Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Ranglijsten afschaffen, wat ben je dan nog aan het doen?

door: Leo Aquina | 12 maart 2020

"Als kinderen niet kunnen zwemmen, kun je een groot hek om alle zwembaden heen zetten, maar je kunt kinderen natuurlijk ook leren zwemmen," zegt Bart Heuvingh, auteur van 'Talent van Morgen – Groeimindset als basis voor talentontwikkeling’ en topsportbegeleider van de jeugd bij AZ. Sport Knowhow XL sprak met Heuvingh en Hanno van der Loo (hoofdredacteur van SPORTgericht) over het afschaffen van ranglijsten in het jeugdvoetbal van 10-12 jaar, zoals directeur amateurvoetbal van de KNVB Jan Dirk van der Zee onlangs voorstelde. "Winnen wordt te belangrijk gemaakt," zegt Van der Loo. Maar het afschaffen van de ranglijsten is volgens Van der Loo en Heuvingh niet de oplossing. "Wincultuur en leercultuur hoeven niet haaks op elkaar te staan", stelt Heuvingh.

JeugdvoetbalHannoVanDerLooWinnen en verliezen is inherent aan voetbal. "Het is de spelbedoeling om meer doelpunten te maken dan de tegenstander", aldus Van der Loo. "Als je dat fundamentele beginsel opheft, wat ben je dan nog aan het doen?" Toch begrijpt Van der Loo waar de gedachte bij de KNVB vandaan komt om minder gewicht aan winnen en verliezen te hangen. "Als je eenmaal op het veld staat, moet je een wedstrijd willen winnen. Maar wil je dat ten koste van alles, of wil je dat met behoud van alle andere doelen die je met jeugdsport hebt? Als je rekening houdt met het ontwikkelingsperspectief van kinderen, betekent dat bijvoorbeeld dat een speler de ene keer rechtsbuiten staat, de volgende keer linkshalf en de keer daarop in het doel. Daarmee win je misschien minder wedstrijden, maar de kinderen ontwikkelen zich beter."

Winnen, ontwikkelen en pedagogisch handelen
Heuvingh sluit zich daarbij aan. In zijn boek 'Talent van Morgen – Groeimindset als basis voor talentontwikkeling’ maakt hij onderscheid tussen een winklimaat, een ontwikkelklimaat en pedagogisch handelen (zie afbeelding, klik erop voor een vergroting). Alle drie zijn volgens Heuvingh belangrijk als het gaat om de ontwikkeling van jeugdvoetballers. 

Jeugdvoetbal-2

"Stel wij doen een sprintwedstrijdje op de training", geeft hij een voorbeeld. "Veel jongens bij ons in de jeugdopleiding zijn competitief ingesteld, dus als Pietje wint is hij daar trots op en dat mag ook. Dat is winstcultuur. Maar Jantje, die laatste was, krijgt ook aandacht. Hij was de langzaamste en we gaan samen met hem kijken wat hij kan doen om sneller te worden. Als we drie weken later datzelfde sprintwedstrijdje houden, is Pietje misschien nog altijd sneller dan Jantje, maar Jantje is veel harder vooruit gegaan en daar krijgt hij de complimenten voor. Dat zet Pietje ook weer aan het denken. Dat is ontwikkelcultuur. Wincultuur en ontwikkelcultuur worden vaak als twee uiteindes van hetzelfde continuüm neergezet, maar ze hoeven helemaal niet haaks op elkaar te staan. Ook wetenschappelijk is aangetoond dat beide naast elkaar aanwezig kunnen zijn bij sporters. Er wordt dan gesproken over een hoge ego-oriëntatie en een hoge taak-oriëntatie. Cristiano Ronaldo en Sven Kramer zijn twee topsporters die volgens mij beide oriëntaties hebben." 

"Je zeg niet dat ze niet mogen winnen, maar je laat wel weten binnen welke grenzen het spel zich afspeelt"

Binnen die winst- en ontwikkelcultuur is het pedagogisch handelen van de trainers essentieel. Een gegeven waar volgens Heuvingh in de trainersopleidingen ten onrechte veel te weinig aandacht wordt besteed. "Het is niet erg dat Pietje en Jantje van elkaar willen winnen in dat sprintwedstrijdje. Maar op het moment dat ze elkaar onderuit halen om hun doel te bereiken, ga je natuurlijk wel met ze praten. Dan zeg je niet dat ze niet mogen winnen, maar je laat wel weten binnen welke grenzen het spel zich afspeelt."

JeugdvoetbalBartHeuvinghOuders
In zijn column schrijft Van der Zee: 'Net als bij de vorige veranderingen in het pupillenvoetbal, zullen er ook nu weer ouders en vrijwilligers zijn die het liefst alles bij het oude willen houden en vinden dat het voetbalplezier van hun pupil wordt afgenomen door het niet meer bijhouden van ranglijsten (…) Natuurlijk willen kinderen winnen, maar de strijd om het kampioenschap leeft toch vooral onder vaders en moeders.' Heuvingh onderkent het probleem, maar heeft een andere oplossing: 

"Natuurlijk zijn sommige ouders soms te veel met de stand bezig, maar ik kan de clubs die ouderbijeenkomsten organiseren op de vingers van één hand tellen. Betrek die ouders erbij en neem ze mee bij de ontwikkeling van de kinderen. Stel ook die ouders de vraag: hoe gaan jullie eigenlijk om met het succes of falen van je kind?"

Symboolpolitiek
Heuvingh ziet het afschaffen van de ranglijsten als symboolpolitiek. Ter illustratie citeert hij uit een column van Roos Schlikker in Het Parool: 'Wie z’n kroost alles in de wereld gunt, gunt ze ook hun teleurstelling.' Heuvingh: "Niet de ranglijst is het probleem, maar de manier waarop we ermee omgaan." 

Voor meer informatie: column van KNVB-directeur Jan Dirk van der Zee

« terug

Reacties: 3

Erik Riemens
13-03-2020

Weer een reactie op de column van Van der Zee door volwassenen. Is er wel aan de voetballende kinderen gevraagd wat zij willen? Ik schreef er een blog over. Over de praktijk, over mijn eigen voetballende zoontjes en over waarom Van der Zee de plank misslaat:  https://www.mediabureaumeer.nl/mieren

Suzanne
14-03-2020

Als volwassenen de stand afschaffen, wordt daar minder waarde aangehecht. Kinderen zullen echt wel de score bijhouden, maar het voorbeeld dat zij krijgen van de volwassenen om hen heen zal een positieve impact hebben op de betekenis die zij geven aan winnen of 'falen'. 

Door de druk van het presteren weg te halen bij kinderen (die officiele score) kunnen zij zich meer richten op het plezier dat zij kunnen halen uit vaardigheidsontwikkeling. Plezier halen uit een krachtige, soepele beweging, in coordinatie en fijne motoriek, ontwikkeling van zelfbewustzijn en zelfbeheersing en de saamhoorigheid van hun team en het andere team: samen het spel van voetbal spelen en daar gedeeld plezier in beleven. 

Het plezier en het gevoel van prestatie; voltooiing; bekwaamheid komt van die vaardigheidsontwikkeling en het worden van een zelfverzekerd persoon, in plaats 'plezier' halen uit het domineren van een tegenstander.

Veel Australische voetbalclubs houden bij de jeugd de score niet bij en het is de populairste recreatieve sport in het land. Een verschuiving van focus op talent-ontwikkeling/identificatie naar een participatiemodel in Nederland is een goed idee, want de meeste kinderen worden geen Oranje Leeuwin of commercieel voetballer.

Bert van Lingen
15-03-2020

Vreemd toch, of niet?

Je bent 55 jaar professioneel bezig geweest met sportontwikkeling in het algemeen en het voetballen in het bijzonder.

Je hebt je vooral met enthousiasme en hulp van vele anderen druk gemaakt om een klimaat te ontwikkelen, waarbij het er vooral erom gaat dat mensen zich optimaal kunnen ontwikkelen, uitdagingen willen aangaan die binnen een tak van sport, in dit geval voetballen, juist zo aantrekkelijk zijn.

