Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Opinie
Sport als onderdeel van de verkiezingsstrijd

Sport als onderdeel van de verkiezingsstrijd

16 september 2025

Opinie

door: Dauphine Sulzer

Sportbeleid wordt steeds politieker en dat blijkt ook uit de (concept)verkiezingsprogramma’s die vrijwel alle partijen publiceerden in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober. De programma’s geven een verrassend rijk en veelzijdig beeld. Politieke partijen zien sport niet meer enkel als vrijetijdsbesteding, maar ook als bestuurlijk instrument voor gezondheid, gelijke kansen, samenleven én politieke identiteit. Dat vraagt om strategisch handelen van sportorganisaties: meebewegen met maatschappelijke thema’s en tegelijk hun eigen positie bewaken.

Wie mogen er meedoen? Voor partijen als Volt, D66 en SP is sport een arena voor sociale gelijkheid. Zij benadrukken het belang van toegankelijkheid voor mensen met een beperking, voor jongeren uit lage inkomensgezinnen en voor mbo-studenten. Volt pleit expliciet voor gelijke media-aandacht voor vrouwen- en parasport. D66 wil dat mbo’ers dezelfde toegang krijgen tot (studenten)sportverenigingen als hbo- en wo-studenten. SP stelt onder meer een jaarlijkse sportpas van €240 voor jongeren tot 23 jaar voor.

Wees als organisatie dus alert op hoe thema’s als inclusie en identiteit ook via ‘zijroutes’ als sport politieke lading kunnen krijgen

Daartegenover staat de PVV, die zich fel keert tegen deelname van transvrouwen aan vrouwensporten. In haar programma stelt de partij dat er slechts twee geslachten zijn en dat sporttoegang op basis daarvan moet worden ingericht – een voorbeeld van hoe sport onderdeel is geworden van bredere cultuurpolitiek.

3. (2) Verkiezingsposters_in_Den_Haag_(2023) httpscommons.wikimedia.orgwikiFileVerkiezingsposters_in_Den_Haag_(2023)De ChristenUnie verbindt sport juist aan internationale mensenrechten. Zij wil dat Nederland geen kabinetsleden afvaardigt naar sportevenementen in landen waar fundamentele vrijheden onder druk staan.

Het tekent hoe de sterke symbolische waarde van sport maakt dat het steeds meer onderdeel wordt van politiek debat. Wees als organisatie dus alert op hoe thema’s als inclusie en identiteit ook via ‘zijroutes’ als sport politieke lading kunnen krijgen.

Topsport versus breedtesport: spanning of synergie?
Ook de tegenstelling tussen investeren in topsport versus breedtesport blijft een belangrijk spanningsveld. Ga jij voor grootse inspirerende resultaten...? Of toch voor de gewone man...? De VVD, D66, Volt en JA21 profileren zich als uitgesproken voorstanders van investeren in topsport en topsportevenementen. Zij zien daarin zowel economische kansen als maatschappelijke waarde. JA21 benoemt bovendien expliciet de topsport voor mensen met een beperking. Volt gaat verder door ook de inclusie van transvrouwen in topsport te bepleiten en roept op tot betere combinaties van topsport en onderwijs, met name voor talenten uit kwetsbare gezinnen.

Andere partijen zoeken juist naar balans. CDA en NSC stellen dat zowel topsport als breedtesport ondersteuning verdienen. CDA pleit voor een nieuw nationaal Sportakkoord, waarin álle vormen van sport worden meegenomen, inclusief sport als instrument voor zorg, welzijn en re-integratie. NSC noemt topsportevenementen als belangrijke sociale ontmoetingsplekken, maar koppelt sport ook nadrukkelijk aan jeugd, onderwijs en preventie.

Sport is een populaire, relatief onomstreden manier om de stijgende zorgkosten op termijn te helpen verlagen

Daartegenover staan partijen als de SGP en de Partij voor de Dieren (PvdD), die zich juist uitspreken tegen topsportsubsidies. De SGP geeft de voorkeur aan voorzieningen voor iedereen, en de PvdD wil topsport met dieren – zoals paardensport en duivensport – volledig verbieden.

Voor sportorganisaties is het dus de vraag: hoe positioneer je je? Als maatschappelijke speler, als podium voor prestaties of als motor voor preventie?  Die keuze zou best eens kunnen bepalen bij welke partijen je boodschap wél en niet resoneert. 

Preventiebeleid: brede politieke consensus
Dát sport belangrijk is, daar zijn alle partijen het echter wel over eens. Van GroenLinks–PvdA tot BBB en van VVD tot ChristenUnie, allen koppelen sport nadrukkelijk aan preventie, oftewel het voorkomen van zorgvraag. Gek is dat niet, sport is een populaire, relatief onomstreden manier om de stijgende zorgkosten op termijn te helpen verlagen.

D66 wil via sport en bewegen bijdragen aan ‘de gezondste generatie ooit’. VVD benadrukt de rol van sport bij mentale gezondheid en pleit voor samenwerking tussen sportverenigingen, huisartsen en wijkteams. BBB ziet sport als een gezond alternatief voor de negatieve effecten van sociale media op jongeren. Ook het CDA kiest voor een 'beweging van zorg naar gezondheid' en wil sport stevig verankeren in de eerstelijnszorg en het jeugdbeleid.

Een van de meest opvallende constateringen is wat er niet in de programma’s staat

Voor sportorganisaties biedt deze nieuwe positiebepaling van politieke partijen ten aanzien van sport als onderdeel van preventiebeleid, kansen om zich politiek relevanter te maken. Sport biedt immers een oplossing voor een groot politiek probleem: de stijgende zorgkosten.  Die positie maakt het voor sportorganisaties een stuk makkelijker om iets terug te vragen - in de vorm van steun, ruimte of investeringen. 

BTW op sport: van tafel, maar niet uit de politiek
Dat brengt ons bij de geldvraag. Hoewel het besluit om het lage btw-tarief voor sport te behouden al is vastgelegd in de Voorjaarsnota 2025, komt het onderwerp toch opvallend terug in meerdere verkiezingsprogramma’s. Dat onderstreept hoe gevoelig het lag: sportclubs, ondernemers en sporters uit het hele land protesteerden massaal tegen de voorgenomen verhoging. Er werd actiegevoerd in Den Haag en ruim 60 topsporters ondertekenden een open brief om het plan van tafel te krijgen. Partijen als D66 en FvD noemen expliciet dat het lage tarief moet blijven; de SP gaat zelfs een stap verder en pleit voor btw-vrijstelling op sportschoolabonnementen. Daarmee ligt de politieke koers nu weer in lijn met het maatschappelijk sentiment: sport moet toegankelijk blijven, en niet als luxeartikel worden belast.

Maar let op. Een van de meest opvallende constateringen is wat er niet in de programma’s staat. De PVV – momenteel de grootste partij in de Tweede Kamer én in de peilingen – zegt vrijwel niets over sportbeleid. Behalve het standpunt over het uitsluiten van transvrouwen uit vrouwensporten blijft het programma stil over onderwerpen als preventie, sportaccommodaties, jeugdontwikkeling of sportparticipatie. Daarmee plaatst de PVV zich buiten de brede consensus dat sport een sleutelrol speelt in de volksgezondheid en sociale samenhang.

Waakzaamheid blijft dus geboden voor wie goedkoop wil kunnen blijven sporten. Een rechts georiënteerd kabinet kan het onderwerp opnieuw agenderen als bezuinigingsoptie. Sportorganisaties doen er goed aan dit thema strategisch te blijven volgen.

3. (2) Batensteinbad-zwemles httpscommons.wikimedia.orgwikiFileBatensteinbad-zwemlesSchoolzwemmen: terug van weggeweest
En ten slotte een opvallende verschijning: schoolzwemmen keert sterk terug in de politieke aandacht. JA21, Volt, BBB en SGP pleiten expliciet voor herinvoering of stimulering ervan. GroenLinks–PvdA wil dat gemeenten voldoende middelen krijgen om ervoor te zorgen dat elk kind ten minste zwemdiploma A kan halen.

Die hernieuwde aandacht staat niet op zichzelf. Begin 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan van Michiel van Nispen (SP) en Mohammed Mohandis (GroenLinks–PvdA), die het kabinet oproept werk te maken van herinvoering. De aanleiding: in 2022 lag het aantal kinderen zonder zwemdiploma twee keer zo hoog als in 2018 – het ging om circa 45.000 kinderen. Mohandis, die onlangs zelf op zijn 38e zijn diploma behaalde, benadrukte het belang van zwemveiligheid voor álle kinderen.

Hoewel de Kamer het plan steunde, blijft de uitvoering lastig: het aantal zwembaden is in de afgelopen decennia sterk afgenomen, terwijl de bevolking groeide. Herinvoering vereist dus ook investeringen in infrastructuur. Partijen als SP, GL–PvdA en VVD koppelen hun pleidooi voor zwemonderwijs dan ook aan bredere inzet op sportaccommodaties.

Zonder dat kompas wordt het lastig om koers te houden in een speelveld waarin sport steeds vaker onderwerp is van politieke keuzes of symboliek

Het is een thematische koppeling die we niet vaak zien: sport en veiligheid. En de politieke steun laat zien dat wanneer een dergelijke koppeling wordt gevonden, partijen opeens wél bereid zijn hiervoor middelen vrij te maken. Reden genoeg om creatief na te denken over hoe jij als sportorganisatie jouw beleidsvraagstukken brengt. 

Lessen voor sportorganisaties
Wie zich als sportorganisatie mengt in het maatschappelijk debat – over gezondheid, identiteit of gelijke kansen – moet weten waar hij of zij voor staat. Dat begint met een heldere missie. Niet alleen naar buiten, maar ook intern: wat is onze rol, wat is onze betekenis, en waar trekken we de lijn? Zonder dat kompas wordt het lastig om koers te houden in een speelveld waarin sport steeds vaker onderwerp is van politieke keuzes of symboliek. Juist in een tijd waarin sport de taal is geworden van preventiebeleid, sociale cohesie en culturele identiteit, is het zaak om regie te pakken. Want meebewegen is soms nodig, maar alleen als je zelf weet waar je naartoe wilt.

Dauphine Sulzer is consultant bij Public Matters, een onafhankelijk public affairs & lobbyadviesbureau dat is gespecialiseerd in beleidsbeïnvloeding en strategische communicatie. Binnen Public Matters focust zij zich op de sport- en zorgsector en geeft zij strategisch advies over hoe organisaties een gewenste positie kunnen verweven in de politieke, bestuurlijke of publieke arena - op basis van de meest effectieve strategie en het realiseren van de afgesproken doelstellingen. Voor meer informatie: dsulzer@publicmatters.nl

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.