16 september 2025
Opinie
door: Benny van den Broek
Jeugdtrainers, teambegeleiders en coaches zijn van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Veel van hen hebben echter geen pedagogische scholing gehad. Stichting Het Vergeten Kind ontwikkelde daarom het programma SuperCoaches, dat vrijwilligers en trainers helpt om elk kind binnen een team een veilige en ondersteunende omgeving te bieden. ‘Coachen met aandacht voor ieder kind, dat is al een sport op zich’ zo luidt het motto. Het programma ging in september van start.
De aanleiding voor SuperCoaches was de constatering dat vaak niet goed wordt gereageerd op ‘opvallend’ gedrag. Kinderen die zich opvallend gedragen, krijgen tegenwoordig al snel een label of etiket opgeplakt. Een kind dat bijvoorbeeld vaak te laat komt op de training wordt als chaotisch bestempeld, zonder dat naar de oorzaak wordt gekeken. Er kan bijvoorbeeld in de thuissituatie iets aan de hand zijn. De laatste jaren worden steeds meer kinderen aan de hand van zo’n label doorverwezen naar specialisten zoals pedagogen of psychologen. Dit brengt een onwenselijke stroom naar de jeugdzorg op gang. Het Vergeten Kind pleit daarom voor een civil society, waarin we als samenleving proberen om beter om te gaan met het soms moeilijk begrijpbare gedrag van kinderen. Iedereen zou vanuit eigen perspectief of domein hiervoor de verantwoordelijkheid moeten nemen, dus ook jeugdtrainers, teambegeleiders en coaches. Trainers en coaches vervullen een belangrijke rol als medeopvoeder. Primair ligt de opvoeding natuurlijk bij het gezin, secundair bij de school, maar op de derde plaats staat de vrijetijdssector en daarvan is sport een belangrijk onderdeel.
Theorie en praktijkvoorbeelden
De interactie tussen coach en kind is heel belangrijk. Aanleiding dat veel kinderen afhaken in de sport is in veel gevallen de omgang van de coach met de kinderen. Voor kinderen zijn de sport en vriendjes op de club belangrijk, maar de rol van de trainer of coach is vaak allesbepalend. Natuurlijk moet een coach weten hoe je een les moet organiseren en hoe je didactische werkvormen toepast, maar kan hij of zij er ook voor zorgen dat de kinderen plezier hebben, zichzelf kunnen zijn, leren samenwerken en dat er niet wordt gepest? Deze elementen hebben allemaal te maken met pedagogiek. Daarbij is communicatie cruciaal: de taal die je met elkaar spreekt, de non-verbale communicatie en hoe je met elkaar omgaat. Trainers en coaches die zich hiervan bewust zijn, lopen soms tegen praktische uitdagingen aan: hoe geef je ieder kind in een trainingsgroep of team de aandacht die het nodig heeft? Sommige kinderen zijn verlegen en trekken zich terug. Andere vragen juist continu aandacht. En dan zijn er de kinderen die moeite hebben met samenwerken. Het programma SuperCoaches bestaat uit zowel theorie als praktijkvoorbeelden die aangeven hoe met dit gedrag kan worden omgegaan.
Trots
De naam SuperCoaches refereert aan twee perspectieven die een coach een SuperCoach maken. Vanuit het kind gezien moet een trainer een SuperCoach zijn, iemand die een held is voor de kinderen, oog heeft voor de onderlinge verschillen en door het gedrag van kinderen heen kijkt. Aan het eind van een seizoen moet een kind kunnen zeggen: ‘Coach, ons team is misschien geen kampioen geworden, maar we hebben veel plezier gehad. We hebben goed samengewerkt, we zijn beter geworden, er is niemand gepest en ik kon mezelf zijn. Jij bent voor mij een SuperCoach.’
Trainers en coaches – vaak vrijwilligers – zijn het kloppende hart van de jeugdsport in Nederland. Zij geven zich met hart en ziel, week na week, om kinderen te helpen groeien. Daar mogen we als samenleving trots op zijn en de individuele sportcoaches mogen trots op zichzelf zijn. Het maakt hen SuperCoaches.
Sportakkoord
Het programma is gelinkt aan het thema ‘Sociaal veilige sport’ in het Sportakkoord en sluit dus aan op het landelijk beleid. In het Sportakkoord wordt aangegeven dat het belangrijk is op sportclubs een sociaal veilig en pedagogisch klimaat te realiseren. Ons programma levert, als het gaat om het pedagogische gedeelte van het trainerschap, een mooie bijdrage. Het programma appelleert tevens aan de vier V’s die voor sportclubs zijn opgesteld als basis voor een sociaal veilige sportomgeving: een Verenigingsbrede gedragscode, een Vertrouwenscontactpersoon op de club, een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor vrijwilligers en Vakkundige trainer-coaches.
Programma voor trainers en coaches
De afgelopen twee jaar werd het programma bij diverse clubs getest. Naar aanleiding van die ervaringen hebben we de training doorontwikkeld en klaargemaakt voor een landelijke lancering. Uitdaging om het breder uit te rollen was het opleiden van de trainers en coaches op hun eigen locatie. Daarom hebben we een hybride platform ontwikkeld. Vanaf september kunnen clubs via de website supercoaches.nl een training aanvragen. Ze kunnen de training inplannen op het moment dat het hen het beste uitkomt. De jeugdtrainers van de club komen dan samen om gezamenlijk de training te volgen. Via een scherm vertellen een virtuele cursusleider – een trainer van ons – en vier coaches uit verschillende sportdisciplines over theorie en praktijk. Op deze manier maakt het platform pedagogische vaardigheden toegankelijk en praktisch toepasbaar, zonder dat een fysieke cursusleider nodig is.
Tips en tricks
De training bestaat uit twee sessies. In de eerste sessie geven we, aan de hand van realistische scenario’s en begeleidende opdrachten, tips en tricks voor het omgaan met bepaald gedrag. In de tweede sessie worden casussen besproken die de trainers zelf hebben meegemaakt. Door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen de deelnemers van elkaar leren: hoe gaat een ander met bepaald gedrag om? Deze sessie houdt ze ook een spiegel voor, zodat iedereen bewust wordt van zijn of haar eigen grondhouding. Uiteindelijk moet een trainer van zichzelf weten wat de drijfveer is om kinderen te coachen, moet hij of zij kunnen zien wat er nu precies gebeurt – kan hij het kind blijven zien ondanks het opvallende gedrag – en moet hij kunnen handelen, dus weten hoe op dit gedrag te reageren.
Het is bijvoorbeeld belangrijk dat een coach let op taalgebruik. Ouders, leraren of trainers hebben vaak de neiging ‘Dat mag je niet doen’ tegen een kind te zeggen, of herhaaldelijk ‘Nee’. Als je daarentegen benoemt wat wel mag, klinkt dat een stuk positiever. Het is daarom goed om je bewust te worden van wat je verwacht van het kind. Een ander voorbeeld is wat wij noemen de T-splitsing. Dit gaat over een grens stellen aan gedrag. Als een kind zegt: ‘Ik doe niet meer mee’, kun je reageren met: ‘Je doet nu wél mee’, of: ‘je gaat aan de kant zitten en ik kom over een paar minuten bij je om te vragen of je weer wilt meedoen.’ Je stelt dus een grens, maar geeft het kind wel twee opties.
Samenwerking
Als stichting hebben we niet de capaciteit of de mogelijkheid om met het programma SuperCoaches aan te kloppen bij alle Nederlandse sportclubs afzonderlijk. In plaats daarvan zoeken we samenwerking met sportkoepels zoals NOC*NSF en de sportbonden. Inmiddels werken we onder meer al samen met de Feyenoord Foundation, de Belangenorganisatie Amateur Voetbal, de Sportief Besteed Groep, de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) en de KNVB-Voetbalkampen, waar het programma wordt toegepast om een veilige en inclusieve omgeving te creëren. Met de KNZB werken we samen om het pedagogische klimaat bij de zwemclubs te verbeteren. Daarnaast benaderen we gemeenten, sportbedrijven en andere bij de sportinfrastructuur betrokken instanties. Veel gemeenten en sportbedrijven organiseren sportcafés of voorzittersoverleggen voor hun lokale clubs. Tijdens dit soort bijeenkomsten kunnen wij een inspiratiesessie geven. Wij kunnen ook buurtsportcoaches of verenigingsondersteuners trainen om een efficiënte gespreksleider te worden. De trainingssessies bij de clubs dienen namelijk te worden begeleid door een goede gespreksleider die onder meer een veilige omgeving kan creëren.
Laagdrempelig
Deelnemers aan SuperCoaches volgen de training samen en kunnen ervoor kiezen dit op de club of online te doen. Door de financiële ondersteuning van de stichting wordt de training ter waarde van 598 euro tijdelijk gratis mogelijk gemaakt door Stichting Het Vergeten Kind. Op die manier maken we het voor alle clubs haalbaar om mee te doen. Ook voor de gemeenten die SuperCoaches aan de lokale clubs willen aanbieden, is het nu gemakkelijk om het gesprek aan te gaan. De gemeente komt binnen met een mooi aanbod dat laagdrempelig is en geen geld kost. De verbinding tussen de gemeente en de lokale clubs kan zo op een heel natuurlijke manier worden vormgegeven.
Benny van den Broek is opgeleid als gymleraar, heeft 25 jaar gewerkt als manager bij de judobond en is projectleider inclusieve jeugdsport bij de Stichting Het Vergeten Kind
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.