M.a.w. sport beoefenen kan omschreven worden als “welbewust moeilijk doen” of om het ‘netjes’ te formuleren: “het vrijwillig pogen onnodige obstakels te overwinnen” (Tamboer, J.W.I. 2004/Voetbaltheorie / van Lingen, B. /Het coachen van voetballen-het jeugdvoetballeerproces)

Om nu als sportorganisatie sportontwikkelingsbeleid te voeren en in praktijk te brengen gaat het er dan ook primair om dat de tak van sport gekend wordt en dat er dusdanig over gecommuniceerd wordt dat voor alle betrokkenen duidelijk wordt wat er van ze wordt verwacht in relatie tot de rol die een ieder wil spelen (speler, coach, arbiter, arts, fysio, begeleider, pers en ouders als het kinderen betreft). Verder, wat de middelen zijn en niet onbelangrijk, wat de regels zijn.

En dán krijg je dít!

Je zou dan ook verwachten dat de ‘hoogste in rang’ van deze voetbalsector, Jan Dirk van der Zee (Directeur Amateurvoetbal en sinds de successen van de Oranjevrouwen ook Directeur Vrouwenvoetbal) zou uitstralen dat hij zich terdege heeft verdiept wat de core business van zijn organisatie is, namelijk voetballen (spelbedoeling, middelen en regels) en hoe dit spel geleerd kan worden. 

Echter, in meerderheid van zijn columns, die met regelmaat op de website van de KNVB verschijnen, worden juist díe weerstanden en moeilijkheidsfactoren die juist zo aantrekkelijk zijn om het spelen met een bal tot het voetbalspel maken, veronachtzaamd, ter discussie gesteld en vanuit een soort populistische gedachte het liefst afgeschaft worden (“als je het afschaft, dan is het probleem opgelost”).

Alles wat binnen het voetbalspel tot een conflict, agressiviteit, oneerlijkheid, ongelijkheid leidt dient afgeschaft te worden en ‘pamperen’ doet zijn intrede als zijnde ‘fair-play’. Geen competitieranglijsten meer, geen scheidsrechter meer, geen grensrechters meer, geen ingooi, niet meer koppen, een high five geven, opleiden staat diametraal op winnen, etc. Met z’n allen in de comfortzone alstublieft! Lees verder de columns er nog maar eens op na.

Om iedereen uit de droom te helpen: voetballen is een conflict! Daar gaat het juist om, dat bepaalt al het handelen. En dat conflict heeft voetbalspecifieke kenmerken. En juist deze kenmerken zijn voor alle betrokkenen noodzakelijke “fundamentals” om het spel te kunnen spelen. Voor coaching, training en ontwikkeling en zéker om landelijk voetbalbeleid te voeren!

Dan is het dus vreemd dat op geen enkele wijze in de columns van de directeur doorklinkt, dat er zoiets is als een voetbaltheorie die in het verleden is ontstaan. Een theorie die een objectieve beschrijving in handelingstaal is van het voetbalspel en als uitgangspunt is geweest om verdere ontwikkelingen in de voetbalgemeenschap richting te kunnen geven. 

Die ontwikkelde en aanvaarde theorie is het uitgangspunt van alle huidige KNVB-opleidingen, maar wordt na alle recente successen (mannen en vrouwen) gemakshalve opzij geschoven op het moment dat populistische uitspraken, gericht op de waan van de dag, aan de orde lijken te zijn.

Het is vreemd dat, waar de KNVB binnen FIFA- en UEFA-verband uitblonk en baanbrekend werk verrichtte in het ontwikkelen van het voetballen (coachen, leren en trainen van voetballen), de huidige KNVB-directeur geen enkele belangstelling voor deze ontwikkelde expertise toont. Gezien de columns vraag ik me af of de directeur zich deze theorie heeft eigengemaakt of zelfs heeft gelezen.

Hopelijk komt er in de toekomst een klimaat dat het juist ‘cool’ is om de moeilijkheidsfactoren en de weerstanden die voetballers vrijwillig aangaan, te onderkennen, te herkennen, te benoemen en via positieve, aantrekkelijke en uitdagende ontwikkelprogramma’s in beleid te vertalen.

Om met de openingszin te eindigen, vreemd dat je na 55 jaar deze reactie moet schrijven.

Bert van Lingen.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst