door: Nelleke van der Heiden | 31 oktober 2019

Wilde je voetballen, dan werd je lid van een voetbalvereniging. En wilde je schermen, dan werd je lid van een schermvereniging. Zo was het. Maar in Rotterdam is het nu ook mogelijk om een losse les hockey te boeken bij een hockeyvereniging en dan de volgende keer vrijblijvend een keer te gaan tennissen bij een tennisclub. Zonder lidmaatschap en zonder verdere verplichtingen. Dat is dankzij de pilot SportOn, een initiatief van sportbonden en NOC*NSF, in samenwerking met lokale partijen Rotterdam Sportsupport en Sportbedrijf Rotterdam. Inmiddels kunnen er 20 bonden en 35 sportverenigingen losse lessen aanbieden in deze webapp.

En dat aantal neemt nog toe, vertelt Rebekka Kadijk, voormalig topsporter (beachvolleybal) en nu projectmanager van SportOn. En daarmee is een belangrijk deel van de pilot nu al geslaagd. Want, legt Kadijk uit, de opdracht voor de pilot is onderzoeken of de initiatiefnemers samen met de sportverenigingen een ‘multisporter-waardig’ aanbod weten te creëren. En daar lijkt met zoveel deelnemende bonden en sportverenigingen nu al sprake van. Vervolgvraag is hoe dit sportaanbod succesvol in de markt gezet kan worden. 

Prepilot met 9 sportverenigingen
En dat onderzoekt de pilot nu met SportOn, een webapp waarin je heel makkelijk de sport kunt aanklikken die je wilt beoefenen. Je ziet welk niveau je moet hebben en wanneer de eerstvolgende training is waar je aan mee kunt doen. Of er vanuit de sporters zelf voldoende belangstelling is, is nu nog niet te zeggen. Maar een kleine prepilot met negen sportverenigingen voorafgaand aan deze pilot was hoopgevend, zegt Kadijk.

NOC*NSF wilde dit graag onderzoeken om te kijken hoe het sporters kan bereiken die niet meer geneigd zijn lid te worden van een sportvereniging, maar flexibeler willen kunnen sporten en de ene keer het ene doen en de andere keer het andere. Voor het onderzoek is gekozen voor de doelgroep van 20- tot 45-jarigen, omdat onder hen veel ‘multisporters’ zijn die minimaal twee sporten per maand beoefenen. Bij fitnesssporten is het nu al vaak mogelijk te sporten wanneer het jou uitkomt en vrijblijvend klasjes te volgen als je een keer onder begeleiding wilt sporten. Voor sportverenigingen is dat onbekender terrein terwijl zij ook merken dat hun traditionele model niet voor iedereen werkt en dat de ledenaantallen teruglopen. “Vaak moet je meteen lid worden voor een jaar, meedoen aan een competitie, bardiensten draaien, daar moeten de verenigingen vanaf durven stappen.”

Experimenteren met nieuw aanbod
Het is overigens niet bedoeld in plaats van de traditionele lidmaatschappen. “De doelgroep is geen lid van een vereniging, verenigingen hoeven niet bang te zijn voor kannibalisme.” Wat levert het ze dan wel op? “Ze kunnen via SportOn experimenteren met nieuw aanbod en een nieuwe doelgroep aanboren, die nu in ieder geval niet op de vereniging komt. Ze kunnen ook meedoen voor bereik, want je krijgt aandacht via de app en via online en offline campagnes die om SportOn worden ingezet. En het kan leiden tot extra inkomsten, we raden de clubs aan de losse lessen wel iets duurder te maken dan een les binnen een lidmaatschap zou kosten. En het geeft de clubs feedback: als het aanslaat, kunnen ze nadenken over meer flexibel aanbod.”

Omdat de pilot nu pas een paar weken loopt, is nog niet heel veel te zeggen over wat wel en niet werkt. Dankzij de prepilot zijn er al wel wat kleine dingen getackeld, vertelt Kadijk, en is van een paar dingen duidelijk dat de verenigingen daarop moeten letten. Zo is een contactpersoon binnen de club die op de hoogte is van SportOn handig, maar moet degene die achter de bar staat ook weten dat er iemand via dit platform komt sporten, zodat die sporter zich welkom voelt en wegwijs gemaakt kan worden. 

Data interpreteren
Uiteindelijk zal de pilot veel meer informatie over de flexibele sporters opleveren, legt Kadijk uit. Welke sporten worden veel aangeklikt, hoe ver klikt de sporter door, waar haakt hij of zij af? Die data kan Kadijk, samen met de ontwikkelaar van de webapp IN10 uitlezen en interpreteren. Dat geeft bijvoorbeeld een idee of de manier waarop de lessen worden aangeboden werkt, en of de prijs goed is. 

“Die prijs bepalen de verenigingen zelf. Het varieert. De ene les kost 5 euro en als het een duurdere sport is, met bijvoorbeeld meer privébegeleiding, dan kost het wat meer. De meeste lessen zitten tussen de 5 en 15 euro.” Als iemand afhaakt bij de betaalmodule, is dat een indicatie dat de prijs te hoog wordt gevonden. Maar behalve de prijs raadt Kadijk ook aan na te denken over het moment waarop je de les aanbiedt. Is het dan druk op de vereniging, kan je een gezellige ervaring aanbieden?

Topsportmentaliteit
In totaal duurt de pilot zes maanden. Dan kan de conclusie zijn ‘we hebben alles geprobeerd, maar de sporter heeft hier waarschijnlijk geen behoefte aan’. Maar dat hoopt de oud-topsporter niet en daar gaat ze ook niet van uit. Het transitieteam NLSport van NOC*NSF kwam voor het projectmanagement bij haar uit, omdat ze net voor zichzelf was begonnen – ze zochten een zelfstandige – en beschikt over een enorm netwerk in Rotterdam en de nodige ervaring in het sportmanagement. Haar topsportmentaliteit komt haar van pas en is ook een beetje een valkuil, zegt ze. 

“Ik ben een winner, daarom wil ik het geen pilot maar meteen een succesvol platform laten zijn. Dat helpt me om mensen te enthousiasmeren, maar het maakt ook dat ik altijd voor goud wil gaan. Dan moet ik weer even voor ogen houden dat het een pilot is en dat ik af en toe een pasje terug moet doen.” Maar wat Kadijk betreft hebben ze nu iets superleuks en concreets gemaakt dat nog niet bestond en dat goed aansluit bij de transitie waarin de sport zit. Wat haar betreft gaat deze pilot dan ook naadloos over in dat succesvolle platform.

Voor meer informatie: SportOn en rebekka.kadijk@nlsport.org