Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Leren Presteren, praktische sportpsychologie voor coaches

door: Leo Aquina | 10 september 2020

“Er zijn al heel veel boeken over sportpsychologie, maar deze zijn zelden geschreven vanuit het perspectief van de trainer/coach,” zegt Afke van de Wouw. “Er wordt in de sport onderscheid gemaakt tussen het fysieke gedeelte op het veld en het mentale gedeelte waarover wordt gepraat in een kamertje, en dan nog vaak alleen als er een probleem is. Maar wat zich in het hoofd van de sporter afspeelt, kun je niet los zien van wat er in de rest van zijn lijf gebeurt. Deze hoofdzaken zijn een integraal onderdeel van de prestatie en dat vraagt iets van de trainers en van de coaches.” Daarom schreef Van de Wouw het boek ‘Leren Presteren’, dat nadrukkelijk is gericht op trainers en coaches, die aan de hand van een volledig seizoen praktische handvatten krijgen om sporters optimaal voor te bereiden. 

Afke van de Wouw is van huis uit fysiotherapeut en bewegingswetenschapper met een doctoraal-aantekening sportpsychologie. Als sportpsycholoog is zij al jaren actief met de begeleiding van topsporters, bijvoorbeeld bij VVV Venlo, het vrouwenteam van FC Twente, FC Utrecht en Vitesse. In de topsport is het trainen van het brein voor haar net zo natuurlijk als het trainen van de spieren: “Je hoeft niet te wachten tot er een probleem is. Competenties als concentratie, communicatie, omgaan met druk en tegenslag moet je als integraal onderdeel van je voorbereiding op een topprestatie zien.” Deze visie is in de wetenschap ruimschoots geaccepteerd, maar de vertaalslag naar de praktijk is nog niet voor iedereen makkelijk te maken. Met haar boek wil Van de Wouw een brug slaan. 

AfkeVanDeWouw-1“De meeste boeken over sportpsychologie nemen de theorie als vertrekpunt. Neem bijvoorbeeld het standaardwerk Sportpsychologie van Frank Bakker en Raôul Oudejans. Dat is zo’n beetje de bijbel van de Nederlandse sportpsychologie. Heel geschikt voor academici en studenten, maar een enorm dikke pil, waarvoor de meest coaches in de praktijk geen tijd zullen hebben.”

Sporttak-overstijgend
Door het seizoen als leidraad van haar boek te nemen, was niet de psychologische theorie, maar sportpraktijk leidend bij het schrijven. Maar niet iedere sport heeft dezelfde seizoenindeling. Is het boek daarmee wel geschikt voor alle sporten? Van de Wouw: “Ik heb geprobeerd het boek sporttak-overstijgend te maken. Natuurlijk start het schaatsseizoen op een ander moment dan het wielerseizoen, dus ik heb geen maanden gebruikt. Het boek kent geen specifiek tijdspad maar in iedere sport kent het seizoen een soortgelijke indeling van voorbereiding tot afsluiting." 

"Er natuurlijk ook verschillen tussen teamsporten en individuele sporten, maar in beide gevallen werk je in een groep en dan zijn veel psychologische processen hetzelfde. In de voorbereiding draait het bijvoorbeeld om dezelfde vragen als: wie ben je? Waar wil je naar toe? Wat zijn je doelen? En hoe wil je deze behalen? Het is dan belangrijk om elkaars persoonlijkheden te leren kennen, of het nu om een zwemmer gaat die een paar tienden van zijn record wil afhalen of om een hockeyer die met zijn team kampioen wil worden. Het is in die fase belangrijk dat iedereen in de groep weet met wie hij of zij de reis aangaat.”

“Onder druk hebben sporters de neiging om meer te gaan nadenken over geautomatiseerde bewegingen"

Verschillende leertheorieën
Hoewel Van de Wouw zich nadrukkelijk richt op de praktijk van het coachen, komt de theorie waar nodig wel degelijk aan bod. “In het eerste hoofdstuk gaat het bijvoorbeeld over trainen en leren. Daar komen verschillende leertheorieën aan bod, zoals bijvoorbeeld impliciet leren. Als een trainer zijn sporters een nieuwe vaardigheid wil aanleren, gebeurt dit vaak volgens de ‘praatje, plaatje, Daadje’ methode: de trainer legt uit hoe de vaardigheid uitgevoerd moet worden, doet de vaardigheid voor en laat daarna zijn sporters het doen. Dit wordt ‘expliciet leren’ genoemd. Het nadeel hiervan is dat de sporter gaat nadenken over de (uitvoering) van acties en/of bewegingen. Hierdoor houdt hij minder ruimte over in zijn hoofd om informatie uit de omgeving te verwerken, beslissingen te nemen en zijn acties te plannen.” 

coverLerenPresteren


Bij presteren onder druk, komt daar een extra nadeel bij. “Onder druk hebben sporters de neiging om meer te gaan nadenken over geautomatiseerde bewegingen. Bijvoorbeeld een volleyballer die tijdens de wedstrijd ineens gaat nadenken over zijn service: hoe hoog hij de bal moet opgooien, hoe hij zijn romp moet draaien, hoe hij de bal moet raken. Hoe meer informatie sporters expliciet van hun trainer gekregen, hoe meer stof tot nadenken ze hebben tijdens de wedstrijd. Daardoor komen ze in fase 3 van het vier-staps leerproces (bewust bekwaam) en dat komt de prestatie meestal niet ten goede. Om die redenen is het goed om ook impliciet te leren. De sporter leert zonder bewuste informatie vooraf, doordat de trainer brengt hem in bepaalde situaties brengt, die de sporter uitlokken om bepaalde bewegingen en/of acties te maken.” 

Podcast
Van de Wouw liet haar boek voor publicatie aan verschillende coaches en sporters uit de topsport lezen en kreeg positieve reacties. “Sommige van hen kende ik goed, andere minder, maar ik wist dat ze allemaal interesse hadden in het sportpsychologie. Ik heb ze een PDF van het boek gestuurd en naar aanleiding daarvan heb ik heel leuke gesprekken en interviews met een aantal coaches gehad, waaruit vervolgens een podcast is voortgevloeid. Shorttrack-coach jeroen Otter is een van de gasten en enthousiast over het boek: “Met Leren presteren ontwikkel je belangrijke skills die je misschien nog niet beheerst en anders worden jouw skills nog eens flink aangescherpt.”

Voor meer informatie: Leren Presteren

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst