Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Grote twijfels over ambities toekomstig sportbeleid 11 april 2023

Sportverenigingen lopen niet warm voor lokale sportakkoorden

door: Jan Raateland

Op 1 april jl. is Sportakkoord II van start gegaan. Of de ambities in dat akkoord echt zullen gaan leiden tot de zo noodzakelijke versterking van de sport in Nederland, is zeer twijfelachtig. De minister van Sport wil dat in haar Brief aan de voorzitter Tweede Kamer van 14 december 2022 over het toekomstig sportbeleid, wel doen laten geloven. Haar optimisme is gebaseerd op, zoals zij omschrijft : ‘de succesvol gestarte samenwerking met de belangrijkste partners in de sector, in het Sportakkoord I'.

In bijna alle 342 gemeenten in Nederland is in de afgelopen jaren een lokaal sportakkoord gesloten. Met deze sportakkoorden streeft de overheid samen met de partners de volgende ambities na:
- het verstevigen van het fundament van de sport;
- het vergroten van het bereik van de sport;
- meer betekenis geven aan sport: de waarde van sport voor de maatschappij.

Tijdens het sportdebat van 5 april jl. in de Tweede Kamer, benadrukte minister Conny Helder dat er goede kaders gesteld zijn. ‘Met de werkagenda Sportakkoord II zal er beter ingespeeld kunnen worden op het versterken van sportverenigingen’.

“Liefst 70% (!) van de sportverenigingen in Nederland niet bekend is met of betrokken is bij de lokale sportakkoorden”

Knelpunt
Zelf twijfel ik over de effecten van Sportakkoord II en ik baseer dat op de uitkomsten van de monitoring van het Nationaal Sportakkoord, die door het Mulier instituut in de Voortgangsrapportage Monitor Nationaal Sportakkoord in november 2021 is gepresenteerd. Hieruit blijkt dat maar liefst 70% (!) van de sportverenigingen in Nederland niet bekend is met of betrokken is bij de lokale sportakkoorden. Dit wordt dit als volgt beschreven: ‘het niet in beweging krijgen van de sportverenigingen bij de lokale sportakkoorden is een knelpunt’. In gemeenten waar sportverenigingen wel zijn aangehaakt betreft dat voornamelijk de grotere en sterkere verenigingen.

XL13OpenPodium-JanRaateland-helpsv1
Met het nauwelijks aansluiting weten te realiseren met de grootste sportaanbieder in iedere gemeente - de sportverenigingen - wordt het bijna onmogelijk de ambities uit het Nationaal Sportakkoord te realiseren. En dan is er ook nog het streven van de politiek van een groei van vier miljoen Nederlanders in vijftien jaar die meer gaan bewegen en/of sporten. Voor een belangrijk deel moet dat bereikt worden door meer samenwerking tussen diverse sectoren. Die samenwerking wordt in het Mulier-onderzoek als een ander belangrijk probleem beschreven; het probleem van het op een lijn laten komen van de deelnemende partijen, die voornamelijk wordt ingegeven door de verschillende belangen. Partijen die bij het sportakkoord zijn betrokken zitten namelijk vanwege andere belangen en perspectieven allemaal ‘anders in de wedstrijd':

  • Onderwijs wil zelf regie houden over plannen en uitvoering op scholen
  • Zorg wil wel investeren maar heeft al zoveel initiatieven die allemaal overlappen.
  • Welzijn ziet alles als een budgetvraagstuk en vertaalt alle inzet in uren die vergoed moeten worden.
  • Commerciële partijen willen uiteindelijk financieel beter worden van plannen.
  • Sportverenigingen hebben vrijwilligers, die doen alles al in eigen tijd.
"Wat valt er te coördineren of te adviseren bij het vóór laten gaan van het eigen belang bij de deelnemende partijen?"

De aanpak van de van de strategische partners van de minister1 kenmerkt zich als bureaucratisch, met ‘acties’ en omschrijvingen als: inspireren, stimuleren en monitoring. De opgaven, kaders en afspraken die door hen zijn beschreven, bieden een weinig hoopvol vooruitzicht. Zo’n 700 nieuwe functies, gelijkelijk verdeeld in een coördinator sport en preventie en een adviseur lokale sport; zij moeten ‘de basis bieden voor een effectievere uitvoering’. Maar wat valt er te coördineren of te adviseren bij het vóór laten gaan van het eigen belang bij de deelnemende partijen en hoe krijg je die duizenden sportverenigingen via coördinatie en/of advies wel betrokken, wel geïnteresseerd?

XL13OpenPodium-JanRaateland-helpsv2

Wat dat laatste betreft heb ik wel een idee: doe eens iets wat je nog nooit hebt gedaan; en doe dat lokaal.

  1. Wanneer je als wethouder sport de ambitie hebt om meer betekenis aan sport te geven, de waarde van sport voor de maatschappij, vraag jezelf dan eens af wat sportverenigingen in jouw gemeente ervan weerhoudt om naar buiten te treden, invulling te geven aan die maatschappelijke functie?
  2. Stel je daarbij ook de vraag, waar zij behoefte aan hebben, wat hun impliciete vraag is?
  3. Benader die opgave niet uitsluitend vanuit de sportsector, maar doe dit juist intersectoraal: wat kan de sport, wat kunnen de sportverenigingen betekenen voor de gezondheid, vitaliteit, kansenongelijkheid, eenzaamheid, zingeving, welzijn etc.?
"Help hun vrijwilligersorganisatie te professionaliseren zodat zij in staat zijn die maatschappelijke rol in te vullen"

Help de verenigingen
Dit zijn de vragen, de opgaven die - lokaal - ertoe kunnen leiden dat er met een andere blik naar ‘de sportvereniging’ wordt gekeken: een vereniging, een vrijwilligersorganisatie, een maatschappelijke organisatie. Mijn oproep aan de wethouders sport luidt dan ook: help die verenigingen door in hen te investeren, hen te faciliteren bij datgene waar zij behoefte aan hebben. Help hun vrijwilligersorganisatie te professionaliseren zodat zij in staat zijn die maatschappelijke rol in te vullen. In iedere gemeente zijn de sportverenigingen nog steeds de belangrijkste en grootste sportaanbieder die de potentie bezit de grootste bijdrage te leveren in het meer gaan bewegen en/of sporten van 4 miljoen Nederlanders in 2040.

Noot:
1. VWS, NOC*NSF, VSG/VNG en POS (Platform Ondernemende Sport)

Jan Raateland zet zich vanaf 2010 op uiteenlopende manieren, bijna fulltime, in voor de toekomstbestendigheid van de sportverenigingen in Nederland. Hij is ervaringsdeskundige op het gebied van de organisatie, het vrijwilligerswerk en het besturen van sportverenigingen. In totaal was hij 30 jaar bestuurder en adviseur bij twee Haagse sportverenigingen: DUNO (voetbal) en Die Haghe (turnen). Ook was hij districtsvoorzitter KNGU Zuid Holland en lid van de Adviesraad voor sport gemeente Den Haag. Raateland is een van de initiatiefnemers van stichting ONS, een stichting die mensen & maatschappelijke organisaties verbindt. Voor meer informatie: www.desportverenigingen.nl.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst