Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Een schets van het toekomstig sportlandschap voor kinderen op de basisschool 8 december 2020

door: Margot van Beusekom

Op 19 november is de Nederlandse Sportraad naar buiten gekomen met haar advies over de toekomstige organisatie en financiering van de sport in Nederland. Dat advies kwam uit middenin mijn reeks artikelen over dit onderwerp. Ik had namelijk de behoefte, middels deze artikelen, een lans te breken het vraagstuk ook eens vanuit een ander perspectief te bekijken: een sportergerichte-blanco-vel aanpak. 

Na twee artikelen waarin ik achtereenvolgens de aanleiding en urgentie duidt en een vierstappenplan introduceer voor mijn sportergerichte-blanco-vel-aanpak, heb ik in een derde artikel mijn reflectie op het daarna verschenen advies gegeven. In het kort: wat mij betreft een waardevol advies met een interessante veranderende rol voor de rijksoverheid. Maar het advies is nog erg op hoofdlijnen. Tijd om deze lijntjes in te kleuren. 

In dit laatste artikel volgt de lakmoesproef: hoe mijn sportergerichte-blanco-vel-aanpak zou kunnen werken om deze lijntjes daadwerkelijk in te kleuren. Ik pretendeer niet dat dit de waarheid is. Het is een suggestie en vooral een onderbouwing van de aanpak die ik voorstel.


Een voorbeeldschets: de organisatie en financiering van sport en bewegen voor kinderen op de basisschool

Nog even de vier stappen, zoals ik die in mijn vorige artikelen heb benoemd op een rij:
1. We beginnen bij de wensen en behoeften van de sporter. 
2. Hoe faciliteren we in deze wensen en behoeften? En hoe organiseren we dat vervolgens (centraal)?
3. Hoe koppelen we dit aan onze Nederlandse visie en ambities op het gebied van sport en bewegen? 
4. Tot slot passen we de krachten van ons huidige sportlandschap toe en leren we van het buitenland en andere branches. 

Oké, hoe zou dit werken in praktijk? Ik heb een voorbeeld uitgewerkt vanuit de wensen en behoeften van één specifieke doelgroep, namelijk kinderen op de basisschool. Zoals in het eerste artikel in deze reeks geduid heeft de Nederlandse Sportraad geconcludeerd dat het ontbreekt aan een gezamenlijke visie op sport en bewegen. Om deze oefening toch goed te kunnen uitvoeren, schets ik twee ambities: 
1. Nederland bij de top 10 topsportlanden in de wereld (deze is bekend en ik kan me zomaar voorstellen dat dit onze ambitie blijft). 
2. 100% sportparticipatie. Beetje ambitieus maar in dit voorbeeld mag dat. 

"Kinderen op de basisschool zoeken dingen om te doen die ze leuk vinden en waar ze misschien goed in zijn of kunnen worden"

Stap 1 | De wensen en behoeften van kinderen als uitgangspunt
We beginnen met de wensen en behoeften van de doelgroep. Kinderen op de basisschool zijn uiteraard ook niet over één kam te scheren, maar voor een groot deel van de kinderen geldt dat ze vooral met plezier willen sporten en bewegen met vriendjes en vriendinnetjes. Ze zoeken dingen om te doen die ze leuk vinden en waar ze misschien goed in zijn of kunnen worden. Ook zijn deze kinderen nog vrij snel afgeleid of verveeld dus zoeken ze afwisseling en willen ze lol maken. Overigens fundeer ik deze inzichten hier niet met onderzoek, dat gaat het doel voorbij. Maar volgens mij kunnen we ons hier allemaal wel iets bij voorstellen.

ColumnXLMvB-slot-1Stap 2 | Hoe faciliteren we dit? 
We willen kinderen dus hun talenten laten ontdekken. Je vindt een sport namelijk meestal leuker als je er ook goed in bent. Dat betekent dat we een divers sportaanbod willen faciliteren en dat we kinderen stimuleren verschillende sporten te proberen, met hun vriendjes en vriendinnetjes. Uiteraard moet dit aanbod laagdrempelig en toegankelijk zijn. Goede pedagogische begeleiding, gericht op lol maken en niet op presteren, is een essentiële factor om het plezier in sporten te krijgen en te behouden. 

Stap 3 | De link met onze visie en ambities: multisport
Voordat we schetsen hoe we dit ook zouden kunnen organiseren, eerst terug naar onze visie en ambitie: bij de top 10 topsportlanden en 100% sportparticipatie. Een mogelijke invulling om dit te realiseren (voor nu ‘visie’ genoemd) sluit heel mooi aan bij de wensen en behoeften van onze doelgroep, namelijk: multisport. Met daarbij de focus op fun in plaats van winnen

"Meer en meer trainers zijn het er ook over eens dat een multisport-ontwikkeling bij kinderen zorgt voor een hele goede topsportbasis"

Een multisportontwikkeling van kinderen maakt de kans groter dat ze een sport vinden die ze echt leuk vinden, met als resultaat dat ze deze op latere leeftijd langer en meer blijven beoefenen óf terugvallen op een andere sport waar ze eerder kennis mee hebben gemaakt. Dat is een mooie stap op weg naar 100% sportparticipatie. Daarnaast is de kans groter dat ze een sport vinden waar ze goed in zijn met als mogelijk resultaat een topsportcarrière. Meer en meer trainers zijn het er ook over eens dat een multisport-ontwikkeling bij kinderen zorgt voor een hele goede topsportbasis. Dat is een mooie stap op weg naar medailles. 

Stap 4 | Het wringt met onze huidige structuur
ColumnXLMvB-slot-2Dan wordt het nu interessant. We zien een duidelijke link tussen de wensen en behoeften van de doelgroep aan de ene kant en onze visie en ambitie aan de andere kant. Maar hoe organiseren we dit? De huidige structuur is hier niet op ingericht namelijk. Op school krijgen ze misschien wel een divers sportaanbod maar helaas zijn de uren gym op school beperkt. Daarbuiten is het zo dat sportverenigingen, andere sportaanbieders en sportbonden onderling concurreren om jeugdleden. Deze brengen namelijk geld in het laatje: contributie aan de club, afdracht aan de bond én subsidie vanuit NOC*NSF voor ieder lid van de bond. Daarnaast zijn de kinderen van nu het talent van morgen en de topsporter die medailles haalt van overmorgen. Ook die prikkel zorgt ervoor dat verenigingen en bonden hun potentiële talenten het liefst bij zich houden. Dat moet dus in onze schets anders.

Verenigingsstructuur behouden maar zonder financiële prikkels
Als we naar het buitenland kijken kunnen we leren van landen waar schoolsport groot is. Dat lijkt een goede plek om kinderen in meerdere sporten te ontwikkelen. Dan moet het aantal uren gym, onder leiding van een vakdocent, uiteraard wel omhoog. Nadeel hiervan is, zoals de Nederlandse Sportraad ook terecht opmerkt in hun discussienota, dat de link naar de senioren mist. Veel kinderen stoppen met sporten zodra ze van de basisschool gaan. Onze verenigingsstructuur biedt hier wel uitkomst in. Ik denk alleen wel dat deze verenigingsstructuur alleen overeind kan blijven als ook de jeugd hier onderdeel van uitmaakt. Dus het is belangrijk om deze kinderen al in aanraking te laten komen met sportverenigingen (of andere sportaanbieders!). Wat niet betekent dat het aantal uren gym niet om hoog moet overigens. Maar dat terzijde.

"Geen contributie voor kinderen tot twaalf jaar, geen afdracht én geen subsidiebijdrage vanuit NOC*NSF voor deze doelgroep" 

Weg met de huidige financiële prikkels
Dan krijgen we dus, in ons toekomstscenario, sportverenigingen die samenwerken om kinderen te laten rouleren tussen sporten. Of misschien wel multisportaanbieders die een meer divers aanbod al direct aan kunnen bieden via de eigen vereniging. Om dit te laten werken moet de financiële prikkel eruit en moeten verenigingen worden ontzorgd. Zowel voor verenigingen als voor de sportbonden. Geen contributie voor kinderen tot twaalf jaar, geen afdracht én geen subsidiebijdrage vanuit NOC*NSF voor deze doelgroep. 

