25 september 2025
Nieuws
door: Emilie Maclaine Pont | 25 september 2025
De maatschappelijke waardering voor topsport in Nederland is licht gestegen. Ook beoordelen topsporters en coaches het topsportklimaat positiever dan enkele jaren geleden. Tegelijkertijd blijft ongewenst gedrag een punt van zorg. Dat blijkt uit de nieuwste editie van de Monitor Topsport in Nederland (TiN), uitgevoerd door het Mulier Instituut met financiering van het ministerie van VWS. Onderzoeker Lisanne Balk geeft uitleg.
“Met deze monitor brengen we de belangrijkste ontwikkelingen in de Nederlandse topsport in kaart”, vertelt Balk, senior onderzoeker bij het Mulier Instituut en projectcoördinator van TiN. “Voorheen was het onderzoek versnipperd: verschillende partijen deden losse metingen, vaak met verschillende definities en tijdspaden. Met de TiN-monitor is er nu één jaarlijkse rapportage, waarin we verschillende thema’s behandelen. Dat gaat van topsportprestaties tot sociale veiligheid. Daarin brengen we steeds een andere verdieping aan.”
Maatschappelijke waardering van topsport
Het ministerie van VWS heeft de ambitie om de maatschappelijke waardering van topsport te vergroten, maar wat is dat eigenlijk, ‘maatschappelijke waardering’? Balk: “Wij meten dat door Nederlanders te vragen wat zij vinden dat topsport bijdraagt aan de samenleving, zowel positief als negatief. Positieve aspecten zijn bijvoorbeeld saamhorigheid, trots en oranjegevoel. Negatieve effecten kunnen gaan over agressie, supportersgeweld, milieuschade of een onrealistisch lichaamsbeeld. Zo ontstaat een breed beeld van wat topsport voor de maatschappij betekent. Het is iets anders dan maatschappelijke waarde: iets dat objectief meetbaar is en volgens onze eerdere definiëring uit verschillende waarden bestaat.”
De nieuwe meting laat een lichte stijging zien van de maatschappelijke waardering: iets meer dan de helft van de Nederlanders vindt dat topsport vooral positief bijdraagt. Voor slechts acht procent overheersen de negatieve waarden. “Die stijging heeft mogelijk te maken met mooie prestaties en de verhalen daaromheen van Nederlandse sporters in de afgelopen periode”, aldus Balk. “Bijzondere en zichtbare prestaties zorgen voor een oranjegevoel en een positieve blik op topsport.”
Dat de maatschappelijke waardering licht stijgt, betekent overigens niet dat topsport ook leidt tot meer sportparticipatie. Het zogeheten trickle-down effect blijkt minimaal. “Mensen vinden het leuk om naar topsport te kijken, maar gaan er meestal niet zelf meer door sporten. Alleen bij relatief onbekende sporten kan er een kortstondige piek in aanmeldingen ontstaan, bijvoorbeeld na de Olympische Spelen. Maar dat effect blijkt vaak tijdelijk.”
Topsportklimaat positiever beoordeeld
Een belangrijke bevinding is dat sporters en coaches hun topsportomgeving duidelijk positiever beoordelen dan in 2019, de laatste keer dat het Mulier Instituut dit samen met de Universiteit Utrecht mat. Tussen de 80 en 90 procent van de talentvolle sporters, topsporters, coaches en technisch directeuren geeft het sportklimaat een zeven of hoger.
Volgens Balk is dit een robuust signaal dat er de afgelopen jaren goede stappen zijn gezet. “We zien meer aandacht voor welzijn en mentale gezondheid en waarschijnlijk draagt ook het gesprek over sociale veiligheid bij aan een veiliger klimaat. Dat sporters en coaches dit zelf zo ervaren, is een positief teken.”
Ongewenst gedrag blijft
Toch is er nog werk te doen. Zo heeft 38 procent van de topsporters in het afgelopen jaar te maken gehad met ongewenst gedrag, variërend van schelden en pesten tot intimidatie en machtsmisbruik. “Het overgrote deel van de sporters voelt zich veilig”, nuanceert Balk. “Negen op de tien geven aan zich veilig te voelen in hun topsportomgeving, maar er blijft een groep die regelmatig ongewenst gedrag ervaart, vaak van teamgenoten. Die ervaringen hebben impact, dus dat blijft een belangrijk aandachtspunt.”
De cijfers van het Mulier Instituut liggen iets hoger dan die uit het recente grootschalige Verinorm-onderzoek naar de topsportcultuur. Dat verschil is volgens Balk te verklaren door de gehanteerde definities: “Bij die 38 procent tellen wij ook relatief lichte vormen van ongewenst gedrag mee, zoals schelden of pesten. Verinorm laat zien dat ongeveer 25 procent ervaring heeft met verschillende vormen van verbaal en fysiek geweld. Het verschil in definities maakt een vergelijking ingewikkeld.”
Ongeveer een derde van de coaches geeft aan zich beperkt te voelen in hun werk door de grote aandacht voor sociale veiligheid. Balk: “Dat vraagt om een goed gesprek. We willen een veilige sportomgeving, maar we moeten ook oog houden voor de praktijk van de coach. Hoe zorgen we dat zij hun werk goed kunnen doen, zonder het gevoel te hebben dat ze voortdurend op eieren lopen?”
Van meten naar verbeteren
Het Mulier Instituut ziet voor de vervolgstappen een rol weggelegd voor NOC*NSF, VWS en de sportbonden. Balk. “De monitor laat zien dat we de goede kant op gaan, maar ook dat er aandachtspunten zijn. Het bespreekbaar maken en terugdringen van ongewenst gedrag en supportersgeweld kan helpen om de maatschappelijke waardering van topsport verder te vergroten.”
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.