door: Jeroen Weijermars
Wie de Sportagenda 2017+ leest komt de term gezond of gezondheid in ruim vijftig pagina’s ongeveer twintig keer tegen. Er druipt van de bladzijden dat de ambitie van het NOC*NSF, en de aangesloten sportbonden, is om Nederland gezond te houden. Ondanks alle inspanningen hiervoor blijk dit niet makkelijk. Dit komt mede door het aandachtspunt, ik citeer: 'de obesogene omgeving (te veel, calorierijk en ongezond eten en weinig bewegen)'.
Met de Sportagenda 2017+ en het specifieke aandachtspunt gezondheid in gedachten luister ik met gefronste wenkbrauwen naar pleitbezorgers die steeds vaker en nadrukkelijker het spelen van computerspelletjes onder de noemer ‘eSports’ plaatsen. Hoezo eSports? De term ‘sport’ wordt inmiddels te pas en – wat mij betreft te onpas – voor, achter of tussen iets gevoegd. Laat ik maar meteen de knuppel in het hoenderhok gooien: 'eSports is geen sport'.
"Mijn 14-jarige zoon volgt inmiddels meer eSport-competities dan klassieke sportcompetities"
'Ja maar de feiten', klinkt het dan. Die feiten zijn dan dat eSports steeds populairder wordt. Daar valt niets tegen in te brengen. De media springen in op de rijzende ster van eSports. Mijn 14-jarige zoon volgt inmiddels meer eSport-competities dan de klassieke sportcompetities die via de bekende sportkanalen tot ons komen. En hij is daar niet alleen in. De kijkcijfers zijn hoog. Miljoenen mensen schakelen dagelijks en vooral online in om de competities te zien. Internationale gamers verdienen, net als topatleten, tonnen, soms zelfs miljoenen per jaar met gamen.
Dit gamen gebeurt steeds vaker, net als topsportcompetities, in grote venues voor een groot publiek. De evenementenhallen waar toernooien worden gespeeld zijn stijf uitverkocht. Niet alleen in de US maar ook in Europa en Nederland.
Pek en veren
Maar ondanks deze feiten is het daarmee nog geen sport. Toen ik deze stelling enige tijd geleden via Twitter poneerde werd het sentiment op mijn timeline daar niet positiever van… Nu is Twitter is niet het kanaal waar altijd de meest genuanceerde reacties worden geformuleerd bovendien nodigt de beperking van 140 karakters uit tot stellend taalgebruik, maar om het netjes te formuleren: ‘pek en veren’ was mijn deel.
Tussen de minder inhoudelijke reacties werd er gelukkig ook nog inhoud aangevoerd om mijn ongelijk aan te tonen. De meest voorkomende waren deze:
1. Het vergt behendigheid en training maakt je beter;
2. Het vergt conditie;
3. Er komen grote groepen mensen op af;
4. Er zijn competities in;
5. Er zijn topspelers.
"Er is een groep die stelt dat alles wat je als sport ervaart sport is. En er is een groep die op basis van een definitie bepaalt wat wel of niet tot sport behoort"
Maar deze vijf criteria maken ‘iets’ nog geen sport. Er zijn verschillende activiteiten te bedenken die daar geheel of gedeeltelijk aan voldoen en nog geen sport zijn. Zo zijn er ook verschillende sporten die niet aan alle bovenstaande criteria voldoen maar volgens geldende conventies wél sport zijn.
Twee stromingen
Wat is sport dan wel? Daarover zijn inmiddels een oneindig aantal studies gepubliceerd en deze leveren geen eenduidig beeld. Over het algemeen kan er worden gesteld dat er binnen het sportwetenschappelijk onderzoek twee stromingen zijn. Een deel van de sportwetenschappers kiest voor een ordening van de sportwerkelijkheid. Zij brengen structuur aan in datgene wat men om zich heen ziet en kiezen dus niet voor een definitie. Een ander deel kiest wel voor een definitie, maar kiest, veelal bewust, voor een inperkende definitie van het begrip sport.
Om het eenvoudiger te zeggen: er is een groep die stelt dat alles wat je als sport ervaart dan ook sport is. En er is een groep die op basis van een definitie bepaalt wat wel of niet tot sport behoort.
Zelf behoor ik tot de laatste categorie. Maar enige ordening aanbrengen is wel lastig. Dion Sillen verwoordde het in een blog op Sport en Maatschappij wat mij betreft raak: 'Hoe rekbaar is het begrip sport eigenlijk? Twirling (baton), een showsport waarin gewerkt wordt met de baton (stok of stick) tijdens gymnastiek- en dansoefeningen op ritmische muziek, wordt over het algemeen als sport gezien. Maar bij majorette gooien ze ook met batons in de lucht, is dat dan ook een sport? En een jongleur gooit van alles in de lucht, dus is dat sport of toch een uiting van kunst en cultuur? Schaken, dammen en bridge worden geschaard onder de denksporten. Maar als ik in het blad Denksport een Sudoku probeer op te lossen, is dat dan ook sport? Worstelen is zelfs een olympische sport, maar armworstelen wordt dan weer niet als sport erkend, eerder als ludiek tijdverdrijf voor stoere mannen en vrouwen. En golf is geaccepteerd als echte sport, maar footgolf dan, of discgolf?'