ColumnXLMvB-slot-3Je zou daarnaast kunnen zeggen dat, naar Noors voorbeeld, we voor deze doelgroep geen competities organiseren. Kinderen willen plezier beleven en de Noren hebben bewezen dat dit de manier is om zowel de sportparticipatie hoog te houden als veel medailles te winnen. Dat scheelt een heleboel georganiseer. Het roulatiesysteem en eventuele vormen van wedstrijden of competities zijn in onze toekomstschets volledig geautomatiseerd. Gemeentelijke sportorganisaties hebben een belangrijke rol in het faciliteren van de infrastructuur (zoals het advies van de Sportraad ook is) en de samenwerking tussen de verenigingen met als doel kinderen zo goed mogelijk te begeleiden en motiveren. Ik zie daarnaast een rol voor een centrale organisatie om het sportaanbod voor specifieke sporten aan te bieden en hierin continu te innoveren. Dat kunnen de huidige sportbonden zijn, je zou ook kunnen overwegen één kennis- en ontwikkelorganisatie voor deze doelgroep in te richten. Dat lijkt me een stuk efficiënter. 

Financiering volledig vanuit publieke gelden?
Als we dit idee helemaal doortrekken zou je kunnen zeggen dat we sportparticipatie voor deze doelgroep in zijn geheel financieren vanuit publieke gelden. Waar we wel voor op moeten passen: alles dat gratis is, heeft geen waarde voor de consument. In perceptie in ieder geval. Zouden we daarom dan van dit idee bijvoorbeeld een ‘sportcurriculum’ kunnen maken dat onderdeel wordt van het (verplichte) onderwijs maar wat uitgevoerd wordt door, of op zijn minst in samenwerking met, verenigingen? Dat is een soort combinatie van het Amerikaanse schoolsport, de Rotterdamse schoolsportverenigingen en ons verenigingslandschap. Dat vraagt om sterke verenigingen maar daar moesten we sowieso aan werken.

"Waar komen we op uit? In ieder geval op een eerste inkleuring van het advies van de Nederlandse Sportraad. Wat mij betreft tijd om hierop door te pakken"

Dit past ook goed bij het advies van de Nederlandse sportraad om veel meer de verbinding en samenwerking te zoeken met andere branches, ook financieel. In dit geval zeker met het onderwijs (OC&W) maar ik denk ook aan het belang van een gezonde samenleving – jong geleerd is immers oud gedaan - voor onze economie (EZK). 

Onderstaand figuur geeft de hier geschetste oplossing grafisch weer. Als we dit nu nog eens voor een aantal verschillende doelgroepen uitwerken en dat naast elkaar leggen, bij elkaar optellen en met elkaar combineren, waar komen we dan op uit? In ieder geval op een eerste inkleuring van het advies van de Nederlandse Sportraad. Wat mij betreft tijd om hierop door te pakken.

ColumnXLMvB-slot-eind

Bronnen:

Margot van Beusekom is oprichter en eigenaar van Firma Leef. Bij Firma Leef! staat niet de sport maar de sporter centraal. Vanuit die filosofie ondersteunt en adviseert Firma Leef! sportorganisaties met sportergerichte strategieën en –concepten. Voor Sport Knowhow XL schrijft Margot vooral artikelen waarin zij de lezer uitdaagt eens vanuit andere perspectieven naar de wereld van sport te kijken. Voor meer informatie: margot@firmaleef.nl of 06-5379 8153.

« terug

Reacties: 1

Robert Barclay
08-12-2020

Mooie gedachtenlijn! Vanuit mijn Engelse achtergrond heb ik ook ervaringen met het schoolsportsysteem...zou mooi zijn als we er in slagen om het beste van 2 werelden te creëren. Terecht dat je plezier centraal stelt bij de eerste kennismaking met sport & bewegen. Ik zie hierbij  een andere wijze van gymlessen voor me, op klassikaal niveau lijkt me niet de beste wijze om plezier te waarborgen. Geen gymlessen meer 'tussendoor' maar een sport & beweeg- / kunst & cultuurblok aan het einde van de dag. Niet klassikaal, maar vanuit interesses en motieven van de jongeren. Verenigingen zonder jeugdleden... waarom niet? Of misschien een beperkt aantal jeugdleden, bijvoorbeeld vanaf 12 jaar, dat bovenop schoolsport zich wil ontwikkelen/specialiseren. Kansen genoeg, maar wie durft het systeem af te breken?

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst