Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Opinie
Economische effecten van sportevenementen feit of mythe

Economische effecten van sportevenementen: feit of mythe?

27 november 2007

Opinie

door: Egbert Oldenboom

In de Volkskrant van 31 oktober stond een opvallend artikel over grote sportevenementen door John Volkers met als kop: de fictie van de economische effecten. Volgens dit artikel worden de economische effecten van sportevenementen als het WK voetbal ‘opgeblazen’ door consultants die dansen naar de pijpen van hun opdrachtgevers. Serieuze economen daarentegen zijn het over één ding eens: grote sportevenementen geven vrijwel geen economische impact.
Het artikel citeert de Duitse onderzoeker Markus Kurscheidt, die berekende dat het WK voetbal in 2006 Duitsland 1,47 tot 3 miljard zou hebben opgeleverd. ‘Dat is met recht peanuts. Dan spreek ik mijn Antwerpse collega Stephan Kesenne graag na. Die zei na Euro 2000 in België en Nederland: vergeet de economische effecten. Het is niet waar.’ aldus Markus Kurscheidt (volgens John Volkers).

Een prikkelende stelling want de KNVB onderzoekt de kandidatuur voor het WK Voetbal in 2018 en het NOC*NSF de Olympische Spelen in 2028. Als er geen positieve (economische) effecten te verwachten zijn, doet dat de kansen zeker niet stijgen.
In 2000 was ik een van de onderzoekers die de economische impact van Euro 2000 voor Nederland in kaart bracht. We kwamen tot een bedrag van 145 miljoen Euro aan extra bestedingen voor Nederland.
Zelfs als je alleen maar kijkt naar de financiële effecten voor de Rijksoverheid sprong Euro 2000 er positief uit: er zijn meer extra belastingen ontvangen dan uitgaven gedaan. Tijdens Euro 2000 hebben we niet alleen naar de baten voor de horeca gekeken, maar ook naar de promotie voor de speelsteden in het buitenland. De positieve effecten voor de bekendheid waren bescheiden maar aantoonbaar. Deze effecten, en 145 miljoen Euro vind ik geen peanuts en drie miljard Euro al helemaal niet.

Vergeet trouwens maar het hele artikel van John Volkers, het is niet waar. Markus Kurscheidt heeft nooit bedoeld te zeggen dat er geen economische effecten zijn van sportevenementen. In een email bevestigt hij:  ‘My key point was that there ARE economic benefits provided that the planning and implementation of staging the event is efficient.’
Dat laatste is wel een belangrijke toevoeging: als er geen controle op de uitgaven aan nieuwe sportaccommodaties is, dan kan de balans wel eens uiteindelijk negatief zijn. Voor Nederland hoeven we daar volgens mij niet zulke zorgen over te maken: de maatschappelijke controle op overheidsuitgaven die de sport betreffen is behoorlijk groot.

Er zijn trouwens wel degelijk sceptische sporteconomen die beweren dat sportevenementen economisch niets opleveren. Meestal baseren zij zich op (Amerikaans) onderzoek over professionele teams en sportstadions. Professionele clubs in de VS riepen nog al eens dat teams en sportstadions een enorme economische spin off hebben. Dit om een stadsbestuur over te halen tot het subsidiëren van een nieuwe ‘super dome’. Tegen dit ongebreidelde misbruik van economische argumenten zijn Amerikaanse onderzoekers terecht in opstand gekomen (zie bijv. Zimbalist en Noll: Sports, Jobs & Taxes).
Blijkbaar aangenaam verrast door de aandacht in de media, hebben sommigen zoals Robert Baade en Victor Matheson hun jachtterrein verlegd van sportstadions naar sportevenementen. Vooral de tekortkomingen van economische impactstudies worden breed uitgemeten en de ‘vermaledijde consultants’ worden met onwetenschappelijk fanatisme aan de schandpaal genageld. Die tekortkomingen waren er ongetwijfeld en dan vooral in de jaren tachtig, toen de effecten van sportevenementen voor het eerst op de agenda stonden. Bijvoorbeeld: een te brede definitie van wat echte baten zijn of het gebruik van grote multipliers.

Inmiddels zijn we weer zo’n twintig jaar verder en bestaat er globale consensus over de ‘do’s en don’ts’ van economische impact studies. Er is een internationale groep economisch onderzoekers, waaronder bijvoorbeeld Markus Kurscheidt, die op ‘praktisch integere’ wijze probeert de economische kosten en baten van evenementen in kaart te brengen. Dat de baten wegvallen tegen het Bruto Nationaal Product, dat doet geen stoelen omvallen. Maar dat sportevenementen vaak positieve economische effecten voor een stad hebben, staat onder deze groep evenmin ter discussie. De discussie richt zich veelal op het zichtbaar maken van de niet-financiële effecten, zoals imago en ‘sociale trots’. Er is nog een hoop te winnen op het gebied van standaardisatie van methoden en technieken, op de uitwisseling van  best practises en data.
Toegegeven, deze discussies vallen buiten het gezichtsveld van de academisch georiënteerde sporteconomen, die vooral oog hebben voor zeer abstract theoretische beschouwingen in hun journals. En buiten het zicht van de meeste journalisten.

Egbert Oldenboom is directeur van MeerWaarde Sport en Economie (www.meerwaarde.com). Hij is in 2006 gepromoveerd op het proefschrift ‘Costs and Benefits of Major Sports Events’, ISBN 978-90-76664-02-6.

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.