door: Frank Molema | 4 maart 2021
Hoe geef je een goede hardlooptraining? Het boekje waarin Maarten Faas deze vraag probeert te beantwoorden gaat niet zozeer over de techniek van de sport. Wel doceert hij over een onderbelicht onderdeel van training geven: de didactiek. “Werk systematisch, voorbereid en planmatig”, adviseert hij.
Schrijver Maarten Faas (63) is al jaren looptrainer en praktijkbegeleider (met licentie van de Atletiekunie) bij Run2gether in het Gelderse Ede. Hij schreef eerder een boek over hardlopen – Heerlijk hardlopen – waarin hij onder meer uitlegde hoe gecontroleerd om te gaan met een hartslagmeter. Ook werkte hij er de basisprincipes in uit van een effectieve duurlooptraining.
Toch ontbrak er iets, constateerde Faas. Online en in boeken vond hij voldoende tips over hoe je beter kunt gaan hardlopen, maar over de didactische kant van training geven zag hij nauwelijks informatie. En juist op dat gebied is nog heel veel winst te boeken. “Veel trainers hebben best verstand van hardlopen. Maar hoe je een instructie geeft, de sporters begeleidt en een programma samenstelt; dat kan wel een enorme boost gebruiken.”
Onderwijs als inspiratiebron
Faas studeerde klinische en orthopedagogiek en werkte in de jeugdzorg en het (speciaal) onderwijs. Aan de hand van de kennis die hij in deze sectoren opdeed, zoekt hij de verbinding met hardlopen. Zo gebruikt hij in zijn onlangs verschenen boek Hoe word ik een goede hardlooptrainer? de didactiek die wordt toegepast in het onderwijs.
In het didactisch model is de beginsituatie van een training erg belangrijk
Meer concreet: Faas werkt in het boek een didactisch model uit. Daarin is de beginsituatie van een training erg belangrijk en de drie domeinen daarbinnen. “Wat voor een groep staat er voor je?”, start Faas zijn uitleg. “Zijn het ervaren lopers, of juist beginners? Een goede analyse van je doelgroep is heel bepalend. Vervolgens moet je de context weten: train je op de weg, de baan of in de bergen? Is het koud, of juist warm? Ten slotte: wie ben jij als trainer? Wat zijn je sterke en zwakke punten?”
Aan de andere kant van het model spreken trainers met de sporters uit wat hun ambitie is (plezier maken of beter presteren?) en daaruit rolt een doelstelling. “Hiermee leg je de basis van je trainingsprogramma”, zegt Faas. “Tijdens de training geef je instructie, feedback. Je legt uit wat je gaat doen. Elke training moet je goed organiseren en begeleiden.”
"Ook als je voor een klas staat moet je vaststellen wat het niveau van de kinderen is en waartoe ze na afloop van het schooljaar in staat moeten zijn"
Evaluatie
Om te weten te komen wat atleten en trainers bij een volgende trainingscyclus eventueel anders kunnen doen, moet er ruimte gemaakt worden voor evaluatie. “Als trainers dit model systematisch volgen, scherp zijn op doelen, organiseren en evalueren, dan breng je een kwaliteitscyclus op gang. Oftewel: werk systematisch, voorbereid en planmatig.”
De auteur valt in zijn trainingen terug op onderwijskunde en pedagogiek. Lesgeven in het onderwijs komt in grote lijnen op hetzelfde neer, zegt hij. Ook als je voor een klas staat moet je vaststellen wat het niveau van de kinderen is en waartoe ze na afloop van het schooljaar in staat moeten zijn. En aan het einde van rit is het tijd voor een evaluatie. Faas noemt dat het ‘klassieke model voor didactiek’.
Positief klimaat
Het geven van een training is in de ogen van Faas complex; er gebeurt van alles. Maar het didactische model helpt om afstand te nemen en te reflecteren. “Je wordt meer bewust van je eigen handelen.” In zijn eigen werkwijze probeert Faas een positief klimaat te creëren. “Het werkt beter om te zeggen wat goed gaat, dat probeer ik uit te dragen.”
Hij schat dat er zo’n 6000 hardlooptrainers in Nederland zijn die baat kunnen hebben bij Hoe word ik een goede hardlooptrainer? Hij hoopt niet alleen dat zijn boek wordt gebruikt bij de opleidingen van de Atletiekunie – daarover is er contact – ook bij informele loopgroepjes, sportscholen en CIOS-opleidingen kan zijn zeventig bladzijden tellende boek van nut zijn. “Ik hoor her en der dat er een belangstelling voor is. Ik hoop dat het boek uiteindelijk een extra stimulans is om de kwaliteit van looptrainers op te krikken.”
Voor meer informatie: Hoe word ik een goede hardlooptrainer?