Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

De gezamenlijke missie van sport en cultuur 17 mei 2016

door: Sanne Scholten

Als je de sport als werkkring verruilt voor die van de cultuur, dan is natuurlijk duidelijk waar je laatste column op deze plek over moet gaan: cultuur en sport. Maar de invalshoeken zijn dan alsnog eindeloos....

Ik zou kunnen schrijven over het verenigingsleven, dat beide sectoren bindt. Het verenigingsleven dat zo'n geweldige kracht van onze samenleving is, maar dat ook zo hoognodig nieuwe vormen van organiseren en binden moet ontwikkelen. En dat heel hard moet werken aan de kwaliteit en diversiteit van de besturen.

Ik zou kunnen schrijven over de veranderende vraag van (potentiële) sporters en amateurkunstenaars en de vergelijkbare uitdagingen die daardoor in de beide sectoren ontstaan: het loslaten van lange lidmaatschappen, het introduceren van verschillende contributievormen, het ontwikkelen van nieuw aanbod.

"Ik wil het hebben over de impact die sport en cultuur hebben op ons leven en op dat van onze kinderen"

Maar ik wil het hebben over iets anders: over de impact die sport en cultuur hebben op ons leven en op dat van onze kinderen. En over hoeveel ons dat waard zou moeten zijn. Ik denk dat sport en cultuur zichzelf steviger en meer gezamenlijk kunnen neerzetten om zo een sterkere positie in te nemen.

Actieve participatie
Heel veel Nederlanders 'doen aan' sport en cultuur. Ik beperk me even tot actieve participatie: 'zelf doen' in plaats van 'kijken naar'. Dan hebben we het over ongeveer 8,5 miljoen wekelijks sportende Nederlanders en over zo’n 6 miljoen kunstbeoefenaars1. Dat zijn gigantische aantallen! Zeker als je bedenkt dat het in basis iets is waar je helemaal vrijwillig voor kiest.

Er zijn wel meer dingen die heel veel Nederlanders doen, maar daar is toch meestal een stok achter de deur. School en werk bijvoorbeeld. Nederlanders willen dus gewoon heel graag aan sport en cultuur doen. En dat is misschien ook wel meteen het probleem. Als het zo leuk is, dan hoeven we er misschien ook niet zo hard voor te werken? Dan komt het vanzelf wel goed met sport en cultuur?

"De believers in de sector vinden: sport en cultuur zijn belangrijk op zich. Wij hoeven ons niet te verantwoorden over ons effect op andere terreinen!"

Er verschijnt regelmatig onderzoek naar het effect van sport en cultuur. Het effect op gezondheid, op leerprestaties, zelfregulatieve vaardigheden en wat al niet meer. Dergelijke onderzoeken worden in de beide sectoren vaak met argusogen bekeken. De believers in de sector vinden immers: sport en cultuur zijn belangrijk op zich. Wij hoeven ons niet te verantwoorden over ons effect op andere terreinen! Hoewel ik dat gevoel snap, denk ik dat we er baat bij hebben om wél te laten zien wat we te bieden hebben. Want het is zo ontzettend veel!

Positieve effecten
Muziekeducatie bijvoorbeeld levert niet alleen een effect op allerlei muzikale vaardigheden, maar ook op ruimtelijk inzicht en op luistervaardigheden2. Dramales heeft een positief effect op taalontwikkeling3. Lichaamsbeweging heeft een effect op gezondheid en het voorkomen van een aantal chronische ziekten, maar er lijken ook positieve effecten te zijn op bijvoorbeeld veerkracht, samenwerking en communicatievaardigheden4. En nu noem ik er maar een paar. Check vooral de url's van het Kenniscentrum Sport en het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) om nog meer te lezen over de positieve effecten.

Een aandachtspunt in het behalen van dergelijke effecten is wel de manier waarop sport en cultuur worden beoefend. De kwaliteit van de docent/trainer/begeleider is bijvoorbeeld van groot belang, blijkt uit veel onderzoeken. In de sport zijn dat heel vaak vrijwilligers. Zij moeten weten hoe ze met kinderen in de verschillende leeftijdscategorieën omgaan, hoe je een sfeer realiseert waarin kinderen kunnen leren, hoe je stuurt op positief gedrag, et cetera.

"Trainers en coaches kunnen de sportbeleving maken of breken. Ze mogen dus wel eens wat meer aandacht krijgen"

Jarno Hilhorst c.s. hebben alweer enige tijd geleden een geweldig onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de interactie tussen trainers en kinderen5. Dat onderzoek biedt prachtige concrete aanknopingspunten voor trainers over hoe met kinderen om te gaan. En dan heb ik het niet over uitleg over de vlinderslag, een pass of een armklem. Het gaat over pedagogische vaardigheden die voor elke sport, voor elk kind, voor elke trainer gelden. Trainers en coaches kunnen de sportbeleving maken of breken. Ze mogen dus wel eens wat meer aandacht krijgen. Niet alleen de trainer van het eerste, maar juist die van de kangoeroes, de kabouters, de welpjes of de F10. Ik hoop dat de sport de aandacht die er de laatste jaren is gekomen voor dit onderwerp blijft vasthouden en echt investeert in meer kwaliteit.

Professionals
In de cultuursector wordt meer met professionals gewerkt, maar ook dan blijft dit onderwerp natuurlijk relevant. Zo lang is het nog niet geleden dat veel muziekschooldocenten zich vooral richtten op het opleiden van toekomstige conservatoriumstudenten, terwijl slechts een fractie van hun leerlingenpopulatie dat wilde of kon.

Als we weten dat sport en cultuur allerlei positieve effecten hebben op mensen, zou je willen dat zoveel mogelijk mensen in Nederland deelnemen aan sport en cultuur. Dat is niet het geval. In de sportparticipatiecijfers zien we bijvoorbeeld dat mensen met een lage sociaaleconomische status, mensen met een andere culturele achtergrond en ouderen minder bewegen. In de amateurkunst zien we vergelijkbare cijfers.

"Mijn droom is dat de ambitie om zoveel mogelijk mensen cultureel en sportief actief te krijgen een breed gedragen missie wordt"

Het is logisch en terecht dat we investeren in sport en cultuur voor alle kinderen en jongeren, veelal via het onderwijs. Laten we dat vooral blijven doen. Ik denk dat we daarnaast nog meer mogen investeren in participatie onder ouderen: het is een groeiende groep mensen in Nederland en er valt veel maatschappelijke en persoonlijke winst te behalen als zij actief blijven.

Lapmidddelen
Mijn droom is dat de ambitie om zoveel mogelijk mensen cultureel en sportief actief te krijgen een breed gedragen missie wordt. Niet alleen door de sport- en cultuursector, maar ook door het onderwijs, door de zorg en het welzijnswerk. En vooral ook dat we onze systemen zo aanpassen, dat ze zich daarop richten. Want veel te vaak hebben we alles in verschillende pijlers/kokers georganiseerd en hebben we vervolgens allerlei lapmiddelen nodig om die werelden met elkaar te verbinden. Dus eerst gaan we het onderwijs steeds verder versmallen naar taal en rekenen en vervolgens gaan we stimuleringsmaatregelen nemen om meer sport en cultuur in het onderwijs te realiseren. Of we kleden de zorg uit, maar investeren met buurtsportcoaches in de samenwerking tussen sport en zorg.

In Rotterdam hebben we de afgelopen jaren geprobeerd sport veel meer te integreren in het hele sociale domein. Daarin hebben we al stappen gezet: toeleiding naar regulier sport- en cultuuraanbod is bijvoorbeeld opgenomen in de prestatieafspraken van het welzijnswerk en er wordt op dit moment hard gewerkt om de samenwerking tussen partijen in het jeugdnetwerk en sport(verenigingen) goed te regelen. Maar vergelijkbare opgaven liggen er nog als het gaat om bijvoorbeeld de gezondheidszorg en de ouderenzorg: sport en cultuur kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan doelstellingen binnen deze domeinen en zeker ook aan het voorkomen van problemen.

Regulier onderdeel
Ik hoop dat de sectoren sport en cultuur zich de komende jaren nog veel meer naar buiten gaan richten en aandacht vragen voor de waarde van sport en cultuur en hoe belangrijk het is dat we daar in onze samenleving ruimte voor maken en in investeren. Dat 't geen extraatje zou moeten zijn, maar regulier onderdeel van het onderwijsbeleid en het sociale beleid. Ik denk dat 't kan door nog meer de samenwerking met andere sectoren aan te gaan, door onderzoek te laten doen naar de resultaten en effecten en zo een steeds sterker verhaal te ontwikkelen. En dat verhaal dan vooral vaak en op veel plekken te laten landen.

En bovendien hoop ik dat sport en cultuur zich niet (meer) tegen elkaar laten uitspelen. Dat we samen optrekken in het doen van onderzoek, in het laten zien van de effecten van sport en cultuur op de ontwikkeling van onze kinderen. En dat dat vaak in economisch rendement is uit te drukken, maar lang niet altijd. Ik ga daar vanuit mijn nieuwe rol bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) in elk geval graag mijn steentje aan bijdragen!

Noten:
1.Klik hier
2. klik hier
3. klik hier
4. klik hier
5. klik hier

Sanne Scholten is nu nog adviseur strategie en beleid bij Rotterdam Sportsupport. In juni verruilt zij de sportsector voor de cultuursector: zij start dan bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, waar ze Ocker van Munster opvolgt als directeur. Daarnaast is Sanne gemeenteraadslid in Utrecht, met onder andere de portefeuille sport.

« terug

Reacties: 2

Tibbe Bakker
17-05-2016

Veel succes en plezier met deze stap en de nieuwe uitdaging Sanne!

Jan Raateland
23-05-2016

Beste Sanne,​    bedankt voor je (voorlopig ?) laatste bijdrage aan de sport. 

Net als in jouw voorgaande bijdragen aan het open podium, weet je ook in dit artikel duidelijk te maken welk belang sport heeft op de ontwikkeling van de jongste jeugd. Het LKCA heeft in jou de juiste persoon aangetrokken om dat belang ook in de cultuursector verder uit te bouwen. De door jou bepleitte samenwerking, het samen optrekken, kan voor beide sectoren voordeel opleveren.

Met name in de sportsector, bij de sportverenigingen, zal er ingezet moeten worden op de professionalisering van het technisch kader, kwaliteitsverbetering door gerichte scholing, waarbij ook, zoals jij schrijft, aandacht is voor pedagogische vaardigheden.

Sportverenigingen zullen zich verder moeten gaan ontwikkelen als organisaties die werkgelegenheid bieden aan gediplomeerde sporttrainers die deels overdag in het onderwijs aanvullend sportaanbod kunnen verzorgen en ’s-avonds en/of in het weekend bij de sportvereniging trainingen verzorgt en nieuw technisch kader begeleidt en opleidt.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                     Wanneer Wanneer zij daarin slagen, waarbij samenwerking wordt gevonden met het sport-beroepsonderwijs, dan zal de sportvereniging in haar wijk en buurt een belangrijke partner zijn op het gebied van meer bewegen, van jong tot oud, gezondheidszorg, jeugd- en ouderenzorg, welzijn en leefbaarheid.

Sanne, veel succes in je nieuwe baan!

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst