Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Bewegingswetenschapper pleit voor zelfreflectie bij coaches

door: Jelle Zondag | 13 augustus 2020

De afgelopen weken werd de turnwereld opgeschrikt door onthullingen van turnsters en coaches over fysieke en mentale mishandeling. Schelden, intimidatie, manipulatie en fysiek geweld blijken tijdens de trainingen van topturnsters in de afgelopen decennia gemeengoed te zijn geweest. Jacques van Rossum was van 1974 tot 2012 verbonden aan de faculteit Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit van Amsterdam en deed onderzoek naar effectief coachen en talentontwikkeling. Hij laat zijn licht schijnen op het recente nieuws.

JacquesVanRossum-1Jacques van Rossum was wel en niet verbaasd toen hij hoorde over het nieuws uit de turnwereld. “Het riep gemengde gevoelens bij mij op”, zegt hij over de onthullingen. “Ik wist wel dat het gebeurde. Ik heb bijeenkomsten geleid in de turnwereld, gepraat met trainers en coaches en vaak in de turnhal rondgelopen. Ook heb ik behoorlijk wat gelezen en gezien over de zaken in de VS. Daardoor weet ik hoe trainers en ouders kunnen worden meegezogen in een klimaat en manier van denken die ze zelf niet voor mogelijk houden. Ik was dus niet geheel verrast. Maar dat het zo structureel was en dat er zo verdomd weinig aan is gedaan, dat verbaasde me toch. Mensen, zeker jonge mensen, zouden dit niet mee mogen maken. Zo simpel is het.”

“We weten eigenlijk ook al heel lang dat dit geen effectieve manier van coachen is”, vertelt hij verder. “Machtsmisbruik werkt nooit op de lange termijn.” Samen met Frank van den Boogaard bracht Van Rossum de Coaches Die Nooit Verliezen-filosofie aan de man, een wetenschappelijk onderbouwde benadering van coachen die uitgaat van compleet tegenovergestelde uitgangspunten. Hij ontwikkelde onder meer een observatielijst voor coachgedrag, waarmee hij jarenlang onderzoek deed. In 2012 schreef Van Rossum voor een jubileumboek ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van NOC*NSF een hoofdstuk waarin hij de resultaten van dit onderzoek opnam.1

Voorbeelden van Coaches Die Nooit Verliezen zijn volgens Van Rossum de Australische hockeycoach Ric Charlesworth, de grondlegger van het Amerikaanse vrouwenvoetbal Anson Dorrance en John Wooden, een Amerikaanse basketbalcoach

5 criteria
Van Rossum: “Coaches Die Nooit Verliezen (CDNV) gaat uit van vijf criteria. De belangrijkste is dat coaches zich niet concentreren op het resultaat, maar op het proces. Winnen moet een bijverschijnsel zijn van inzet, inspanning en plezier. Nu werkt het in de topsport natuurlijk niet helemaal zo, maar het proces moet wel leidend zijn. Andere criteria zijn dat coaches positieve feedback en taakgerichte instructies geven, dat spelers medeverantwoordelijkheid krijgen en dat coaches worden aangemoedigd te reflecteren op hun gedrag. "Deze vijf criteria werden in 2013 geformuleerd in een bijdrage in het ‘Routledge Handbook of Sports Coaching’ over het beeld van de sportcoach in de film." 2, 3

JacquesVanRossum-2Voorbeelden van Coaches Die Nooit Verliezen zijn volgens Van Rossum de Australische hockeycoach Ric Charlesworth, de grondlegger van het Amerikaanse vrouwenvoetbal Anson Dorrance en John Wooden, een Amerikaanse basketbalcoach die in de VS is verkozen tot beste coach van de twintigste eeuw.4 In 2018 schreef hij een boek over de vraag of voetbalcoach Johan Cruijff ook tot dit selecte gezelschap behoorde, waarin hij de benadering van Charlesworth en Wooden uitgebreid beschreef. 5

Basis van succes
De bewegingswetenschapper legt uit dat de basis van het succes bij zulke coaches ligt in de manier waarop ze trainen. “Trainingen zijn bij deze coaches activiteiten waar geleerd wordt. De manier van leidinggeven is daarbij erg belangrijk. Als sporters iets niet kunnen, zijn er twee mogelijkheden: de coach geeft zelf de oplossing aan of laat het spelers zelf uitzoeken. De eerste manier is minder effectief. Spelers moeten zelf in staat worden gesteld om oplossingen voor problemen te vinden – hoe ze een bal voorgeven, hoe ze vrijlopen, etc. Dan kweek je zelfstandige sportbeoefenaars. Sporters kunnen tijdens wedstrijden dan zelf problemen te lijf gaan, waarmee ze tijdens trainingen al vele malen zijn geconfronteerd.”

Volgens Van Rossum kan een dergelijke manier van trainen en leidinggeven nooit gebaseerd zijn op angst en onzekerheid. Hij maakt de vergelijking met een leraar in het basis- of middelbare onderwijs. “Stel je voor dat een leraar zich zou gedragen als de turncoaches uit het nieuws, dat houden ze geen vijf minuten vol. Het is ongelofelijk dat mensen de conclusie hebben getrokken dat zo’n manier van coachen rendement kan opleveren. In een situatie van angst en onzekerheid kan er niet goed geleerd worden.”

“Een Coach Die Nooit Verliest heeft een plan. Een plan voor de wedstrijd en een plan voor de training"

Spontaan gedrag
Een van de interessante bevindingen uit het CDNV-onderzoek is volgens Van Rossum dat coaches veelal spontaan gedrag vertonen en geen ‘reagerend gedrag’ en dat ze over het algemeen nauwelijks weten welk effect hun gedrag heeft op sporters. “Coaches were, for the most part, blissfully unaware of how they behaved”, zo drukt hij het uit. 

De wetenschapper benadrukt verder dat een aardige of positieve manier van coachen niet hetzelfde is als een 'lang leve de lol-benadering'. Van Rossum: “Een Coach Die Nooit Verliest heeft een plan. Een plan voor de wedstrijd en een plan voor de training. Coaches als Charlesworth en Wooden bereidden hun trainingen zeer gedisciplineerd en minutieus voor. Het zijn geen ‘aardige’ of ‘gemakkelijke’ coaches, zij vragen veel discipline en commitment van hun spelers. Charlesworth kon, net als Wooden, keihard zijn. Maar deze coaches maakten spelers nooit kleiner, maar juist groter. Hun trainingen waren altijd gericht op het beter worden. Ze stelden hun spelers in staat om optimaal hun eigen mogelijkheden te gebruiken. Waarbij plezier – ‘enjoyment’ – een centraal element was.”

JacquesVanRossum-3Geen oog voor wetenschappelijke inzichten
De wetenschappelijke inzichten waarop de CNDV-filosofie is gebaseerd, zijn niet nieuw. Hoe het mogelijk is dat er in de turnwereld en bij NOC*NSF zo weinig oog voor deze uitgangspunten is geweest, weet Van Rossum niet goed. Hij signaleert wel dat de sportkoepel een voorbeeld is geworden van een resultaatgerichte organisatie. “Het gaat bij NOC*NSF allereerst om het eindresultaat. Trainingsaccommodaties worden opgesierd met een levensgroot banier: medal factory.” Deze manier van denken, die ook naar voren komt in een boekje over talentontwikkeling dat NOC*NSF/TeamNL recent publiceerde, is volgens Van Rossum wetenschappelijk achterhaald. 6

Van Rossum wijst erop dat het niet makkelijk is om veranderingen door te voeren. “Een manier van denken zoals in de Coaches Die Nooit Verliezen-filosofie kost echt tijd om door te voeren. Dat is niet binnen enkele weken de nieuwe standaard. Zeker de sportwereld is erg moeilijk te veranderen. Een hele organisatie moet zich daarvoor senang voelen bij een nieuwe manier van werken. Trainers, bestuurders en sponsoren moeten allemaal mee, anders komt het niet uit de verf.”

Veranderen is lastig
Van Rossum had goede ingangen bij NOC*NSF en sportbonden, maar is hem uit eigen ervaring gebleken dat het moeilijk is om een ander coach- en prestatieklimaat te creëren. Niettemin signaleert hij positieve ontwikkelingen. “Natuurlijk is het mogelijk om veranderingen in coachgedrag tot stand te brengen. Het is alleen een stevige klus, die vaak meer energie kost dan je op voorhand denkt.” 

Van Rossum hoopt dat de turnbond de oren niet te veel laat hangen naar de wijze waarop NOC*NSF met de materie pleegt om te gaan

Een voorbeeld van een initiatief waarin coachgedrag in overeenstemming wordt gebracht met wetenschappelijke bevindingen is volgens Van Rossum een brochure van de wielerunie KNWU, getiteld Talentonwikkeling doe je samen 7. In dit kader worden ook regionale en lokale workshops georganiseerd om de nieuwe gedachten bij de uitvoerders te laten landen. Als tweede voorbeeld noemt hij het boekje Groeimindset in de Sport van Femke Lobach. “Dit is een prima handleiding voor trainer-coaches, waarin ook de CDNV-uitgangspunten terugkomen.” 8

Tot slot wil Van Rossum nog kwijt dat hij hoopt dat de keuzes die de KNGU in de nabije toekomst gaat maken meer in lijn liggen met de wetenschappelijke benadering van coach-gedrag. Ook hoopt hij dat de turnbond de oren niet te veel laat hangen naar de wijze waarop NOC*NSF met deze materie pleegt om te gaan. 

Voor meer informatie: Coaches die nooit verliezen

Noten

  1. Rossum, J.H.A. van (2012). Een trainer-coach die nooit verliest – kan dat? In N. Schipper-van Veldhoven, H. van der Palen, J. van der Kerk & R. Schuijers (Red.), Goud in elk kind – Jeugdsport in een pedagogisch perspectief (pp. 35-52). Deventer: …daM (serie: Sport en Kennis) (jubileumboek ter gelegenheid van 100 jaar NOC*NSF)
  2. Hills, L. & Kennedy, E. (2013), Ready, set, action: Representations of coaching through film. In P. Pontrac, W. Gilbert & J. Denison (Eds.), Routledge handbook of sports coaching (pp 40-51). London/New York: Routledge 
  3. Rossum, J.H.A. van (2015), Net als in de film? Succesvol coachen op het witte doek. Sportgericht, 69 (6), 10-14
  4. Rossum, J.H.A. van (2002). Nou heb ik toch een boek gelezen… Richting Sportgericht, 56 (3), 12-14 (boekbespreking van The coach; managing for success, Ric Charlesworth, 2001) 
  5. Rossum, J.H.A. van (2018), Coach Cruijff in cijfers. Rotterdam: 2010 Uitgevers
  6. Rossum, J.H.A. van (2017), NOC*NSF vervangt LTAD-model door eigen visie; Kanttekeningen bij ‘De weg naar het podium’. Sportgericht, 72 (4), 26-31
  7. Bon, M. Van (2019), Talentontwikkeling doe je samen; Optimale talentontwikkeling in de wielersport. Een handleiding voor ouders en de trainer/coach (uitgegeven in samenwerking met de KNWU)
  8. Lobach, F. (2020), Groeimindset in sport; Een praktisch boek voor trainers & coaches (uitgegeven in eigen beheer: www.femkelobach.nl)
« terug

Reacties: 4

Raoul Oudejans
13-08-2020

Mooi stuk, Jacques. Blijft belangrijk onder de aandacht te brengen dat succesvol coachen op een positieve manier kan en zelfs tot betere resultaten leidt: goed prestaties met behoud van plezier en welzijn!! 

Jet Geerdink
13-08-2020

Mooi duidelijk stuk Jacques. Positief coachen geeft volgens mij een hoger rendement, en een beter sportklimaat. Het is belangrijk dat we het welzijn van de jonge sporters koesteren. 

( goeie foto)

Martijn de Lange
13-08-2020

Topsport, en turnen bij uitstek, is keihard: een paar winnaars, talloze verliezers, extreme eisen aan lichaamsbouw, zwaar belastende trainingen, enorme opofferingen buiten de sport om de vele trainingsuren mogelijk te maken. Zelfs met een positieve coach aan de kant kan ik me moeilijk voorstellen dat veel turnsters in zo'n programma later met plezier terug zullen kijken op hun leven als 11-jarige. Bestaat hier überhaupt wel een pedagogisch verantwoorde weg voor?
Ik ben blij dat ik in een sport zit waar je op die leeftijd nog kind kunt zijn.

Ruud
15-08-2020

Herhaal de boodschap nog maar eens Jacques; je weet maar nooit waar het goed voor is. Universele regels die niet alleen goed zijn voor (trainers in) de sportwereld, maar ook voor opvoeders, onderwijzer of managers in het bedrijfsleven. Lijkt me nog nuttig te wijzen op de relaties tussen de criteria. Medeverantwoordelijkheid leggen bij spelers? Prima. Maar wanneer die vervolgens (uitsluitend) focussen op het resultaat, dan schiet het niet op. En zo zijn er meer voorbeelden te bedenken waarop het mis kan lopen wanneer het onderlinge verband tussen de criteria uit het oog wordt verloren. 

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst