9 oktober 2007
Nieuws
“De kracht van
de sport is de kracht van de WMO: activiteiten organiseren voor groepen die
moeilijk bereikbaar zijn”, zegt Bora Avrić, senior adviseur bij Movisie, in het
blad Zorg + Welzijn Magazine van 2 oktober 2007. “Sport wordt in veel
gemeentelijke Wmo-beleidsplannen nog ernstig onderbelicht.” Tijdens de
Landelijke Ontmoetingsdag Sport en Bewegen op 16 oktober a.s. zullen Movisie en
NISB dan ook extra aandacht besteden aan sport als optie om WMO-prestatievelden
gestalte te geven.
Voor het eind van dit jaar moeten alle Nederlandse gemeenten hun
WMO-beleidsplannen gereed hebben. Dit is een uitvloeisel van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die begin dit jaar van kracht is geworden.
Movisie is een kenniscentrum op het gebied van maatschappelijke inzet,
waarin onder meer CIVIQ en onderdelen van NIZW zijn ondergebracht. De
organisatie werkt voor en met overheden, burgerinitiatieven, vrijwilligers- en
professionele organisaties met als doel de participatie en de zelfredzaamheid
van burgers te bevorderen.
Bora Avrić, senior adviseur bij Movisie,
signaleert deze maand in het vakblad Zorg + Welzijn Magazine dat slechts weinig
gemeenten sport gebruiken als middel om de negen prestatievelden van de WMO
gestalte te geven. Hij wijt dat vooral aan de verkokering bij
gemeenteambtenaren, die nog te weinig over de grenzen van hun eigen
beleidsterrein kijken. Dat is opmerkelijk omdat het ministerie van VWS al medio
2005 in een WMO-nieuwsbrief gemeenten wees op de mogelijkheid om de BOS-impuls
als ‘warmloopoefening’ voor de WMO te gebruiken. Vorig jaar merkte projectleider
BOS-impuls Danny van Dijk van NISB al op dat de BOS-impuls weliswaar bedoeld was
om tot integrale samenwerking tussen de gemeentelijke beleidsterreinen Welzijn,
Onderwijs en Sport te komen, maar dat vrijwel alle BOS-projecten door de sport
getrokken worden.
Zijn collega Robby Aldenkamp, WMO-expert bij NISB,
bevestigt dat, maar kijkt iets milder tegen de materie aan. “De WMO is voor
gemeenten een zoektocht”, stelt hij. “Zij zoeken naar mogelijkheden om bestaande
structuren in te zetten voor de WMO-doelstellingen. Daarbij zien zij soms
mogelijkheden over het hoofd.” Een voorbeeld daarvan is het project Meedoen
Allochtone Jongeren door Sport dat in elf gemeenten loopt. “ De doelstelling
daarvan loopt parallel met een aantal WMO-prestatievelden, zoals het stimuleren
van maatschappelijke participatie en bevorderen van de sociale samenhang. “Als
die doelen al via andere projecten worden bereikt, is daarvoor dus minder
ondersteuning nodig vanuit de WMO”, aldus Aldenkamp. Blijkbaar wreekt zich ook
hierbij het gebrek aan samenwerking op gemeentelijk niveau tussen beleidsmakers
van de verschillende beleidsterreinen.
In 2006 publiceerde NISB de
brochure ‘Kansen voor sport en bewegen in de WMO’. Daarmee wilde de organisatie
ambtenaren Sport en Welzijn wijzen op de mogelijkheden om sport in te zetten op
WMO-prestatievelden. Ook tijdens de Landelijke Ontmoetingsdag Sport en Bewegen -
op 16 oktober a.s. - zal het onderwerp aandacht krijgen. Bovendien krijgen de
deelnemers aan dat congres een zogenaamde WMO-sporttas met onder meer goede
voorbeelden van de inzet van sport op WMO-prestatievelden. Op 16 oktober wordt
bovendien een website gelanceerd met die goede voorbeelden: www.wmo-sporttas.nl
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.