Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Opinie
Sport heeft vaste plek in ontwikkelingssamenwerking veroverd

Sport heeft vaste plek in ontwikkelingssamenwerking veroverd

16 oktober 2007

Opinie

door: Jan Rijpstra

Na een vlucht van ongeveer tien uur volgde een feilloze landing. Direct aansluitend kwam er een onvervalste Duitse Schlager uit de luidsprekers. Waren we weer terug van waar we vertrokken, Frankfurt? Nee, we waren in Windhoek, hoofdstad van Namibië, het voormalig Zuidwest Afrika. Maar de Duitse invloeden van het vroegere kolonialisme zijn goed merkbaar. Gründlichkeit in wegen en spoorlijnen. En ook de straatnamen verwijzen naar de invloed van Duitsland. Maar goed, na deze ontnuchtering stapten we zonder jetlag uit en gingen op weg naar ons hotel waar we de ‘Next Step’ Conferentie zouden bijwonen. Next Step staat voor het zetten van een volgende stap in de relatie tussen sport en ontwikkelingssamenwerking. Door het uitwisselen van kennis en ervaringen over hoe sport een rol kan spelen om bijvoorbeeld gedrag te veranderen, wil men sport in meer ontwikkelingslanden een centrale functie geven. Nederland is in de jaren negentig één van de aanjagers geweest. Toenmalig minister Jan Pronk en staatssecretaris Erica Terpstra brachten in 1998 het rapport uit: ‘Sport in ontwikkeling: samenspel scoort’. In dit rapport wordt het doel van het beleid beschreven: het bevorderen van een optimale inzet van lichamelijke opvoeding, sport, spel en bewegingsactiviteiten in ontwikkelingslanden met als doel het welzijn, de gezondheid en de ontwikkeling van individuen te verbeteren en de cohesie en ontwikkeling van de samenleving te verhogen. Dit beleid wil men op twee manieren uitvoeren: via ondersteuning van zogenoemde ‘sport-plus’-activiteiten gericht op sport en lichamelijke opvoeding zelf waarbij de maatschappelijke effecten van deze activiteiten zo optimaal mogelijk benut worden. En door het toevoegen van sport en bewegingsactiviteiten aan andere activiteiten, zoals plattelandsontwikkelingsprojecten, straatkinderenprogramma’s, vrouwenprojecten of in vluchtelingenkampen. Dit worden ‘plus-sport’-activiteiten genoemd.

Nederland liep voorop met dit beleid en organiseerde in 2003 de eerste Next Step Conferentie in Amsterdam. En het ging lopen. Sport werd ontdekt en steeds meer ‘NGO’s’ (Niet Gouvermentele Organisaties) gingen sport in hun programmalijn opnemen. Ook het aantal landen dat ging deelnemen steeg. Na een vervolg Next Step in 2005 in Zambia werd in september van dit jaar de derde conferentie gehouden. Wat mij is opgevallen is dat men de fase van waarom sport belangrijk is voorbij is. Men weet dat sport een bijdrage kan leveren, zowel in sport-plus als in plus-sport. Daar hoeven geen zieltjes meer voor gewonnen te worden. Waar het nu om gaat is om de politieke processen te gaan beïnvloeden. De leiders van de landen hebben sport ook ontdekt, vooral de topsport want daar kan mee gescoord worden. Een voetbalteam dat een derde ronde haalt op een WK is de verdienste van de regering, zo wordt geredeneerd. Over breedtesport wordt door hen nauwelijks nagedacht, laat staan over het gebruik van het middel sport om andere doelen - zoals voorlichting over AIDS/HIV te geven - te bereiken. Daar moet nu het accent op komen te liggen. Hoe beïnvloeden we de beleidsmakers, de politieke strategen in die landen. Tijdens de conferentie merk je ook dat daar behoefte aan is. Men wil een plan maken om sport breder in te zetten. Men wil invloed uitoefenen, kortom sport en ontwikkelingssamenwerking is de kinderschoenen van het aanbieden van leuke sportactiviteiten aan het ontgroeien. De sportactiviteiten hebben een basis gekregen in het veld, maar nu nog de ‘next step’ om dat tussen de oren van de regering te krijgen. Dat was ook ons doel: om voor de volgende Next Step Conferentie dit thema centraal op de agenda te krijgen. Samen met SCORE-Zuid-Afrika zal de volgende conferentie in dat land in 2009 plaatsvinden. Strategisch een goed moment want een jaar later is er het WK-voetbal.

De komende weken wordt de laatste hand gelegd aan een nieuwe nota over sport en ontwikkelingssamenwerking. Minister Koenders en staatssecretaris Bussemaker hebben in september aangegeven door te willen gaan met sport in ontwikkelingssamenwerking. Er zullen wel keuzes gemaakt moeten worden bijvoorbeeld welke landen prioriteit gaan krijgen. Waarschijnlijk zullen Zuid-Afrika en Suriname speerpunten van beleid worden. Dat neemt niet weg dat de NGO’s rustig in andere landen sport kunnen blijven aanbieden. In Nederland is er veel belangstelling onder studenten om een periode in een ontwikkelingsland te gaan werken en de NGO’s bieden daar mogelijkheden voor.

Jaarlijks komt het Nederlandse Platform Sport en Ontwikkelingssamenwerking één of twee keer bijeen om ervaringen uit te wisselen. Elke keer valt me weer op hoe gedreven, kundig en enthousiast de mensen zijn. In de gesprekken met mensen uit ontwikkelingslanden wordt dat bevestigd. In Namibië is een volgende stap gezet met een nieuwe Nederlandse inbreng. Daar mogen we best trots op zijn!

Jan Rijpstra is burgemeester van Tynaarlo en was elf jaar lid van de Tweede Kamer. Hij vervult verschillende bestuursfuncties in de sport, houdt zich bezig met sportbeleid en is voorzitter van het Platform Sport en Ontwikkelingssamenwerking.

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.