Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Opinie
Het ravijnjaar

Het Ravijnjaar

18 februari 2025

Opinie

door: Jeroen Weijermars

Het jaar 2026 staat in gemeenteland al op de radar als het 'ravijnjaar'. En dat is niet voor niets. De veranderingen in het gemeentefonds en het provinciefonds zorgen ervoor dat veel Nederlandse gemeenten in financieel zwaar weer terechtkomen. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de algemene gemeentelijke dienstverlening, maar raakt ook de sportsector, een sector die inmiddels wel genoegzaam bekend is als van groot belang voor de sociale cohesie en het welzijn van onze samenleving. Helaas zijn we in Nederland niet meer zo van de daadkracht. Wel in woorden, maar niet in daden.

Langzaamaan dreigt er een perfecte storm op te steken. We zien het gebeuren, maar krijgen er geen grip op. Of om bij het ravijn te blijven: we staan aan de rand van het ravijn, maar in plaats van een pas op de plaats te maken, lijken we een stap voorwaarts te gaan maken. De combinatie van een terugtrekkende overheid en een steeds dikker boek vol regels zorgt voor een somber vooruitzicht.

"De sportverenigingen, die vaak afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidies en faciliteiten, zullen naar alle waarschijnlijkheid opnieuw de klos zijn"

In het verleden ontvingen gemeenten geld van de rijksoverheid op basis van de uitgaven van diezelfde rijksoverheid. Vanaf 2026 verandert dit, en wordt het gemeentefonds afhankelijk van de groei van het bruto binnenlands product (bbp). Dit betekent dat de financiële middelen die beschikbaar zijn voor gemeenten, zullen variëren met de economische prestaties van ons land. De georganiseerde sport, de sportverenigingen, die vaak afhankelijk zijn van gemeentelijke subsidies en faciliteiten, zullen naar alle waarschijnlijkheid opnieuw de klos zijn en worden getroffen door deze verandering.

Kaasschaaf
Sportverenigingen, lokale sportfaciliteiten en sportevenementen mogen ervan uitgaan dat zij geconfronteerd worden met bezuinigingen. In de meeste gemeentelijke beleidsplannen wordt sport wel genoemd en worden er zelfs stevige ambities geformuleerd. Maar tegelijkertijd is ‘de sport’ eigenlijk altijd het eerste waar de kaasschaaf overheen gaat. Uit de sport zal dan gemor klinken, maar niet meer dan dat. Ze hebben er gewoon de tijd niet voor. De slagkracht van de vrijwillige sportbestuurders op lokaal niveau is doorgaans beperkt.

XL7OpenPodium-JW-1De sportverenigingen waren in de afgelopen jaren de kikker in de pan die langzaam aan de kook werd gebracht. Hoe dat afloopt, is bekend. De kikker heeft het niet zo in de gaten totdat hij zijn laatste adem uitblaast. Sportverenigingen werden meer en meer gezien als plekken waar maatschappelijke problemen opgelost moeten worden. 'De gezonde sportkantine', 'Het masterplan arbitrage', 'Iedereen doet mee' zijn zomaar een paar initiatieven, al of niet vanuit het sociale domein overgeheveld, waar je als vereniging moreel verplicht bent om bij aan te sluiten.

Daarnaast worden nodige lokale initiatieven over een club uitgestort. Dit alles goed bedoeld, en je kan er niet tegen zijn. En als je dat wel bent, dan is het niet ondenkbaar dat - wanneer je als vereniging tegensputtert - je door bond of gemeente, twee belangrijke stakeholders in het speelveld van de georganiseerde sport, er wel op geattendeerd wordt dat dit dan mogelijk wel (financiële) consequenties kan hebben. Dus werkten sportbestuurders met aan hun zijde een leger aan goedwillende andere vrijwilligers zichzelf naar het kookpunt. Want 'het moest' en 'wij kunnen niet achterblijven'.

"Probeer bijvoorbeeld als vereniging of stichting maar eens een bankrekening te openen"

Regeldruk
Al deze goede bedoelingen werden de afgelopen jaren niet alleen in convenanten en intentieverklaringen vastgelegd, maar ook daadwerkelijk in regels. Daardoor nam de druk op de club steeds meer toe. En nu is de rek eruit. Budgetten vanuit (lokale) overheden namen sinds de eeuwwisseling niet of hoogstens inflatoir toe. Dit wisten diezelfde overheden positief te verpakken met slogans als: 'meer met minder'.

Maar daarnaast groeide de vraag om verantwoording af te leggen en in initiatieven te participeren, vooral uit de behoefte om respectievelijk risico’s uit te sluiten en maatschappelijke interventies te realiseren. Natuurlijk zijn bepaalde regels nodig om clubs veilig en goed georganiseerd te houden. De vraag die inmiddels wel gesteld mag worden is: 'zijn al deze regels allemaal wel nodig?'

XL7OpenPodium-JW-2Een eenvoudig voorbeeld: probeer bijvoorbeeld als vereniging of stichting maar eens een bankrekening te openen. Door de doorgeslagen regelgeving is dat een hels karwei voor de penningmeester of wordt de sportvereniging eenvoudigweg als klant geweigerd. Als de regeldruk te groot wordt, dreigen we vrijwilligers te verliezen en komt de continuïteit van sportverenigingen in gevaar. Het CDA gaf recent aan bij nieuwe wet- en regelgeving expliciet de regeldrukeffecten voor vrijwilligersorganisaties te willen toetsen. Het is fijn dat 'Den Haag' ziet dat het al te gortig geworden is. Tegelijkertijd pleit ik ervoor om even een blik over de schouders te werpen en te kijken welke regels die er de afgelopen jaren zijn opgetuigd, er voor de sport allemaal absoluut noodzakelijk zijn.

Uit de publieke sector kennen we de kreten: 'Meer handen aan het bed', 'Meer blauw op straat', 'Meer tijd voor onderwijs'. Allemaal ontstaan als gevolg van de toenemende regeldruk. Er zijn in deze sectoren onorthodoxe maatregelen nodig om te voorkomen dat ze imploderen.

Tijd om te lobbyen
De sport kan 'Meer kader langs de lijn' nu nog voor zijn. Want met het ravijnjaar in zicht, komen ook de gemeentelijke verkiezingen in zicht. Die verkiezingen vinden namelijk ook in 2026 plaats. In maart om specifiek te zijn. Ondanks dat sportbestuurders toch al veel op hun bordje hebben liggen, is 2025 hét moment om nog één keer een extra inspanning te gaan leveren. Nu is het tijd om te lobbyen op lokaal niveau met lokale bestuurders en lokale partijen en hen het belang van sport uit te leggen. Want dat kunnen we op deze plek met de naam Sport Knowhow XL als digitale parochie wel voor onszelf preken, maar het zal u verrassen hoe weinig lokale politici weten over de lokale sport. Stel hen gewoon eens de vraag hoeveel sportverenigingen er binnen hun stadsgrenzen zijn en hoeveel inwoners gebruik maken van de gemeentelijke sportcomplexen. De antwoorden zullen verrassen.

"Dan blijkt het ravijnjaar voor de sport misschien een keerpunt in plaats van een afgrond"

Als we als georganiseerde sport in staat zijn het belang en de toegevoegde waarde van sport nog een keer uit te leggen en voor het voetlicht te brengen, dan wordt 2026 voor de sport misschien wel een jaar van pieken in plaats van dalen. Als het belang van sport wordt onderstreept en daarbij kan worden uitgelegd dat diezelfde sector zelfs een hulpmiddel is om een aantal maatschappelijke problemen in de gemeente te tackelen, dan zal met een beetje geluk de nieuwe wethouder van financiën de kaasschaaf voor de sport dit keer in de gemeentelijke la laten liggen. Dan blijkt het ravijnjaar voor de sport misschien een keerpunt in plaats van een afgrond.

Jeroen Weijermars is als docent verbonden aan de opleiding Sportkunde van de Haagse Hogeschool en geeft les op het gebied van sportmanagement, -marketing en -beleid. In zijn vrije tijd vervult hij al ruim 35 jaar verschillende bestuursfuncties, met name binnen de sport. Als Chef de mission van de Stichting Sport in Beeld organiseert hij breedtesportevenementen in de regio Leiden waarmee per jaar meer dan 30.000 mensen in beweging worden gezet. Voor meer informatie: jeroen@StichtingSportInBeeld.nl of www.StichtingSportInBeeld.nl.

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.