Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Sport en bewegen lijkt maatschappelijk rendabel

door: Nelleke van der Heiden | 15 augustus 2019

Het onderhoud en de exploitatie van sportaccommodaties, het lidmaatschap van een sportvereniging, speciale programma’s om ouderen meer te laten bewegen; bij sport en bewegen komen heel veel kosten kijken voor de sporter zelf, de overheid, sportkoepel NOC*NSF en het bedrijfsleven. Allemaal vanuit de overtuiging dat sporten en bewegen goed is. Maar hoe goed? Is daar ook een prijskaartje aan te hangen? Kenniscentrum Sport vroeg adviesbureau Rebel en het Mulier Instituut om deze Social Return On Investment (SROI) te onderzoeken.

KarinVanDerMaat copy2,51. Dat is het getal waar de onderzoekers op uitkwamen. Dat betekent dat de opbrengsten in sport en bewegen ruim twee en half keer zo hoog zijn als de kosten. Daaruit kun je overigens niet de conclusie trekken dat als je nu besluit een euro extra te investeren, je daar meteen 2,51 euro voor terugkrijgt, legt Karin van der Maat van Kenniscentrum Sport uit. Voor de kostenkant is gekeken naar het totaal van wat het Rijk, gemeenten, het bedrijfsleven, NOC*NSF en de sportende samenleving zelf in het sporten steken. Voor de opbrengstenkant is het onderzoek van Ecorys (2017) naar de sociaaleconomische waarde van sport en bewegen als basis gebruikt. 

4,4 miljard euro aan jaarlijkse investeringen
De grootste betaler is de sporter zelf. Die moet contributie betalen en de kleding en het materiaal dat hij of zij nodig heeft. Daarna volgen de gemeenten, en het bedrijfsleven hoeft maar een klein puntje van de totale kostentaart op te hoesten. Alles bij elkaar opgeteld 4,4 miljard euro.

Kijk je dan naar wie het meest profiteert van al dat sporten en bewegen, dan is de sporter zelf zeker iemand die veel profiteert, maar de grote winnaar is het bedrijfsleven en dan met name de werkgevers die met gezonde, want sportende werknemers te maken hebben. Gemeenten investeren meer dan ze terugkrijgen, maar profiteren van een gezondere en gelukkigere bevolking; de gemeente is er immers voor het welzijn van haar inwoners. De rijksoverheid staat licht in de plus en de zorgverzekeraars, die aan de kostenkant niet in beeld zijn, profiteren ook licht van de investeringen.

Rendement op gemeenteniveau
Kenniscentrum Sport merkte bij gemeenten een behoefte om een duidelijker beeld te krijgen van het maatschappelijke rendement van hun investeringen, vertelt Van der Maat. “We investeren best wat in sport, wat levert het op, is dat in geld uit te drukken”, hoorde Van der Maat van verschillende gemeenten. Onderzoeksbureau Ecorys bracht twee jaar terug de sociaaleconomische waarde van sport en bewegen in kaart en drukte die in euro’s uit. Dat was een goed begin, zegt Van der Maat. Kenniscentrum Sport vroeg vervolgens aan Rebel en het Mulier Instituut om de SROI zo goed mogelijk in kaart te brengen en een instrument te bouwen dat de geschatte SROI per gemeente berekent, rekening houdend met lokale verschillen.

De opbrengsten op het gebied van gezondheid en arbeid laten zich redelijk in geld uitdrukken, het sociale aspect is moeilijker te koppelen aan een bedrag

De onderzoeksinstellingen hebben de baten die Ecorys op drie terreinen heeft beschreven benut: gezondheid, sociaal (inclusief welzijn/geluk) en arbeid. De opbrengsten op het gebied van gezondheid en arbeid laten zich redelijk in geld uitdrukken, het sociale aspect en daarbinnen bijvoorbeeld de factor geluk zijn moeilijker te koppelen aan een bedrag, zegt Van der Maat. 

“Het sociale deel blijft een groot vraagstuk. Daar zou wat meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan mogen worden. Nu laat een aantal effecten zich niet goed in geld uitdrukken. Soms bestaan er nog geen gangbare waardeermethoden voor of zijn er internationaal wel innovatieve methoden, maar kunnen we die nog niet naar de Nederlandse situatie vertalen. In Engeland bestaan bijvoorbeeld methoden om well-being en perceived happiness te vertalen naar opbrengst in geld. Nederland beschikt echter niet over een dataset met dat soort uitkomsten.”

RendementSportBewegen-1'Onderzoek als beginpunt voor verbetering beleid'
Rebel en het Mulier Instituut komen tot een totaalbedrag voor de maatschappelijke opbrengsten van 11,1 miljard euro. Tegenover de kosten van 4,4 miljard euro levert dat een SROI van 2,51 op. Omdat je dat niet één op één kunt vertalen naar de rekensom dat iedere geïnvesteerde euro zelf 2,51 euro oplevert, is het voor gemeenten nu nog niet mogelijk om een directe terugkoppeling te krijgen op hun verschillende investeringen. Levert een beweegprogramma voor ouderen meer op of een goed onderhouden en goed lopende sportaccommodatie? Van der Maat erkent dat daar meer onderzoek voor nodig is. “Dit onderzoek is vooral een beginpunt voor verdere verbetering van beleid.”

Het dashboard biedt de mogelijkheid om een gemeente te vergelijken met een groep gemeenten met dezelfde sociaaleconomische kenmerken

Er is een dashboard ontwikkeld waarmee gebruikers per gemeente de SROI van sport en bewegen kunnen schatten. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde geeft het inzicht in de totale kosten en opbrengsten, de SROI en het percentage mensen dat aan de beweegrichtlijnen voldoet. Het dashboard biedt daarnaast de mogelijkheid om een gemeente te vergelijken met een groep gemeenten met dezelfde sociaaleconomische kenmerken, zoals besteedbaar inkomen en/of aandeel hoogopgeleiden, een zogenaamde peer group. Die vergelijking met de peer group levert nog weer interessantere informatie op dan je eigen SROI vergelijken met het landelijke gemiddelde, zegt Van der Maat. 

Verfijning
Voor concrete conclusies over de SROI is na dit onderzoek nog wel verfijning nodig, zowel aan de kosten- als aan de batenkant. Van der Maat vindt dat de uitkomst van het onderzoek in ieder geval een ticket geeft om met diverse partijen, waaronder het bedrijfsleven, het gesprek aan te gaan en te zien wat er mogelijk is. Voor nu is er in elk geval een belangrijk nieuw stukje van de puzzel van de waarde van sport en bewegen gelegd.

Voor meer informatie: onderzoeksrapport De Social Return On Investment (SROI) van sporten bewegen en lees het eerdere artikel op Sport Knowhow XL 'Sportbedrijf Lelystad wil meer social return on investment'

« terug

Reacties: 1

Marcel van der Kuil
19-08-2019

Interessant, Karin, dank! Ik sluit niet uit dat NIET sporten en bewegen ook een zekere (positieve) SROI kan hebben, zeker als je in die uren sociaal actief bent. Ik vind vooral de onderbouwing van de baten erg interessant, ook al worden hier veel conservatieve en suggestieve aannames worden gebruikt. Verder lijkt me dat het genoemde probleem van gebrekkige eenduidigheid ook aan geldt voor de kosten. Ten slotte, het opsommen van de aannames en beperkingen van het onderzoek vind ik zeer verfrissend, ook omdat dit een uitnodiging geeft voor vervolgactiviteiten! Het dashboard geeft een concrete in richting aan, omdat gemeenten kunnen worden vergeleken. Het lijkt mij interessant om zo ook sporten en soorten bewegen te kunnen vergelijken, omdat ik verwacht (aanname) dat dit nogal verschillende SROI's en dus verbeterpunten kan opleveren. Zie ook: https://www.linkedin.com/posts/marcelvanderkuil_sport-en-bewegen-lijkt-maatschappelijk-rendabel-activity-6569252263158706176--pnn

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst