Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Nieuws
Aandacht voor inclusief sporten onder druk

Aandacht voor inclusief sporten onder druk

23 oktober 2025

Nieuws

door: Emilie Maclaine Pont | 23 oktober 2025

De aandacht voor inclusief sporten en bewegen heeft dankzij het Nationaal Sportakkoord lokaal een nieuwe impuls gekregen, maar de voortgang is kwetsbaar. Dat blijkt uit meerjarig onderzoek van het Mulier Instituut in zes gemeenten. De uitvoering blijkt sterk afhankelijk van bevlogen individuen en de maatschappelijke weerstand tegen het thema groeit. “Inclusie vraagt specifieke kennis”, zegt senior-onderzoeker Mirjam Stuij. “Zonder structurele borging verdwijnt die expertise weer.”

XL36 - 1. (1) Tekst Mirjam-3291_WEBSITE_BEWERKTDe aanleiding voor het onderzoek lag in de komst van het Nationaal Sportakkoord in 2018. Inclusief sporten en bewegen was een van de pijlers. Het Mulier Instituut wilde weten wat dat lokaal opleverde, daarom voerde het van 2021 tot begin 2025 onderzoek uit door te spreken met lokale betrokkenen in zes uiteenlopende (anonieme) gemeenten, variërend in grootte en verspreid over het land. Daarnaast analyseerden de onderzoekers beleids- en strategiedocumenten uit de afgelopen tien jaar. Stuij: “Door die combinatie konden we niet alleen zien wat er de laatste jaren gebeurde, maar ook hoe het lokale beleid zich door de tijd heen heeft ontwikkeld. Dat leverde een rijk beeld op van de dynamiek achter inclusie.”

Niet nieuw, wel verschillende benaderingen
In geen van de zes gemeenten bleek inclusie een nieuw thema. “Maar het sportakkoord gaf het wel nieuwe energie. Inclusie werd een nieuwe noemer waaronder allerlei bestaande ambities vielen, met als globaal ideaal: iedereen moet ergens in de gemeente kunnen sporten of bewegen. Gemeenten die een lokaal sportakkoord schreven, konden uitvoeringsbudget aanvragen naar rato van het aantal inwoners. Alle zes gemeenten namen inclusie als thema op in hun sportakkoord, in twee gemeenten was het zelfs het belangrijkste onderwerp.”

“Beleidsmatig bleef het ideaal bovendien vaak breed en abstract”

Gemeenten gaven op verschillende manieren invulling aan het realiseren van meer inclusie op sportgebied. Stuij: “De een benadrukte dat iedereen welkom moet zijn, de ander richtte zich op het sporten met gelijkgestemden. Dat leidde soms tot uiteenlopende accenten en doelen. Beleidsmatig bleef het ideaal bovendien vaak breed en abstract.”

De financiële middelen uit het sportakkoord zijn vooral ingezet voor concrete projecten, denk aan sportaanbod voor mensen met een beperking of ouderen, of sportinitiatieven voor mensen met een verslaving of een specifieke chronische aandoening. “In de praktijk werd het dus juist wel heel tastbaar in aandacht voor specifieke vormen van diversiteit”, aldus Stuij.

Afhankelijk van bevlogen individuen
XL36 - 1. rolstoel shutterstock_2470161743Een van de scherpste conclusies van het onderzoek is dat lokale inclusie-inspanningen sterk afhankelijk zijn van individuele betrokkenen. Dat geldt zowel binnen gemeenten als bij sportbedrijven of verenigingen.

“Vaak zijn het mensen die zich vanuit persoonlijke affiniteit of specifieke expertise inzetten. Zij beschikken over specifieke kennis van inclusie, weten hoe ze bepaalde doelgroepen kunnen bereiken of wat zij fysiek gezien aankunnen, en willen zich daarvoor inzetten. Maar zodra zo iemand vertrekt of de aanstelling wordt verkleind, verdwijnt die expertise ook weer. In meerdere gemeenten zagen we dat dit de voortgang belemmerde”

“De toon in het politieke debat werkt door op lokaal niveau”

De afhankelijkheid van individuen maakt de voortgang kwetsbaar. Zo is inclusie in twee gemeenten inmiddels samengevoegd met thema’s als ‘gezond en actief leven’ of ‘veilig sportklimaat’, mede door het vertrek aan mensen met expertise. Dat klinkt efficiënt, maar het risico is dat de specifieke kennis over inclusie verdwijnt. “Er zit overlap tussen die thema’s, dus het is een logische ontwikkeling”, erkent Stuij: “Maar het risico is wel dat de expertise op inclusie verwaterd. Dan is het moeilijk om echt recht te doen aan de verschillen tussen groepen.”

Weerstand in de samenleving
Een tweede reden dat inclusie lokaal onder druk staat, ligt buiten de sport zelf. De maatschappelijke en politieke weerstand tegen het thema groeit. “Zo vertelde een betrokkene dat het vijf jaar geleden vanzelfsprekender was om de regenboogvlag te hijsen of een activiteit te organiseren voor de LHBTIQ+-gemeenschap. Dat ligt nu gevoeliger. De toon in het politieke debat werkt door op lokaal niveau, bijvoorbeeld in welke groepen meer of minder aandacht ‘mogen’ krijgen. Dat zien we ook in andere studies.”

“Als je echt inclusief wilt zijn, moet je ook kijken naar wie de beslissingen neemt”

Uit het onderzoek blijkt bovendien dat bij inclusie in de sport vooral wordt ingezet op deelname: het kunnen meedoen aan sport en bewegen. “In beleidsstukken en gesprekken ging het bijna nooit over diversiteit in beleid zelf. Wie zit er aan tafel als sportbeleid wordt gemaakt? Wie beslist? Dat aspect van inclusie – zeggenschap en vertegenwoordiging – kwam nauwelijks aan bod.” Dat is volgens Stuij een gemiste kans. “Als je echt inclusief wilt zijn, moet je ook kijken naar wie de beslissingen neemt. Alleen dan kun je duurzaam veranderen. In vier van de zes gemeenten zagen we bovendien dat de uitvoering vooral bij sportaanbieders en uitvoerende partijen terechtkwam. Gemeenten trokken zich meer terug in een regierol. Dat kan goed werken, zolang de samenwerking met het veld sterk genoeg is.”

shutterstock_2308801759

Beleidsadvies: erken inclusie als expertise
Wat moet er nu gebeuren om te voorkomen dat inclusie in sport weer naar de achtergrond verdwijnt? Stuij is helder: “Erken en herken inclusie als een expertise. Het vraagt om specifieke kennis over wat verschillende groepen nodig hebben en over mechanismen van in- en uitsluiting, dus ook over sociale ongelijkheden in sport en de samenleving. We hebben de afgelopen jaren gezien dat gemeenten met lokale betrokkenen dankzij de financiële middelen uit het sportakkoord met inclusie aan de slag gingen, maar de tijdelijke financiering maakt de borging van de projecten en expertise kwetsbaar. Dat wil je eigenlijk anders inrichten.” Daarnaast pleit Stuij voor een bredere blik op wat inclusie vraagt. “Het is verleidelijk om te zeggen: iedereen moet kunnen sporten en bewegen. Maar inclusie zou ook meer moeten gaan over diversiteit in beleids- en uitvoeringsfuncties. Dus over medezeggenschap.”

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.