6 november 2025
Nieuws
door: Emilie Maclaine Pont | 6 november 2025
In wijken met veel armoede of andere sociaaleconomische problemen bewegen bewoners structureel minder. Dat is geen nieuws, maar de oorzaken ervan blijken complexer dan vaak wordt gedacht. Wij(k) in Beweging (WiB), onderzoekt in drie Nederlandse wijken welke barrières bewoners ervaren om te gaan sporten en bewegen en hoe die kunnen worden weggenomen.
“Iedereen weet dat geld een rol speelt”, zegt projectleider Kirsten Verkooijen, onderzoeker aan Wageningen University & Research. “Maar de vraag is: is dat de enige of zelfs de belangrijkste barrière? We willen begrijpen wat er écht achter zit, zodat we oplossingen kunnen vinden die aansluiten bij de leefwereld van mensen zelf.”
Het project ging officieel van start op 15 november 2024 en loopt in drie uiteenlopende wijken: Slotermeer in Amsterdam, de Pierik in Zwolle en Didam in de gemeente Montferland. Drie plekken die verschillen in grootte, stedelijkheid en samenstelling, maar één gemeenschappelijk kenmerk hebben: relatief veel inwoners met een lage sociaaleconomische positie (SEP).
Drempels
De onderzoekers brengen in kaart wat bewoners tegenhoudt om te bewegen. “Dat doen we niet alleen via literatuur en beleidsstukken, maar vooral door gesprekken te voeren met bewoners en lokale betrokkenen met wie we onder meer via de voedselbank en bewoners-appgroepen in contact komen. In Slotermeer is bijvoorbeeld inmiddels met bijna veertig bewoners gesproken. We waren een beetje bang dat het moeilijk was om de doelgroep te bereiken, maar dat valt in de praktijk reuze mee. Als je het gesprek op een laagdrempelige manier voert, willen ze graag vertellen wat hen bezighoudt.”
De financiële drempel komt in al die gesprekken naar voren, maar blijkt zelden op zichzelf te staan. Verkooijen: “Soms is geld het probleem, maar net zo vaak speelt er iets anders: gebrek aan tijd of prioriteit, schaamte, onzekerheid over eigen kunnen of simpelweg het gevoel niet in een groep te passen. Zulke sociale en psychologische barrières zijn minstens zo belangrijk als de financiële. Bovendien valt de groep in de leeftijd van 18 tot 55 jaar vaak buiten de boot als het om gratis sportaanbod gaat.”
Daarnaast spelen ook culturele factoren mee, zoals een taalbarrière of het ontbreken van een sportcultuur in de directe omgeving. En een groep bewoners ervaart fysieke of mentale drempels, bijvoorbeeld door overgewicht of gezondheidsproblemen. “Als je snel buiten adem bent of bang bent dat je niet mee kunt komen, dan is de stap naar een sportclub groot. Die spanning moeten we beter begrijpen om te kunnen verlagen.”
Participatieve aanpak
De kracht van WiB zit in de participatieve aanpak. Het onderzoek wordt samen met bewoners, professionals en organisaties in de wijk uitgevoerd. Verkooijen noemt het wijkgericht actieonderzoek: een vorm waarbij niet alleen kennis wordt verzameld, maar ook direct actie wordt ondernomen. ”We willen niet observeren op afstand, maar samen met de mensen in de wijk kijken waar beweging mogelijk is. Uiteindelijk moeten zij het zelf kunnen voortzetten als wij over twee jaar weg zijn.”
Die samenwerking is breed: van gemeenten en buurthuizen tot sportverenigingen, welzijnsorganisaties en bibliotheken. Ook partijen buiten de sport worden nadrukkelijk betrokken. “Het doel is om een netwerk te bouwen dat sport en bewegen als vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven van iedereen ziet”, zegt Verkooijen.
Het project sluit aan bij de drie overkoepelende thema’s van MOOI in Beweging: integraal samenwerken, data benutten en een veilig sportklimaat creëren. Zo werkt WiB samen met Sport Data Valley en het Mulier Instituut aan een zogenoemd wijkpaspoort: een datatool die inzicht geeft in wat er goed gaat in een wijk en waar de kansen liggen. “Zo’n instrument gaat ons hopelijk helpen bij het beter begrijpen van de context en om lokale initiatieven te verbinden aan bestaande kennis”, legt Verkooijen uit.
Stappenplan
De komende periode verschuift de focus van inzicht naar actie. Nu de barrières steeds scherper in beeld komen, zoekt het team naar werkbare oplossingen. Een deel daarvan zal waarschijnlijk bestaan uit het verbeteren van bestaande regelingen, zoals gemeentelijke meedoeregelingen voor sportdeelname. “Het systeem is vaak complex”, ziet Verkooijen. “We onderzoeken of het eenvoudiger kan, bijvoorbeeld door meer op basis van vertrouwen te werken. Dat iemand mag meedoen zonder eerst stapels formulieren in te vullen.”
In sommige wijken wordt al geëxperimenteerd met concepten als bewegen op donatiebasis of flexibele contributiemodellen, waarbij deelnemers zelf bepalen wat ze kunnen missen. Tegelijk benadrukt Verkooijen dat volledig gratis sportaanbod niet per se de oplossing is. “Je wilt drempels verlagen, maar er moet ook betrokkenheid zijn. Een klein beetje commitment kan voor meer motivatie zorgen.”
Uiteindelijk moet WiB leiden tot een stappenplan dat ook in andere wijken toepasbaar is. Niet als kant-en-klaar recept, maar als procesbeschrijving van wat werkt en wat niet. “We hopen inzicht te bieden in hoe je op wijkniveau echt verschil kunt maken, zodat ook mensen met minder middelen de kans krijgen om de positieve effecten van sport en bewegen te ervaren.”
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.