"De hengel uitgooien en staren naar een dobber voor olympisch goud? Sportvissen op de Spelen, het zou in de toekomst zomaar kunnen"
Dan is er ook nog scheiding tussen sport en spel. Waar de sjoelbak op oudejaarsavonden nog wel eens ter tafel komt ervaren de meeste mensen dit toch als een spelletje. Toch is de sjoelbond een van de 75 bonden die is aangesloten bij NOC*NSF.
Nog zo eentje. Vissen. Of beter sportvissen. De hengel uitgooien en staren naar een dobber voor olympisch goud? Sportvissen op de Spelen, het zou in de toekomst zomaar kunnen. De internationale sportvisfederatie CIPS gaat een plan indienen bij het Internationaal Olympisch Comité om de sport een olympische status te geven. Bij het NOS-journaal maakte de voorzitter van de CIPS duidelijk dat vissen een goede kans maakt vanwege het 'oude en eerlijke' karakter van de sport. 'Het zou enorm bijdragen aan de olympische gedachte', aldus voorzitter Szalay.
Overigens werd in 1900 werd sportvissen op de Olympische Spelen van 1900 al eens gehouden, maar was toen geen officieel onderdeel. Dan deden de korfballers het in 1928 als demonstratiesport nog beter.
Wereldwijde omzet eSports
Terug naar de term eSport in relatie tot sport. Sportmarketingbureaus omarmen eSports als sport. Vanuit hun perspectief wordt er menigmaal gewezen naar de eerdergenoemde top vijf van - volgens hen valide - argumenten. Maar hebben sportmarketingbureaus wellicht een ander belang? eSports is eenvoudigweg een enorme markt. Volgens marktonderzoek van Newzoo, dat gespecialiseerd is in de game-industrie, groeit het aantal mensen dat eSports bedrijft enorm en het aantal fans exponentieel. eSports is, of wordt in 2017, groter dan de globale belangstelling voor bijvoorbeeld zwemmen, ijshockey of basketbal. De wereldwijde omzetten die bereikt worden zijn inmiddels op alle fronten voorbij de half miljard en afhankelijk van wat je allemaal meerekent meer dan een miljard euro.
"Computergames onder de noemer eSports zijn niet bedoeld, en kunnen niet worden ingezet om mensen te verleiden tot bewegen"
Dat is een aanlokkelijk perspectief voor elke ondernemer. En was marketing als term niet afgeleid van ‘getting the market’? Voor sportmarketingbureaus is het goed om het marktpotentieel te vergoten. En daar valt niets tegen in te brengen. Iedere onderneming is uiteindelijk op zoek naar winst, continuïteit en groei. Als daar een nieuw extreem snel groeiend marktpotentieel bij past dan is lekker meegenomen. Het is niet voor niets dat ook de entertainment- en mediaorganisaties niet alleen maar kijken, maar inmiddels ferme stappen zetten om een plaats te veroveren in de booming eSports-markt. Immers, eSports is entertainment en daar is niets mis mee.
Aan het scherm gekluisterd
eSports is ook een marketing- en marketingcommunicatievehikel om producten en diensten (ook sport) in de etalage te zetten. Opnieuw is daar niets mis mee. Maar computergames onder de noemer eSports zijn niet bedoeld, en kunnen niet worden ingezet om mensen te verleiden tot bewegen. Games zijn ingericht om (vooral jonge) mensen zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd te houden.
Dat staat mijlenver af van de sportambitie om mensen tot bewegen te brengen. Terwijl dat nu juist de basis van sport is. Lees de Sportagenda 2017+ er nog eens op na.
Of bedoelt NOC*NSF bij de doelstelling: 'het verhogen van de sportparticipatie in Nederland' ook een toename van het aantal couch patatoes achter de gameconsole?
Jeroen Weijermars is met Zjerom ondernemer in sportmanagement en sportmarketing. Daarnaast is hij als docent verbonden aan de Johan Cruyff University en geeft hij daar les op het gebied van sportmanagement, -marketing en -media. In zijn vrije tijd is hij lid van het bondsbestuur van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) met als aandachtsgebied marketing en communicatie. In 2014 behaalde hij zijn MBA Sportmanagement bij het Wagner Instituut te Groningen. Voor meer informatie: jeroen.weijermars@zjerom.nl, Twitter, Linkedin of www.zjerom.nl