8 april 2025
Opinie
door: Sjors van Leeuwen
Volgens sportbestuurders is (meer) inzet van betaalde krachten nodig voor behoud van de Nederlandse sportcultuur. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. Hoe ga je om als amateursportvereniging met die roep om meer betaalde krachten? Welke oplossingen zijn er en wat zijn de voor- en nadelen?
NOC*NSF concludeerde eerder al dat een grote sportvereniging (meer dan duizend leden) een bedrijfsmatige aanpak vraagt, onder meer door de inzet van professionals. Het verenigingswerk is vaak te veel, te complex en te arbeidsintensief voor alleen vrijwilligers. Dat zien we terug in de praktijk. Zo heeft driekwart van de zeer grote hockeyclubs één of meer betaalde krachten in dienst. Van verenigingsmanager en technisch manager tot administratief medewerkers. In voetballand is het niet anders, zo leert een rondgang op internet langs grote voetbalclubs.
VDZ gaat mee
We zien deze ontwikkeling ook terug bij voetbalvereniging VDZ in Arnhem waar in 2007 (700 leden) de eerste ‘professionaliseringsstappen’ zijn gezet. Tegenwoordig beschikt VDZ naast leden, trainers/leiders en vrijwilligers over een betaalde verenigingsmanager, hoofd jeugdvoetbal, hoofd jeugdopleiding en een verenigingsbureau met administratieve krachten. Onmisbaar voor een club dat elf maanden in het jaar zeven dagen per week ‘open’ is, met meer dan 1.600 leden, 900 jeugdleden, 300 kaderleden, 650 horecavrijwilligers, 14 commissies en 93 voetbalteams.
Door de inzet van betaalde krachten stijgen de verenigingskosten. Volgens NOC*NSF worden deze extra kosten bij de meeste grote clubs gedekt door contributieverhoging en soms door schaalvergroting en cofinanciering. Leden moeten die contributieverhoging willen én kunnen betalen. Andere inkomstenbronnen zoals kantine en sponsoring bieden vaak onvoldoende ruimte om deze extra kosten te kunnen financieren.
Andere oplossingen
Kleine en middelgrote sportverenigingen willen ook meer professionele ondersteuning, vaak om verbinding te leggen met andere sportverenigingen, buurt, zorg en onderwijs. Deze minder grote clubs kunnen de extra personeelskosten zelf niet dragen. Dus wordt er met wisselend succes gezocht naar andere oplossingen zoals een door de gemeente betaalde sportparkmanager, clubkadercoach of buurtsportcoach.
Voor sportverenigingen - en de sportsector in zijn geheel - zijn volgens onderzoek van Mulier Instituut drie dingen van belang als ze hun maatschappelijke rol verder willen versterken:
Maar wat wordt bedoeld met de termen ‘professionalisering’ en 'professionals'? Zijn dat alleen betaalde krachten of geldt dat ook voor vrijwilligers die hun kennis en kunde op professionele wijze inzetten?
Liefhebberij of beroep
Volgens de Dikke van Dale is een professional 'iemand die een tak van sport als beroep beoefent' en is de betekenis van professioneel drieledig: 'van beroep, aan het beroep eigen; professionele hulp, (als) van een vakman; een professionele aanpak.' Een 'amateur' daarentegen is volgens van Dale 'iemand die iets uit liefhebberij beoefent: amateursport, amateurtoneel' en/of (negatief) 'prutser, knoeier.'
Lucas Meijs en Joost van Alkemade schrijven in een artikel op de website van NOV dat een' professional iemand is die - vrijwillig of betaald - voldoet aan de bij de taak gestelde eisen voor kennis, kunde en bekwaamheid.' Het verschil zit in de beloning. Bij de betaalde professional is dat zijn salaris. Bij de vrijwillige professional is dat de waardering, betrokkenheid, samen iets bereiken en zich breder kunnen ontwikkelen. Essentieel is dat de kennis, kunde en bekwaamheid goed past bij de taak en de context, zo schrijven Meijs en van Alkemade, want dan is de kwaliteit echt van professioneel niveau.
Kennis, kunde en kwaliteit
Zelf koppel ik de begrippen professional en professioneel vooral aan de kennis, kunde en geleverde kwaliteit van iemand of iets op een bepaald gebied. Werkt iemand professioneel, als een vakman? Niet zozeer aan het feit of iemand wel of niet betaald wordt.
Een niet betaalde vrijwilliger en een betaalde kracht kunnen allebei 'professional' zijn die op professionele wijze - als een vakman - verenigingswerk doen. Als een financieel expert als vrijwilliger-penningmeester aan de slag gaat bij een sportvereniging, dan hoop ik maar dat hij of zij de professionele standaards van zijn vak volgt.
Beschikbaarheid en continuïteit
Door betaling van een 'professional' (vakman), al dan niet via een vergoeding of dienstverband, kun je meer zekerheid 'kopen' over de benodigde beschikbaarheid van die persoon en zijn of haar vakmanschap. Denk aan een minimaal aantal uren per dag of week. Je koopt daarmee ook continuïteit, zekerheid en stabiliteit. Die gewenste continuïteit is zeker bij grote amateursportverenigingen, met alleen onbetaalde vrijwilligers, vaak onvoldoende te realiseren.
De kunst is om als amateursportvereniging pas betaalde professionals in te zetten, als je al het verenigingswerk niet meer gedaan krijgt met vrijwilligers en vrijwillige professionals. Als het verenigingswerk veel te veel en/of veel te moeilijk wordt. De eerste uitdaging is dan: hoe krijgen we voldoende vrijwillige professionals met de juiste kennis, kunde en bekwaamheid op de juiste plek, passend bij de taak en context? En als dat niet lukt, hoe trekken we de juiste betaalde professionals aan en zorgen we voor een goede taakverdeling en samenwerking met de rest van de vereniging?
Iedereen is welkom
Dat passend werven en inzetten van vrijwilligers en betaalde krachten staat nog in de kinderschoenen. Er is in de regel een groot tekort aan vrijwilligers, dus verenigingen zijn al snel blij als iemand wil helpen en er weer een vacature is gevuld. Iedereen die zich aandient wordt omarmd en kan aan de slag; van bestuurslid tot terreinknecht. Sommige clubs gaan al wel een stapje verder en pakken het werven en behouden van vrijwilligers structureel aan. De KNVB heeft daarvoor een Stappenplan Kaderbeleid gemaakt.
Wat vaak ontbreekt is een kritische blik op de geschiktheid en het functioneren van vrijwilligers en betaalde krachten, laat staan het gestructureerd begeleiden, beoordelen en bespreken van verbeterpunten. Met als gevolg dat veel sportverenigingen, net als veel bedrijven, te maken hebben met slecht functionerende personen waar weinig aan wordt gedaan. Het moddert wat aan, veel pappen en nathouden, vaak tot grote frustratie van anderen. Dus stoppen regelmatig goed functionerende vrijwilligers als bestuurslid, commissielid of trainer/coach vanwege slecht functionerende collega-vrijwilligers.
Dat betekent ook, om in voetbaltermen te blijven, dat je proactief moet durven 'doorselecteren'. Dus het vervangen van mensen die, vrijwillig of betaald, niet goed functioneren of simpelweg onvoldoende motivatie, kennis, kunde en/of bekwaamheid bezitten voor een bepaalde functie of taak.
Professionalisering HR-functie
In verenigingsland wordt vaak gesproken over de noodzaak van een meer bedrijfsmatige aanpak en verdere professionalisering van verenigingen. Onder andere door de inzet van betaalde krachten en professionals. Dat vraagt ook om professionalisering van het vrijwilligers- en personeelsbeleid. Met een of meer HR-professionals. Liefst vrijwillig, maar als het niet anders kan betaald. Vooral ook om het grote potentieel aan vrijwilligers waarover iedere vereniging beschikt maximaal aan te boren. En om vrijwilligers en betaalde krachten gericht te ‘scouten’ en ‘door te selecteren’, zoals gebruikelijk in de (top)sport. Zodat je in veranderende omstandigheden steeds opnieuw de juiste persoon op de juiste plek krijgt en houdt. Hoe belangrijk ook, bij veel sportverenigingen staat dit onderwerp nauwelijks op de bestuursagenda.
De inzet van betaalde krachten is de afgelopen jaren binnen VDZ breed omarmd. Het heeft nauwelijks tot discussie of gefronste wenkbrauwen geleid. Vrijwel iedereen begrijpt dat de inzet van betaalde krachten nodig is gezien de omvang van de club. Leden zien daar ook de meerwaarde van in en vragen er soms expliciet om. Een belangrijke reden voor VDZ om de (vooralsnog onbetaalde) functie van ‘Vrijwilligerscoördinator’ in het Speerpuntenplan VDZ op weg naar 2026 op te nemen.
Dit roept wel een andere uitdaging op, namelijk hoe zorg je ervoor dat er leden niet te snel vragen om betaalde krachten of een vergoeding voor het verenigingswerk. Je wilt het verenigingswerk bij voorkeur door zoveel mogelijk onbetaalde vrijwilligers (leden) laten uitvoeren. Ook om verdere stijging van de personeelskosten in de hand te houden. Dat vraagt om een duidelijk salaris- en vergoedingenbeleid waarin je als vereniging afspreekt wie (functie), waarvoor (taken), wat (geld) betaald krijgt. Die duidelijkheid en transparantie ontbreken vaak.
Cultuuromslag
Het resultaat is steeds vaker een ‘hybride sportvereniging’ waarin leden, veel vrijwilligers en enkele betaalde krachten samen optrekken. Het is balanceren om iedereen enthousiast en betrokken te houden, ook als er betaalde krachten worden ingezet. Amateurclubs worden ook werkgevers met personeel en arbeidscontracten.
Dat vergt in meer of mindere mate een cultuuromslag met een serieuze HR-aanpak. Zo blijkt uit eerder onderzoek van NOC*NSF bijvoorbeeld dat verenigingsmanagers veelal op eigen initiatief opereren en weinig vanuit een bestuur worden aangestuurd. Of zoals ik jaren geleden een sportbestuurder hoorde zuchten: ‘moet ik dan ook nog functioneringsgesprekken gaan houden?’ Goede vraag, wat vind jij?
Sjors van Leeuwen is zelfstandig managementadviseur. Hij adviseert bedrijven en instellingen op het gebied van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Hij is daarnaast als betrokken lid al vele jaren bestuurlijk en uitvoerend actief voor voetbalvereniging VDZ in Arnhem.
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.