Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Sportcardioloog ziet de aandacht voor zijn vakgebied groeien

door: Marc Hoeben | 26 september 2019

Af en toe wordt de topsport opgeschrikt door het plotselinge overlijden van een atleet en vaak komen zulke sterfgevallen voort uit problemen met het hart. Het zijn de momenten, weet Harald Jorstad, waarop hij de nodige vragen op zich afgevuurd kan krijgen. Hij is de eerste specifiek opgeleide sportcardioloog van Nederland en verbonden aan het Amsterdam UMC, de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het NOC*NSF High Performance Center van het Sport Medisch Centrum Papendal.

XL32HaraldJorstad-1 copyOm meteen maar een misverstand uit de weg te ruimen: Harald Jorstad is niet de ‘enige’ sportcardioloog van Nederland. Hij is op zijn vakgebied omringd door verschillende collega’s. “Je zou kunnen zeggen dat zij het zich als specialisme tijdens hun werk eigen hebben gemaakt. De specifieke opleiding voor sportcardioloog die ik in Nederland heb gevolgd, bestaat pas sinds 2017.”

Nederland beviel goed
De 38-jarige Jorstad, geboren in Trondheim, kwam twintig jaar terug naar Nederland, op basis van een speciaal Noors programma voor geneeskundestudenten, om ze de kans te bieden in het buitenland meer kennis op te doen en hun netwerk te versterken. Het was de bedoeling dat hij die extra bagage later weer in zou gaan zetten in het thuisland. “Maar het beviel me zo goed in Nederland dat ik ben gebleven.”

Eerst werd hij geschoold tot cardioloog, later volgde hij een jaar de specifieke opleiding binnen het Amsterdam UMC tot sportcardioloog, om daaraan ook nog een zogeheten fellowship bij het olympisch topsportcentrum in Rome te volgen. De interesse voor sport kwam niet uit de lucht vallen. In zijn thuisland was hij een fanatiek langlaufer. “Die passie heb ik in Nederland moeten opgeven, maar ik ben wel altijd, zij het niet op topsportniveau, in beweging gebleven.”

“Wij moeten ons als wetenschappers eigenlijk schamen. Naar een topsporthart is eigenlijk nooit goed gekeken"

Extra risico's topatleten
Cardiologen zitten vaak aan de kant van preventie, bij het voorkomen van hart- en vaatziekten, zo legt hij uit. De koppeling met sport en bewegen is dan al snel gelegd en zo kwam hij bij de sportcardiologie uit. “Ik dacht: er is op dit gebied nog zo veel onderzoek te doen.”

Dat blijkt ook wel als een thema als het stoppen na een topsportloopbaan aan bod komt. Zijn daar niet voor atleten met een ‘topsporthart’ extra risico’s aan verbonden? Jorstad: “Wij moeten ons als wetenschappers eigenlijk schamen. Daar is eigenlijk nooit goed naar gekeken. Je zou dan iemand bijvoorbeeld vanaf het begin van zijn of haar loopbaan elke vijf jaar moeten onderzoeken en daarmee door moeten gaan na de topsportcarrière. We weten wel dat je tot een risicogroep gaat behoren als je na een leven van intensief sporten opeens achter een bureau gaat zitten. Dan heb je een behoorlijke kans op hart- en vaatziekten. Maar veel verder reikt die kennis ook niet.”

XL32HaraldJorstad-2De hartspier is zoals alle spieren trainbaar. Wie aan sporten met meer inzet van kracht doet, kan een dikker hart ontwikkelen. Bij duursporters is de kans op een wijder hart reëel. “Maar beide types zeggen niet zo veel over de kans op hart- en vaatziekten. Die komen toch eerder voort uit een ongezonde leefstijl. Maar ook hier valt nog veel te onderzoeken. Want hoe zit het met het herstel van de hartspier als je gestopt bent met topsport? Is het ongezond om een dikker of wijder hart te hebben ook na je carrière? Dat weten we allemaal niet.”

Abdelhak Nouri
Voor sportcardiologie is de laatste jaren, ironisch genoeg, meer aandacht gekomen door enkele sterfgevallen en de discussie rond Ajacied Abdelhak Nouri, die enkele jaren terug tijdens een oefenwedstrijd in het Oostenrijkse Zillertal in elkaar zakte en die uiteindelijk ook in het Amsterdam UMC belandde. 

“Zo’n geval schudt iedereen wakker, het heeft dan een enorme impact. Destijds stond de Nederlandse samenleving even stil. Dat hebben we in het ziekenhuis natuurlijk ook goed kunnen merken aan alle bloemen en steunbetuigingen. Het zorgt er dan ook voor dat de combinatie hartziektes en sport weer hoog op alle agenda’s komt te staan. Dat is een natuurlijke reactie en dat is ook goed. Die bewustwording is al heel belangrijk. Dat we ons bijvoorbeeld realiseren dat het soms belangrijk is om een cardioloog of een sportcardioloog te consulteren. Of dat we opnieuw naar de screenings gaan kijken, of we dingen beter kunnen doen en of we sommige dingen nog meer of juist minder moeten doen. Inmiddels zijn we bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van een soort sportcardiologische zorgkaart, waarop je kunt zien waar je met welk probleem het beste terecht kunt.”

"Je kunt nadenken of je de echo misschien moet vervangen door een MRI. Maar dat is wel veel duurder en het kan ook zomaar zijn dat je mensen eigenlijk nodeloos ongerust maakt"

Filmpje en echo
Profvoetballers horen volgens de regels van de wereldvoetbalbond FIFA elke twee jaar gecontroleerd te worden met een hartfilmpje en een echo. “Maar je kunt je ook wel weer afvragen of dat de slimste manier is. Er is een studie geweest in Engeland, onder enkele duizenden voetballers in de leeftijd tussen 16 en 20 jaar. Ze kregen een filmpje en een echo en op basis daarvan werden enkelen geadviseerd te stoppen met topvoetbal. Toch zijn er daarna nog sterfgevallen geweest. Je kunt dan weer nadenken of je de echo misschien moet vervangen door een MRI. Maar dat is wel veel duurder en het kan ook zomaar zijn dat je mensen eigenlijk nodeloos ongerust maakt.”

XL32HaraldJorstad-3Belangrijke taak noemt hij het filteren van de mensen met hartziekten die door een zware belasting in een levensbedreigende situatie kunnen komen. Bijvoorbeeld doordat ze door stresshormonen last kunnen krijgen van hartritmestoornissen of door een afwijking aan de rechterkamer eerder ritmestoornissen of zelfs hartfalen kunnen krijgen. Het is een terrein waar de sportcardioloog vaak weer meer over specifieke kennis beschikt. “Je moet beseffen dat steeds meer mensen gaan sporten. Gelukkig maar, want het draagt in het algemeen bij tot onze gezondheid. Maar ze doen dat wel vaak zonder over veel kennis van zaken te beschikken. In dat gat springen sportartsen. Maar ook zij krijgen vaak weer specifieke vragen met betrekking tot het hart en dan kan het zeker van nut zijn om door te verwijzen naar een cardioloog of een sportcardioloog.”

Voor meer informatie: sporten en cardiomyopathie

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst