4 december 2025
Nieuws
door: Emilie Maclaine Pont | 4 december 2025
Wat is ervoor nodig om in Nederland ieder kind de kans te geven om te sporten en, waar gewenst, te excelleren? De Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) werkt al ruim vijftien jaar aan talentontwikkeling. Sebastiaan Platvoet: “Op papier vinden we in Nederland dat ieder kind de mogelijkheid moet krijgen om zijn talenten te ontwikkelen of het zelfs tot topsporter te schoppen, maar in de praktijk sluiten we veel kinderen nog steeds te vroeg uit. Dat heeft enorme gevolgen voor hun ontwikkeling én voor de sport.”
Het begint volgens Platvoet bij het wijdverbreide misverstand dat talent op jonge leeftijd al zichtbaar zou zijn: “We hebben een systeem waarin al vroeg proberen de kinderen te vinden die ‘het meeste potentie’ hebben. Daardoor leggen we alle kinderen langs dezelfde meetlat, terwijl we weten dat de ontwikkeling niet lineair verloopt.”
Het gevolg is minder trainingen voor de lagere teams, weinig didactische kennis bij hun begeleiders en daarmee ongelijke kansen en kinderen die afhaken. “Wij zijn ervan overtuigd dat het beter is om op gelijke wijze te investeren in alle kinderen, niet omdat iedereen topsporter moet worden, maar omdat iedereen recht heeft op goed onderwijs, goede begeleiding en ruimte om te groeien.”
Volgens Platvoet speelt het bewegingsonderwijs daarin een sleutelrol. “De gymzaal is de plek waar je alle kinderen bereikt, waar ze allerlei vaardigheden leren die ze later meenemen naar een sportclub. Het is ook de plek waar ze ontdekken wat ze leuk vinden. Ze leren hun eigen beweegidentiteit kennen. Het liefst trekken onderwijs, verenigingen en buurtsportcoaches daarin samen op.”
Buiten de boot
De ongelijkheid in kansen is zichtbaar in meerdere groepen. Het bekendst is het geboortemaandeffect. Platvoet. “Kinderen die later in het jaar zijn geboren, worden structureel minder vaak geselecteerd. Ze zijn soms minder ver in hun ontwikkeling, maar niet minder talentvol. Ook is het ene kind vroeger rijp dan het andere, wat eveneens van invloed is.”
Ook meisjes zijn lange tijd over het hoofd gezien. “Er is jarenlang nauwelijks talentonderzoek gedaan onder meiden. Tien procent, maximaal. Dat zie je terug in hoe we teams samenstellen, hoe we trainen en hoeveel vrouwelijke coaches er zijn. Ik gaf laatst een opleiding bij de KNHB waarin vijftien van de zestien deelnemers, potentiële coaches, mannen waren. Dat heeft impact: meiden geven bijvoorbeeld minder snel aan dat ze menstrueren, terwijl dat wel relevant is voor training en blessurepreventie.”
Lopend onderzoek
Hoewel de officiële start op 22 januari 2026 is, ligt er al een stevig pakket onderzoeken. Een van de al lopende projecten is Beweegwijsheid, onder leiding van het Mulier Instituut. Platvoet: “Daar onderzoeken we wat kinderen nodig hebben om een passende sportkeuze te maken. Welke sport past bij mij? Hoe wil ik bewegen? Beweegwijsheid betekent ook een kind laten ontdekken wat echt bij hem of haar aansluit.”
Daarnaast is er aandacht voor de basis: motorische vaardigheden, motivatie en zelfvertrouwen. “Als kinderen zich vaardig voelen, durven ze te experimenteren, fouten te maken, plezier te hebben. Dat is van groot belang voor ontwikkeling, ook voor de kinderen die uiteindelijk willen excelleren.”
Een bekend project binnen de lijn is Talentherkenning in Sport, waarin de HAN samenwerkt met onder meer de jeugdopleidingen van NEC, PSV, FC Twente/Heracles, Ajax en de KNLTB. “We helpen academies om hun beoordelingssystemen beter in te richten”, legt Platvoet uit. “Samen met een promovendus van de Rijksuniversiteit Groningen onderzoeken we bijvoorbeeld hoe scouts spelers beoordelen. Zijn hun oordelen consistent? Maakt het uit wie er langs de lijn staat? Die kennis helpt clubs om eerlijkere beslissingen te nemen.”
Diezelfde aanpak wordt toegepast in het bewegingsonderwijs. “Scholen registreren steeds meer data, maar weten vaak niet hoe ze die moeten gebruiken. Wij ondersteunen leerkrachten en opleidingen bij het interpreteren en toepassen van die informatie.”
Internationaal werken de HAN-onderzoekers mee aan het project Empowerment of Female Sport Coaches samen met partners uit Polen, Tsjechië, Duitsland, België en Luxemburg. “Het project staat nog in de kinderschoenen, maar overal speelt hetzelfde probleem: het tekort aan vrouwelijke coaches, zeker op hogere niveaus. We onderzoeken wat vrouwen tegenhoudt, waar de kansen liggen en hoe je een omgeving creëert waarin zij kunnen doorgroeien.”
Het bredere plaatje
Het grotere doel is een sportcultuur waarin kinderen plezier houden en talent de ruimte krijgt om te groeien. “De afgelopen jaren zijn er veel excessen naar buiten gekomen”, zegt Platvoet. “Kinderen die op jonge leeftijd het label ‘talent’ kregen en daarna onder enorme druk kwamen te staan. Daardoor haakten ze af of raakten ze geblesseerd en ze stonden daardoor stil in hun ontwikkeling. Dat willen we voorkomen, om kinderen voor de sport te behouden, en natuurlijk om hun mentale welzijn te borgen.”
De eerste resultaten van de onderzoekslijn zijn er al. Platvoet: “Maar in 2026 worden we zichtbaarder, omdat meerdere projecten tegelijk naar buiten komen. Voor ons is impact pas echt wanneer er iets verandert in een gymzaal, op het sportveld of op een club, niet wanneer er alleen een publicatie ligt. Als kinderen er beter van worden, zijn we geslaagd.”
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.