9 oktober 2025
Nieuws
door: Leo Aquina | 9 oktober 2025
Maarten Stiggelbout hield zich als bewegingswetenschapper meer dan 35 jaar bezig met het bevorderen van bewegen en vitaliteit van kwetsbare groepen in de samenleving. Bij zijn pensioen kreeg de mede-initiatiefnemer van het programma ‘Nederland in Beweging’ op zijn 67ste verjaardag de zilveren steekspeld van de gemeente Woerden, vanwege zijn jarenlange inzet om een gezonde leefstijl te bevorderen bij zijn stadsgenoten. Stiggelbout sloot zijn loopbaan af met het boek ‘Bewegen mijn leven’. Hij pleit voor een structurelere aanpak van beweegarmoede. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord.
De liefde voor sport leidde Stiggelbout begin jaren tachtig naar een studie bewegingswetenschappen. Hij vertelt: “Ik was jeugdleider bij ASV Arsenal in Amstelveen en woonde om de hoek in een studentenflat op Uilenstede. Bij mij op de gang woonden twee IFLO-studenten (Interfaculteit Lichamelijke Opvoeding, later bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam, red.). Zij maakten filmpjes van beweegmomenten en gaven tips en adviezen. Dat wilden ze ook wel tijdens mijn trainingen bij ASV Arsenal doen. Met hun tips leerden de kinderen beter bewegen en daarmee beter voetballen, en ik werd enthousiast om die studie te gaan doen.”
Nederland in Beweging
Toch werd niet zozeer de sport zelf uiteindelijk zijn vakgebied: “Ik was niet zo technisch en ik ben mij steeds meer gaan richten op gezondheid en epidemiologie.” Stiggelbout bleef zich zijn hele loopbaan inzetten voor beweegparticipatie. Dat begon bij het ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur (het latere VWS, red.) en ging via het Nederlands Instituut voor Sport en Gezondheid naar TNO, vervolgens naar het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), om tenslotte uit te komen bij zijn eigen bedrijf Vitaal Aktief in Woerden. In zijn beginjaren was Stiggelbout onder meer betrokken bij het opzetten van ‘Nederland in Beweging’ en de aansluitende beweegcampagnes.
Die eerdere campagnes waren succesvol in het activeren van de bevolking. Stiggelbout: ”Halverwege de jaren negentig voldeed 44 procent van de Nederlanders aan de beweegnormen. Diverse campagnes hebben dat op kunnen krikken naar 68 procent in 2014, maar daarna kwam de klad erin. Er zijn vanaf 2014 geen beweegcampagnes meer geweest en op dit moment zijn we terug bij de 44 procent. We willen naar 75 procent in 2040, maar op deze manier ga je dat dus nooit halen. Met de Beweegalliantie en haar vele werk gebeuren er al veel goede zaken, maar er moet wel tandje bij.”
Ongezonde voeding
Niet alleen het beweegtekort, maar ook verkeerde voeding draagt bij aan het ongezonde leefpatroon van de meeste Nederlanders. “Overal waar je komt, is ongezonde voeding”, zegt Stiggelbout. Ongeveer 80 procent van de aanbiedingen in de supermarkten zijn ongezonde producten. Mensen denken vaak dat gezond eten duur is, maar het hoeft niet zoveel te kosten, als je maar weer wat je moet eten. Je kunt ook rekening houden met de aanbiedingen in de supermarkt en kiezen voor huismerken in plaats van A-merken. Mensen moeten beter geïnformeerd worden want er liggen wel degelijk ook gezonde producten in de supermarkt. Als overheid kun je beleid maken op dat gebied. Zorg dat op scholen alleen gezonde voeding beschikbaar is en zorg dat er geen fastfoodketens in de buurt van scholen staan. Laat de overheid meer geld investeren in preventie in plaats van in zorg. Op dit moment wordt maar zo’n drie tot vijf procent van het geld in de gezondheidszorg uitgegeven aan preventie, terwijl juist preventie zo belangrijk is.”
Samenwerking is volgens Stiggelbout het sleutelwoord: “Als individu kun je misschien weinig bereiken, daarom heb ik altijd samenwerking gezocht. Als je subsidies aanvraagt, doe het dan samen met andere partijen en gun andere partijen ook iets, want dan helpen zij jou ook weer. Rolmodellen zijn ook belangrijk. In het verleden gebruikten we bij de campagne ‘Scoren voor gezondheid’ profvoetballers als rolmodel. Kinderen keken daarnaar op, daarmee kon je veel bereiken. Tegenwoordig kun je ook denken aan influencers. Als je ervoor zorgt dat zij de gezonde boodschap brengen, bereik je miljoenen mensen.”
Van interventie naar infrastructuur
Naast samenwerking pleit Stiggelbout voor een structurelere aanpak van de beweegarmoede in Nederland. “We moeten van interventies naar infrastructuur”, zegt hij. “Er is een lijst met bewezen-effectieve interventies om mensen aan het bewegen te krijgen en gezonder te laten leven. Dat zijn soms interventies van 10-12 weken en inderdaad, na 10-12 weken bewegen die mensen meer, maar hoe zorg je ervoor dat het ook na een jaar nog effect heeft? Wij hebben in Woerden bijvoorbeeld Stapjefitter ontwikkeld als GLI (Gecombineerde Leefstijl Interventie) voor inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In plaats van 10-12 weken, gaan we een halfjaar met die mensen aan de slag. Zo’n tachtig procent van de deelnemers gaat uiteindelijk als vrijwilliger aan het werk. En de helft van de deelnemers blijft na Stapjefitter zelf of samen sporten of bewegen. Een deel vindt op termijn zelfs werk.”
Stiggelbout pleit ook voor een bredere aanpak: “Er zijn een heleboel organisaties bezig met het continu ontwikkelen van nieuwe interventies. Ik denk dat je beter een grote nationale gezonde leefstijlinterventie (GLI) kunt ontwikkelen, die je in groepsverband, individueel of online kan aanbieden. Dan is het allemaal minder versnipperd. Je hebt één brede interventie-eigenaar die professionals kan opleiden, die op hun beurt lokale netwerken opzetten en samenwerking met de sport, de gezondheidszorg en het sociale domein opzoeken. Deze interventie-eigenaar is dan een samenwerkingsnetwerk van de kennisinstituten, de opleidingsorganisaties rondom de huidige GLI’s en de huidige GLI-interventie-eigenaren. Ik heb in dat verband al eerder gepleit voor de LeefstijlHUB als ondersteuningsorganisatie. Ik zie veel kansen“
Hoewel nog altijd zeer bevlogen als het gaat om het onderwerp, is Stiggelbout in de toekomst niet langer de initiator achter leefstijlprojecten. “Ik heb mijn werk de afgelopen twee jaar van 50 uur per week naar 12 uur afgebouwd. Ik blijf wel betrokken bij twee wandelgroepen.” Als pensionado profiteert hij ook zelf van zijn eigen werk: “Mijn vrouw en ik wandelen dagelijks zo’n anderhalf uur en doen iedere dag mee met Nederland in Beweging. Hoewel ik betrokken ben geweest bij de opstart, had ik zelf eigenlijk nog nooit meegedaan aan ochtendgym op televisie. Nu zie ik eigenlijk pas hoe goed het is. Ik ben nog altijd enthousiast over mijn werk.”
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.