Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Eerste vrouwelijke voorzitter korfbalverbond, zeker niet de laatste

door: Leo Aquina | 28 januari 2021

Na meer dan honderd jaar heeft het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond voor het eerst een vrouwelijke voorzitter. “I may be the first, but I won’t be the last”, citeert Irene van Rijsewijk de kersverse Amerikaanse vice-president Kamala Harris met een lach. Afgelopen december nam zij het stokje over van Rob Meijer, die sinds 2011 aan het roer stond. Van Rijsewijk heeft uitgebreide bestuurlijke ervaring, zij het niet in de sport. Als politiek adviseur schoof zij in de jaren negentig aan bij overleg van premier Kok in het Catshuis. Als onderwijskundige leidt zij momenteel twee opleidingsorganisaties in Eindhoven. Tijd om nader kennis te maken.

EersteVrouwelijkeVoorzitter-1Waarom wilde je graag voorzitter worden van het KNKV? Irene van Rijsewijk: “Ik had het in eerste instantie niet zelf bedacht. Het kwam op mijn pad omdat ik werd gevraagd door een bestuurslid. Aanvankelijk, nog vóór corona, vond ik mijn leven te vol en paste het niet, maar ik ben er wel over na gaan denken. Bij leiderschapstraining waar een bal rondging met vragen, zat ik op een gegeven moment met een bal in mijn hand en ik kreeg de vraag waar ik gelukkig van word. En dat was het dus precies, een bal in mijn hand. Toen ik in juni nog eens werd gebeld door het bestuur, zijn we gaan praten. Ik heb van mijn tiende tot mijn 36ste intensief en ook op hoog niveau gekorfbald, training gegeven, in commissies gezeten. De afgelopen tien jaar heb ik er - mede door een korfbalknie - minder tijd aan besteed, maar voor mij was korfbal altijd een uitlaatklep. Het voelt als een cadeau om er nu op deze manier mee bezig te mogen zijn.”

Mannen en vrouwen gelijkwaardig
In je speech bij het aanvaarden van het voorzitterschap zei je: ‘De korfbalsport heeft mij persoonlijk veel gebracht.’ Wat precies? Van Rijsewijk: “Een van de olympische waarden is gender equality. Eigenlijk realiseer ik me dat nu pas echt, maar in het korfbal groei je daarmee op. Ik wilde graag met jongens sporten en toen ben ik gaan korfballen. Het feit dat je met mannen en vrouwen samenspeelt, dat je elkaar echt nodig hebt, maakt dat mannen en vrouwen in het korfbal ook echt gelijkwaardig zijn. Zo heb ik dat altijd gevoeld, ook later in mijn werkzame leven.”

"De twee hoofdambities zijn: zoveel mogelijk mensen laten genieten van korfbal en korfbal naar olympisch niveau"

Toch ben je pas de eerste vrouwelijke voorzitter van de bond… Van Rijsewijk: “De eerste, maar zeker niet de laatste. Dit is iets waar we als bond hard aan werken. Zo hebben op dit moment vier vrouwen en drie mannen in het bestuur. Het is een ontwikkeling. Je hebt het in de politiek ook gezien. Twintig jaar geleden was er een quotum om vier vrouwen in het kabinet te krijgen, tegenwoordig is dat helemaal geen onderwerp meer. Zo gaat het nu ook in de sportwereld. Het heeft te maken met de selectie. Als je zes mannen van middelbare leeftijd in de boardroom hebt, is de kans dat ze naar een vrouw gaan zoeken kleiner. Mensen zoeken vaak naar gelijkheid, terwijl het natuurlijk om gelijkwaardigheid gaat.”

EersteVrouwelijkeVoorzitter-1Opmars voortzetten
In zijn afscheidsinterview zegt jouw voorganger Rob Meijer: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we de opmars kunnen voortzetten’. Welke opmars ga je voortzetten? Van Rijsewijk: “Wat hij met die opmars bedoelde, zul je hemzelf moeten vragen, maar ik ben blij verrast hoeveel sneller en professioneler de sport korfbal is geworden. Rob heeft rust gebracht bij de bond en voor professionaliteit gezorgd. Die professionaliteit willen we doortrekken.”

Wat zijn daarbij de concrete ambities? Van Rijsewijk: “De twee hoofdambities zijn: zoveel mogelijk mensen laten genieten van korfbal en korfbal naar olympisch niveau. Daarbij stellen we de vereniging centraal. Dat klinkt natuurlijk mooi op papier, maar concreet gaat het om de vraag hoe je verenigingen echt gaat helpen. Iedereen binnen de organisatie moet ervan doordrongen zijn dat de bond er niet is voor zichzelf, maar voor de verenigingen. Recent hebben we daarom bijvoorbeeld besloten dat een deel van de wedstrijdbijdrage terug moet vloeien naar de verenigingen. Nu de Korfbal League weer gestart is helpen we verenigingen. Maar het testen liep wel in de papieren voor de clubs, dus daar zijn wij als bond in tegemoetgekomen, zodat de clubs die lasten niet meer hebben.”

"Clubs moeten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen"

Nieuwe mensen trekken
Van Rijsewijk verbindt de toekomst van de sport met het verleden: “Als we korfbal een boost willen geven, moeten we goed kijken naar de manier waarop korfbal ooit is ontstaan. Nico Broekhuysen (Amsterdamse onderwijzer 1876-1958, red.) zag opgeschoten jongeren op straat, waardoor het onveilig werd. Hij bedacht de sport om ervoor te zorgen dat die jongeren ’s avonds hun energie kwijt konden. Daar kunnen we tegenwoordig een voorbeeld aan nemen. Je ziet dat meerdere verenigingen zoals PKC daarop inhaakten. Zij organiseren bootcamps, waarmee ze nieuwe mensen naar de club trekken. Clubs moeten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en dat zien we ook gebeuren.”

EersteVrouwelijkeVoorzitter-3Hoe staat het met de internationale en olympische ambities van het KNKV? Van Rijsewijk: “Er wordt nu in 69 landen korfbal gespeeld. Internationaal gaat het hard met de ontwikkeling van de sport. Wat wij kunnen betekenen voor andere landen en in hoeverre we de sport ook daadwerkelijk olympisch willen maken, weet ik nog niet. Dat traject heb ik nog niet verkend. Ik heb ook nog niet kennisgemaakt met NOC*NSF, maar dat staat wel op de rol ” 

"De komende drie jaar krijgt de nieuwe bestuursstructuur zijn beslag en dat zal een nieuwe dynamiek met zich meebrengen"

Netball
In hoeverre zou korfbal als het gaat om olympische ambities kunnen optrekken met netball, een verwante sport die populair is in veel landen van het Britse Gemenebest? Van Rijsewijk: “Dat is een beetje vloeken in de kerk, maar ik ken netball en ik zou in ieder geval eens nader kennis willen maken met de sport. Het is een interessante gedachte, maar op dat gebied is er helemaal niets concreet.”

Tot slot, statutair kun je drie termijnen van drie jaar volmaken als voorzitter. Hoe kijk je naar de toekomst? “De komende drie jaar krijgt de nieuwe bestuursstructuur zijn beslag en dat zal een nieuwe dynamiek met zich meebrengen. Ook in de bondsraad en in de regio’s willen we zoeken naar meer diversiteit en verder willen we vooral doorgaan op de ingeslagen weg, vanuit een professioneel bureau met de beste mensen in hun vak.”

Voor meer informatie: maidenspeech Irene van Rijsewijk

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst