Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Waardenvolle club, waardenvolle wetenschap 29 augustus 2017

door: Jan de Leeuw 

Eind vorig jaar promoveerde Frank van Eekeren op een proefschrift met als titel ‘De Waardenvolle Club’. Dat is een club die - ideaal gesproken - als dienstverlenende organisatie verschillende waarden creëert: sportieve, culturele, commerciële én publieke waarden. In de kern gaat de dissertatie van Van Eekeren over de vraag hoe voetbalorganisaties de creatie van publieke waarden kunnen besturen en organiseren. Daarbij valt te denken aan waarden als diversiteit, veiligheid, gelijkwaardigheid en maatschappelijke cohesie. 

In het laatste decennium wordt de realisatie van publieke waarden ook wel genoemd: de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de voetbalclub (J. de Leeuw en M. van den Heuvel, 2016). De auteur neemt in zijn dissertatie ook positie in over het vraagstuk van waardevrijheid en partijdigheid van sociale wetenschap. We zullen dat hier verduidelijken en laten zien dat niet alleen gesproken kan worden van een Waardenvolle club, maar óók van Waardenvolle wetenschap.

Visie op wetenschap
Frank van Eekeren wil met zijn dissertatie voetbalbestuurders praktische handreikingen geven over hoe invulling kan worden gegeven aan publieke waardecreatie. Hij is van mening dat sociale wetenschap ‘er toe dient te doen’. Het geschiedt mét en vóór het publiek. Van Eekeren is aanhanger van de wetenschapsopvatting van Flyvbjerg: social science that matters. Dat wil zeggen: sociale wetenschap dient te gaan over problemen in de samenleving. Ze dient actoren in de samenleving te ondersteunen in het oplossen van deze problemen. Grote vraagstukken in onze samenleving zijn ‘de gezondheid van burgers, de veiligheid in onze samenleving en de verbinding tussen verschillende groepen in gemeenschappen’, aldus Van Eekeren. Voor hem zijn deze vraagstukken een belangrijke drijfveer. Ze vragen om maatschappelijke veranderingsprocessen die sociale verbindingen bewerkstellingen. 

"Voetbalorganisaties kunnen deel uitmaken van een strong civil society"

De wetenschapper heeft een bepaalde maatschappelijke betrokkenheid en ziet het als zijn taak de samenleving - en actoren die daarin functioneren - tools aan te reiken (daar horen ook kennis en inzicht bij) om die samenleving beter te maken: gezonder, veiliger, meer rechtvaardig en meer respectvol naar elkaar. 

Voetbalorganisaties hebben een belangrijke plaats in onze samenleving. Als ze er in slagen publieke waarden te realiseren, kunnen ze een verschil maken als het gaat om maatschappelijke vraagstukken als inclusie, gezondheid en veiligheid. Voetbalorganisaties kunnen op deze manier deel uitmaken van een strong civil society. Op het moment dat sociale wetenschappen bestuurders in de voetbalwereld verder helpen in de manier waarop ze vorm kunnen geven aan maatschappelijke verantwoordelijkheid is hun academisch werk maatschappelijk relevant, aldus Van Eekeren.

Een bijzondere dissertatie
De auteur noemt de totstandkoming van zijn dissertatie als ‘een niet-alledaags promotieproces’. Zo ontwikkelt en construeert hij zijn kennis ‘in interactie, in eerste instantie met bestuurders, managers en hun stakeholders’. Hij onderzoekt niet zozeer - als individuele onderzoeker - een bepaald object, maar hij onderzoekt mét anderen de sociale werkelijkheid. Tot die sociale werkelijkheid behoren die anderen, maar ook Van Eekeren zélf. Hij is immers zelf altijd actief geweest als manager, bestuurder en adviseur in de voetbalwereld en is dat nog steeds. 

Van Eekeren zelf - en ook de partners die hij expliciet betrekt bij zijn onderzoek - zijn dus subject, maar ook object van onderzoek. Zo verhaalt Van Eekeren in zijn dissertatie over de gezichtspunten die naar voren kwamen tijdens een door hem geëntameerde meeting in 2015 met drie personen uit de voetbalwereld. Hij reflecteerde met hen over de vermaatschappelijking van het voetbal en over het handelen van voetbalbestuurders in de veranderende voetbalwereld. 

Het ging om zijn vader - Anton van Eekeren - jarenlang bestuurder bij een traditionele amateurvereniging: FC Engelen. De tweede persoon was Johan van Geijn, bij de KNVB verantwoordelijk voor World Coaches. Dat is een internationaal MVO-programma om landen die minder ver zijn in voetbalontwikkeling te ondersteunen met specifieke expertise rond training, begeleiding en coaching. De derde persoon die Van Eekeren inviteerde was Edu Jansing, jarenlang directeur van de stichting Meer dan Voetbal. Deze inmiddels opgeheven stichting speelde een initiërende en coördinerende rol in het betaald voetbal rond maatschappelijk projecten. 

"sociaal constructivisme benadrukt dat kennis geconstrueerd wordt door onderzoekers, met collegae en andere betrokkenen"

Door deze werkwijze plaatst Van Eekeren zich in de traditie van het sociaal constructivisme. Deze richting benadrukt dat kennis geconstrueerd wordt door onderzoekers, met collegae en andere betrokkenen. Het is een actieve vorm van kennisverwerking voortbouwend op de kennis die er al is. Implicatie van deze opvatting is ook dat de verschijnselen in de werkelijkheid sociale constructies zijn, gedragen door het feit dat er in een bepaalde (wetenschappelijke) gemeenschap een zekere consensus over bestaat. Daarmee wordt het idee afgewezen dat er een soort objectieve waarheid bestaat en dat wetenschappelijke theorieën direct afgeleid zijn van concrete feiten. 

Waardevrijheid van wetenschap? 
In feite neemt Van Eekeren met deze opvattingen een positie in een al veel langer bestaand debat in de sociale wetenschappen, bekend als het positivismedebat. Een belangrijk aanjager van dit debat was de filosoof Theodor Adorno (H. Willemsen & P. de Wind, 2015). Hij bekritiseerde de pretentie van waardevrijheid in de empirische benadering van wetenschap en filosofie. Empirisme is de stroming in de kennisleer die stelt dat dat alle menselijke kennis voorkomt uit - en gebaseerd is op - ervaring. Empirische wetenschap richt zich vooral op het verzamelen van empirisch waarneembare gegevens en het verklaren daarvan. Het positivisme is de theorie die er vanuit gaat dat alleen empirische wetenschappen geldige kennis opleveren. Het positivisme gaat uit van een scheiding tussen feiten en normen (waardevrijheid). 

"Wetenschap blijkt een rol te spelen in maatschappelijke tegenstellingen en daar ook bepaalde posities in te versterken en te verzwakken"

Adorno bekritiseerde het empirisch positivisme (M. Jay, 1973). Het had onvoldoende oog voor het actieve element in het kennen. In het proces van het formuleren van een onderzoeksobject, het ontwerpen en uitvoeren van empirisch onderzoek, het interpreteren van empirische gegevens, het trekken van conclusies, etc. spelen steeds waarden een rol, in de zin dat steeds keuzes worden gemaakt door de wetenschapper. 

Een actueel voorbeeld is dat tot vorig jaar het CBS wetenschappelijke analyses maakte en kennis ontwikkelde met het begrippenpaar autochtoon-allochtonen. Vanaf 2016 ziet men hiervan af. Een van redenen is dat deze begrippen in de samenleving (blijven) bijdragen aan achterstelling en discriminatie van bepaalde groepen. Wetenschap blijkt dus een rol te spelen in maatschappelijke tegenstellingen en daar ook bepaalde posities in te versterken en te verzwakken.

'Oververtegenwoordiging' allochtonen
Nog een voorbeeld van de problematische kant van het idee van waardevrije wetenschap. Vorig jaar beweerde Sywert van Lienden bij het televisieprogramma DWDD dat wetenschappelijke onderzoeken aangaven dat ‘allochtonen oververtegenwoordigd zijn in de statistieken van zedendelinquenten’. Aanleiding voor deze opmerking waren de incidenten tijdens oudejaarsnacht in Keulen eind 2015. 

Van Lienden kreeg veel kritiek op social media. Tijdens de DWDD-uitzending een dag erna gaf hoogleraar Leo Lucassen aan dat als sociale klasse wordt meenemen in de interpretatie van de gegevens de bewering van Van Lienden niet houdbaar was. Duidelijk werd dat waardevrije wetenschap niet bestaat. Elke wetenschapper maakt bewust of onbewust bepaalde keuzes: wat betreft mensbeeld, maatschappijvisie en ook ethiek. Als dat zo is, dan kan het geen kwaad daar goed over na te denken en zelf ook positie te kiezen en te verantwoorden. (J. Boessenkool, 2011) 

Partijdige wetenschap
In het klassieke positivismedebat werden ook vraagtekens geplaatst bij het idee van Freischwebende Intelligenz: vrije, onafhankelijke intellectuelen, zoals wetenschappers, die buíten de maatschappelijke machtsverhoudingen staan en de strijd die daarmee samenhangt.
Af en toe zien we een reactivering van dit (positivisme)debat. Tegenwoordig is dat meer op het niveau van de tegenstelling empirisch positivisme - sociaal constructivisme, zoals in 2011 op deze website met de bijdragen van Adri Broeke en Jan Boessenkool. Dat was naar aanleiding van een publicatie over sportverenigingen in Nederland. Ook de dissertatie van Van Eekeren markeert een positie in dit debat. 

"Sport kan nooit los worden gezien van ethiek, politiek en een bepaald mens- en maatschappijbeeld, zoals dat ook geldt voor de wetenschap"

Tot slot
Frank van Eekeren acht het concept van de Waardenvolle club het beste geschikt om bestuurders van voetbalorganisaties toe te rusten voor de taken van deze tijd. Doelbewust schrijft hij Waardenvolle met een ‘n’. Dat symboliseert het idee dat een voetbalorganisatie méérdere waarden kan en moet realiseren: sportieve, culturele, zakelijke én maatschappelijke waarden. 

Wat betreft de dissertatie van Frank van Eekeren kan met recht gesproken worden van waardenvolle wetenschap. Het is een manier van wetenschap bedrijven in het besef dat dat een waardengeladen activiteit is. De waarden die in het proefschrift van Van Eekeren impliciet en expliciet een rol spelen zijn: gezondheid, plezier, verbinding, veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid. Sportbeoefening (dat is voetbal) en wetenschapsbeoefening zijn nooit doel in zichzelf maar realisaties van waarden die in een bepaalde gemeenschap en/of door burgers/beroepsbeoefenaars als hoogste goed worden gezien. Sport kan daarom nooit los worden gezien van ethiek, politiek en een bepaald mens- en maatschappijbeeld, zoals dat ook geldt voor de wetenschap. 

Verder lezen:

Jan de Leeuw is docent aan de opleidingen SPECO en Johan Cruyff Academy van Fontys Economische Hogeschool Tilburg en lid van de kenniskring van het lectoraat 'Sportbusiness' van deze hogeschool. Hij schreef meer dan honderd boeken waaronder De Sportwereld voor het HBO (2014) en Sportbusiness en ethiek (2013). Voor meer informatie: j.deleeuw@fontys.nl.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst