10 juni 2025
Opinie
Begin mei ging ik met vijf collega’s en 115 eerstejaarsstudenten International Sport Management van de Haagse Hogeschool voor een studiereis naar Parijs. De Franse Lichtstad was voor het derde jaar de bestemming van de zogenaamde fieldtrip. Bezoeken aan sportorganisaties en sportaccommodaties moesten de studenten een beeld geven hoe het er in de wereld van de (top)sport aan toe gaat. De groep studenten telde meer dan twintig nationaliteiten en voor velen van hen was het de eerste keer in Parijs.
Vorig jaar waren overal tekenen te zien van de naderende Olympische Spelen. Nu waren nog her en der de sporen van de Spelen zichtbaar, maar maakte de stad zich vooral op voor het Grand Slam-toernooi op Roland Garros en de finale van de Champions League, met daarin Paris Saint Germain. De finale vond weliswaar plaats in München, maar was in Parijs het gesprek van de dag.
Collega’s hadden vooraf van alles geprobeerd om toegang te krijgen tot de kwalificatieweek van Roland Garros, maar geen enkel argument vond gehoor bij de organisatie. Te veel, te druk, geen tijd. Kansloos. Rondleidingen waren al helemaal niet aan de orde in het tennisbolwerk. Hoe anders was het in het Parc de Princes, waar de rondleiding vorig jaar een tikkeltje tegenviel, maar waar nu trotse, jonge gidsen een groep meenamen tot in het heiligste der heiligen, de kleedkamer van PSG. Studenten waren diep onder de indruk. ‘Ik kan niet geloven dat Mbappé hier ook heeft rondgelopen', verzuchtte een Duitse studente vol verwondering, terwijl ze met haar telefoon de onmetelijke doucheruimte filmde. De gidsen namen de tijd en de beveiliger die met de groep meeliep, keek glimlachend toe.
In de perszaal vertelde ik aan twee groepen studenten hoe oud het stadion al was toen ik er in 1997 met het Nederlands elftal was voor een oefenwedstrijd tegen de Fransen. In 1998 verloren ‘wij’ er de wedstrijd om de derde plaats van het WK tegen Kroatië en ik herinnerde me de afmars na de nederlaag door de treurige parkeergarage. Het oliegeld uit Qatar heeft sinds 2011 een frisse wind laten waaien door de club en het stadion. Hospitalityruimtes, prijzenkasten, mediaruimtes, kleedkamers en spelerstunnel zagen eruit om door een ringetje te halen. ‘Achteruit, achteruit,’ gebaarde de terreinknecht toen we op het veld stonden. Maaien en sproeien gingen gewoon door.
In München speelde PSG een week na ons bezoek de ploeg van Internazionale horendol. Nog nooit was het verschil in doelpunten zo groot in de finale van het kampioenenbal. Dat de Parijzenaars feest zouden vieren na het winnen van de Champions League was voorspelbaar, maar dat het zo uit de hand zou lopen, was niet te voorzien. Twee doden, tweehonderd gewonden en zeshonderd arrestaties tijdens een vrolijk voetbalfeest.
Twee weken tennis leverden een week later finales op tussen nummer één en twee van de wereld bij zowel de vrouwen als de mannen. Underdog Coco Gauff versloeg de foeterende Arya Sabalenka in een adembenemend duel. De verliezer had het daarna alleen over haar eigen teleurstellende spel en vergat de winnares te prijzen. Dat werd haar niet in dank afgenomen.
De mannenfinale gaf een dag later een ander beeld. Na bijna vier uur tennis hielp Jannik Sinner de umpire door aan te geven dat een bal van Alcaraz ‘in’ was. De wedstrijd kantelde op dat moment al in het voordeel van de Spanjaard, maar voor Sinner woog de sportiviteit zwaarder. Na bijna vijfeneenhalf uur zenuwslopend tennis moest Sinner het afleggen tegen de titelverdediger. Terwijl we thuis uitgeteld op de bank zaten, kon de rossige Italiaan het nog opbrengen om Alcaraz met een omarming en een knipoog te feliciteren. Sportiviteit in het kwadraat.
Zo leverden een paar dagen in Parijs, en de nasleep daarvan, levenslessen op voor de sportmanagers van de toekomst. Wat kan bemoeienis van buitenlandse investeerders opleveren? Hoe ver zet je de deur open voor geïnteresseerde bezoekers? Hoe gedraag je je als verliezer? Wat kun je als club doen aan het gedrag van zogenaamde fans die na een overwinning een stad aftuigen? Het zijn vragen waarmee studenten van dichtbij te maken kregen en waarin ze de komende jaren hun tanden kunnen zetten. Op onze Sportcampus Zuiderpark zag ik al studenten rondlopen in een shirt van PSG, maar ik hoop binnenkort nog iemand in een groen Sinner-shirt tegen te komen. Al is het er maar één.
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.