door: Leo Aquina | 3 februari 2022
Bijna alle beginnende hardlopers maken gebruik van een app, maar wat heb je daaraan? Die vraag leidde bij bewegingswetenschapper Mark Janssen tot een promotieonderzoek. Vorige week verdedigde hij met success het daaruit voortvloeiende proefschrift ‘Understanding recreational runners’ motives and behaviour to support the design of running-related technology’. “Er is een gat tussen wat de huidige technologie biedt en de wensen de behoeften van de hardloper”, legt de jonge doctor uit. Zijn onderzoek leidde tot een tool die hardlopers helpt uit de ontelbare mogelijkheden een app te kiezen die bij hun behoeften aansluit, en tot een een e-coach app die begeleiding biedt op basis van gepersonaliseerde trainingssessies.
“Van huis uit ben ik gymleraar”, verklaart Mark Janssen zijn passie voor sport. “Na mijn opleiding aan de Fontys Sporthogeschool heb ik in Amsterdam een master bewegingswetenschappen gedaan. Daarna ben ik weer terechtgekomen bij Fontys, in eerste instantie als docent en vanaf 2013 als docent onderzoeker binnen het lectoraat Move to Be, dat de brug slaat tussen kennis op het gebied van sport en bewegen, en de praktische toepassing.” Het onderzoek naar hardlopers begon bij de marathon van Eindhoven. Janssen: “Dat was heel breed. Wij hielden enquêtes waarom mensen gingen hardlopen, we wilden weten wat voor kleding en schoeisel ze gebruikten, hoe ze zich voorbereidden op het evenement, en we keken ook naar welke technologische hulpmiddelen ze gebruikten.”
Apps kunnen nog niet wat mogelijk is
Dat onderzoek naar technologische hulpmiddelen triggerde Janssen in het bijzonder: “We zagen dat die apps nog niet zoveel konden en deden als wij dachten dat mogelijk was. De meeste apps konden destijd monitoren en als je een echt goede had, was er een standaard trainingsschema. Dat laatste schuurde met de principes die ik zelf mijn studenten bijbracht als het over trainingsleer gaat. Trainingsschema’s moeten gepersonaliseerd zijn en dat deden die apps niet."
Janssen vroeg een NWO-promotiebeurs aan voor leraren en begon zijn promotieonderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven in samenwerking met de Fontys Sporthogeschool. Met zijn onderzoek wilde hij het gat tussen deze technologie en praktische toepassing op twee manieren dichten. Daarbij richtte hij zich vooral op de beginnende hardloper, mede omdat daar de uitval het grootst is. “Als de apps beter aansluiten op de behoeftes, kunnen apps met name in die groep een bijdrage leveren aan duurzamere en verantwoorde training”, aldus Janssen.
"Je moet bij het ontwerp van hardlooptechnologie rekening houden met verschillende typen recreatieve hardlopers”
In zijn proefschrift staan twee vragen centraal: 1. Wat zijn de motieven en de gedragingen van recreatieve hardlopers in relatie tot het gebruik van hardloopgerelateerde technologie?; 2. Hoe kunnen we hardloopgerelateerde technologie ontwerpen die aansluit bij de motieven en het gedrag van recreatieve hardlopers? Als antwoord op de eerste vraag toonde hij aan dat recreatieve hardlopers een heterogene en diverse groep vormen als het gaat om achtergrond, gedrag en motivatie. Janssen: “Die diversiteit maakt ook verschil in de manier waarop zij met technologie omgaan, hoe ze de door de technologie verkregen gegevens gebruiken, hoe vatbaar ze zijn om met hardlopen te stoppen en hoe ze hun omgeving ervaren. Daarom moet je bij het ontwerp van hardlooptechnologie rekening houden met verschillende typen recreatieve hardlopers.”
Beslistool
Aansluitend op de zoektocht naar een antwoord op de eerste vraag, ontwikkelde Janssen met zijn collega’s van het praktijkgerichte lectoraat Move to Be zijn eerste ontwerp binnen dit proefschrift: een tool voor beginnende lopers. “Als je naar de App-store gaat, zie je duizenden apps voor hardlopers. Hoe weet je dan welke je moet hebben? Uit ons onderzoek bleek dat mensen vaak de hoogstgenoteerde kiezen zonder echt te kijken waar die nou goed in is. Daarom hebben wij een screeningstool gemaakt waarin de verschillende apps worden gescoord op verschillende kwaliteiten. Wat kun je monitoren? Laat de app je doelen stellen? In hoeverre kun je met de app sociaal delen? Dat hebben we verwerkt in een beslistool, zodat een beginnend hardloper met een paar simpele vragen geholpen wordt in dit keuzeproces. Daarmee kunnen beginnende hardlopers veel beter kiezen welke app bij hun specifieke behoefte past.”
“Het zou mooi zijn als iedere beginnende loper een persoonlijke trainer zou hebben, maar dat is een utopie. Daarom hebben wij de Inspirun e-coach ontwikkeld"
Personal trainer
Blessures en motivatieverlies zijn de voornaamste oorzaken van de hoge uitval bij beginnende hardlopers. Precies dat was de reden voor Janssen om zijn tweede ontwerp te maken. Janssen: “Het zou mooi zijn als iedere beginnende loper een persoonlijke trainer zou hebben, maar dat is een utopie. Daarom hebben wij de Inspirun e-coach ontwikkeld. De app personaliseert training op basis van input bestaande uit loopsnelheid, hartslag en het intensiteitsgevoel van de loper. De beginnende lopers geven zelf een intensiteitsscore aan hun training en in combinatie met de andere variabelen maakt de app een volgende persoonlijke training. De eerste trainingen zijn er vooral om te monitoren wat iemands mogelijkheden zijn en de algoritmes zorgen dan voor een steeds betere gepersonaliseerde vervolgtraining.”
"Een grote aanbieder als Runkeeper heeft miljoenen gebruikers, daar kunnen wij niet zomaar even wat tegenover in de markt zetten"
Product voor de markt
Janssen en zijn team ontwikkelden de inspirun e-coach nog niet door tot een consumentenproduct: “Ik werk voor een kennis- en onderwijsinstelling. Om zoiets echt in de markt te zetten, heb je een commerciële partij nodig. Een grote aanbieder als Runkeeper heeft miljoenen gebruikers, daar kunnen wij niet zomaar even wat tegenover in de markt zetten. Wij laten hiermee vooral zien wat de mogelijkheden zijn. Op dit moment zijn grote aanbieders van hardloopapps steeds verder met het personaliseren van trainingschema’s, maar wij denken dat er nog veel meer mogelijk is. De technologie die wij hebben ontwikkeld is vrij beschikbaar, dus daar kunnen ze hun voordeel mee doen.”
Voor meer informatie: download hier het proefschrift van Mark Janssen. Klik hier voor zijn profiel op LinkedIn