versterkt moeten worden met meer sportieve uitdaging in de lifesaving wedstrijdsport. Het is daarom bepaald niet overbodig om  onderdeel te zijn van sportorganisaties.

Maar ook voor onszelf als brigade is dat van belang. We moeten niet vergeten dat buiten de spelsporten vrijwel alle sporten zijn voortgekomen uit een noodzaak om te trainen voor een beroep of specifieke taak. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor onze eigen opleiding tot lifeguard waarvoor forse fysieke en sportieve inspanningen worden gevraagd. Voor het behoud van leden en het trekken van nieuwe  jonge sportieve leden, die in staat zijn later in de hulpverlening hun mannetje/vrouwtje te staan, is het juist van groot belang ook in te zetten op de sportieve beleving van de vele uitdagende activiteiten die wij doen. Daar horen ook aansprekende breedtesportevenementen en zelfs topsport bij. Kortom: Laten we trots zijn op de combinatie van sport en hulpverlening en daar juist onze kracht van maken.

Richard van den Berg
07-12-2020

Kijk je de cijfers na, dan is sinds de afschaffing van het schoolzwemmen het aantal verdrinkingen in Nederland afgenomen. De werking van de particuliere markt heeft dus binnen de branche goed gedaan. Waarom dan door de overheid laten subsidieren?

Sinds 2019 wordt door ENVOZ overigens de opleiding gegeven hoe om te gaan met het zwemmen aan de kust, in plassen en meren. Is dus al in de markt. 

Blijft dat er op gebied van strandbewaking veel goeds gebeurt. Schoenmaker houd je....

Koen Breedveld
09-12-2020

Goed dat Envoz oogt heeft voor kinderen moeten leren als ze leren zwemmen. Reddingsbrigades houden niet alleen toezicht, maar geven ook zwemles. Laten we ervaringen delen? En zien hoe we scholen kunnen verleiden om na te denken wat ze in deze kunnen betekenen? Soms is dat schoolzwemmen, zoals in de grote steden, elders hoeft dat niet maar kan de school bijvoorbeeld wel helpen voorlichting te geven.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst