18 december 2025
Nieuws
door: Emilie Maclaine Pont | 18 december 2025
Je hoeft maar een glimp van een rugbywedstrijd op te vangen om te weten dat het een fysieke sport is. Duwen, trekken en impact horen er simpelweg bij. Logisch dat soms het hoofd van een speler wordt geraakt. Een hersenschudding ligt dan al snel op de loer. Reden genoeg om daar meer onderzoek naar te doen, vond AmsterdamUMC. Daarom buigt promovendus Bas Besselink zich, in samenwerking met de University of Pretoria over de vragen wat de frequentie, intensiteit en kenmerken van impact op het hoofd zijn tijdens rugby.
“World Rugby, de internationale sportfederatie van rugby, heeft dit onderzoek al langere tijd op haar wensenlijstje staan”, vertelt Besselink. “Orthopedisch chirurg en voormalig rugbyer Liam Paget en ik hebben beiden een persoonlijke interesse in dit onderwerp. Zelf ben ik sinds 2008 als fysiotherapeut betrokken bij Rugby Nederland. Ik heb daar het nodige blessureleed voorbij zien komen. Hersenschuddingen zijn daar zeker onderdeel van. Per 1.000 uur sport zijn er 4 tot 12 hersenschuddingen. Dat betekent ongeveer één hersenschudding bij elke twee tot vijf wedstrijden.”
World Rugby wil niets liever dan een veilig imago van de sport hooghouden. Het deed eerder al onderzoek naar hoofdblessures op eliteniveau, maar slechts minimaal bij amateurs of semi-elite. Ook vrouwen zijn hierbij onderbelicht gebleven. Besselink brengt hier, na een succesvolle onderzoeks-pitch bij de wereldrugbybond vanuit het AmsterdamUMC verandering in. Sportinnovator en Prevent Biometrics zijn eveneens als partners aangesloten.
“De gevolgen van een hersenschudding kunnen ingrijpender zijn dan vroeger gedacht. Zo is er een verband tussen het oplopen van een hersenschudding en het op jonge leeftijd dementeren of Parkinson krijgen, maar het ontstaan van een hersenschudding is vaak moeilijk te herkennen. Dat heeft te maken met impact, maar risicofactoren zijn nog minder inzichtelijk. Denk aan leeftijd, geslacht, lengte, gewicht, de kracht van de nekspieren en hoe de sporter zich mentaal voelt. Ook kan het uitmaken waar de rugbyer een klap of een cumulatieve reeks van kleinere klappen krijgt, het achterhoofd, een wang of het voorhoofd, in een scrum of al rennende, met of zonder bal.”
Bitjes als belangrijkste meetinstrument
Door metingen te verrichten onder bijna 200 amateurrugbyers – 118 mannen en 81 vrouwen – proberen de onderzoekers dat inzicht wel te verwerven. Dat gaat gepaard met een inventieve meetmethode. “We zetten zogenaamde instrumented mouth guards in. Dat zijn speciale bitjes met sensoren die registreren wanneer het hoofd een klap krijgt, maar ook waar en of het hoofd op dat moment draaide bijvoorbeeld. Tien clubs uit de Ereklasse, het hoogste competitieniveau in Nederland, doen mee. Zij spelen natuurlijk prestatief, maar behoren niet tot de wereldtop en hebben naast rugby een baan. Daardoor merken we hen wel als amateurs, of semi-elite, aan.”
Na het verzamelen van de data gaat Besselink over tot de analyse. Hij haalt hierbij uiteraard informatie uit de bitjes, gecombineerd met videobeelden van de betreffende wedstrijden. “We gaan ervan uit dat we vanaf eind 2026 de eerste resultaten publiceren. Ik verwacht dat we vooral inzichten kunnen geven in risicowaarden en risicozones. Kortom: welke krachten, met welke karakteristieken en welke factoren verhogen het risico op een hersenschudding? We laten het veldonderzoek wellicht ook komend seizoen nog doorlopen. Wat de precieze einddatum van het onderzoek is, weten we mede daarom nog niet.”
Objectieve bevindingen
Rugby Nederland ondersteunt het onderzoek, maar is verder niet direct betrokken. De onderzoekers zijn dus volledig onafhankelijk om bevindingen te publiceren. “Met deze objectieve resultaten kunnen wij adviseren over preventieve maatregelen of is het aan de (internationale en nationale) rugbybond om eventuele maatregelen te nemen, bijvoorbeeld door bepaalde spelregels te veranderen. Wij hopen vooral meer bewustwording te creëren en duidelijkheid te realiseren voor de sporters en de medische ondersteuning van de sporters. Het gaat om de juiste prioriteit, een adequate wijze van herkennen en effectief handelen bij hersenschuddingen om de sport nog veiliger te maken.”
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.