door: Marc Hoeben | 22 februari 2018
Hugo van Maarleveld van 2010 Uitgevers noemt hem een ‘profeet die in eigen land nauwelijks bekendheid geniet, laat staan dat hij wordt geëerd’. Frans Bosch kan van die opmerking de humor wel inzien. De auteur van het boek ‘Krachttraining en coördinatie, een integratieve benadering’ ziet zijn faam buiten de landsgrenzen evengoed groeien en kan toch al onmogelijk ingaan op alle uitnodigingen voor lezingen over zijn trainingsleer.
Laatst nog werd hij gebeld door de San Antonio Spurs. Toch niet niks, zo’n club uit de dikbetaalde Amerikaanse basketbalcompetitie NBA die aan de lijn hangt. Of Frans Bosch voor een lezing alsjeblieft even de oversteek wilde maken, zo luidde de vraag. Nou, daar kwam dus mooi niks van in. “Dat heb ik wel gehad, met zulke reizen. Dan zit ik voor één lezing een paar dagen in het vliegtuig.”
Passie voor krachttraining
De Tilburger, nog parttime verbonden aan de Fontys Sporthogeschool als docent anatomie en motorisch leren, is inmiddels 63 jaar. Een leeftijd waarop je selectief mag zijn, wil hij maar zeggen. Maar we moeten niet denken dat hij met dalende energie zijn ‘evangelie’ over krachttraining en coördinatie loopt te verkondigen. “Ik doe dit met heel veel plezier en ik zie voortdurend dingen die beter kunnen. Dat houdt mij nog altijd enorm bezig.”
In 2012 leidde die instelling tot een weergave van zijn gedachten in het boek ‘Krachttraining en coördinatie, een integratieve benadering’. Na de eerste druk volgden een volgende en een herziene uitgave en in 2014 verscheen de Engelstalige editie. Dit jaar mogen Japan en Frankrijk eraan geloven en voor volgend jaar staan de Koreaanse en Chinese versie op de rol.
“Ik heb al jaren veel volgers in het buitenland. Maar dat mijn boek straks in zes talen te verkrijgen is, dat is natuurlijk wel exceptioneel”
Succes aan de overkant
“Of het me allemaal verbaast, die belangstelling uit het buitenland?” zo herhaalt hij de vraag. “Nou, aan de ene kant niet. Ik heb al jaren veel volgers in het buitenland. Maar dat mijn boek straks in zes talen te verkrijgen is, dat is natuurlijk wel exceptioneel.”
Bosch heeft vooral in het Verenigd Koninkrijk faam verworven dankzij zijn werkzaamheden in 2010 voor het rugbyteam van Engeland. Hij laat zich als ‘consultant’ op het gebied van trainingsleer voor zulke klussen inhuren. Van het een kwam het ander. Hij is vanaf 2011 en zeker tot 2019 intensief betrokken bij het rugbyteam uit Wales, waar hij onlangs weer enkele weken mee optrok tijdens de Six Nations Cup.
Voetbalrevalidatie
Ondertussen heeft ook voetbalclub West Ham United uit Londen, uitkomend in de sterrencompetitie van de Premier League, hem gevonden. “Ik bemoei me daar vooral met de revalidatie van spelers, bijvoorbeeld na een hamstringblessure. Binnenkort ga ik daar ook langs om de bijscholing van een aantal coaches te verzorgen. Ik heb het idee dat ze me misschien nog breder willen inzetten, nu West Ham een nieuwe staf van coaches heeft. Die staat wat meer open voor mijn trainingsleer.”
“Het is echt bizar hoe slecht topvoetballers getraind zijn. Ze liggen op enkele gebieden echt dertig tot veertig jaar achter”
Nu we het er toch over hebben: met enige verbazing kijkt hij wel naar de wereld van het betaalde voetbal, zeker in Nederland. Maar dus ook in Engeland. “Het is echt bizar hoe slecht topvoetballers getraind zijn. Ze liggen op enkele gebieden echt dertig tot veertig jaar achter.”
Steeds sneller
“Vaak zie je dat er wel goede mensen bij een club zitten, maar dat ze met handen en voeten gebonden zijn door de technische staf. Die gaat ervan uit dat spelers achter een bal aan moeten rennen. Maar voetbal wordt steeds sneller en het is steeds belangrijker dat voetballers hun lichaam in duels en op snelheid leren gebruiken. Vaak moeten ze lopen en draaien tegelijk. Nou, dan moet je dat wel fatsoenlijk kunnen. Maar bij een gemiddelde club in de Premier League zijn er slechts twee op de twintig spelers die dat op voldoende niveau beheersen.”
Bosch vermoedt dat het ook een geldkwestie is dat zijn faam groter is in het buitenland dan in Nederland. “Maar ik voel me hier niet miskend, hoor. Ik doe in Nederland bijvoorbeeld veel bijscholing voor fysiotherapeuten.” Zijn ‘core’ business ligt wel in de topsport. “Ik ben vooral goed in grensbelasting en, ja, dan heb je het toch eerder over het hoogste niveau in de sport.”
“Het denken in grondmotorische eigenschappen is een versimpeling die niets met de werkelijkheid te maken heeft”
Eendimensionaal
Vanuit de historie is in de ogen van Bosch een primitieve kijk op fysieke training ontstaan. Nog steeds wordt een verdeling in grondmotorische eigenschappen als kracht, lenigheid, snelheid en coördinatie gehanteerd. “Dat is dus veel te eendimensionaal. Kijk maar eens hoe er naar hamstringblessures wordt gekeken.”
“Vaak draait alles om één oefening, de ‘Nordic Hamstring curl’. Daarbij zit je op je knieën, buig je naar voren en moet je met je hamstrings het gewicht van je bovenlichaam opvangen. Terwijl de hamstrings op veel meer manieren beïnvloed kunnen worden en ook veel meer dingen moeten doen. Het ligt veel complexer. Het denken in grondmotorische eigenschappen is een versimpeling die niets met de werkelijkheid te maken heeft.”
“Kennis over krachttraining is afkomstig uit het bodybuilden en gewichtheffen. Daardoor is klassieke krachttraining niet geëigend voor complexe sporten”
Contextafhankelijk
Hoe de sporter zijn kracht inzet, is afhankelijk van de context. “Zet een roeier en een fietser op een roeiergometer en de roeier is sterker. Zet ze op een fiets en de fietser is sterker. Het gaat erom dat je de onderlinge verbanden begrijpt. Historisch gezien is kennis over krachttraining afkomstig uit het bodybuilden en gewichtheffen. Daardoor is klassieke krachttraining totaal niet functioneel en niet geëigend voor complexe sporten. De veronderstelde transfers naar die sporten zijn er niet. Je moet veel meer kijken naar wat je op het veld nodig hebt.”
In zijn boek, zegt Bosch, heeft hij een wetenschappelijke benadering ingebracht op het gebied van leerprocessen. “Het gaat meestal al fout als een coach de sporter vertelt hoe hij iets moet doen, als er een fout verbeterd moet worden. Expliciete instructie is niet de beste manier om iets aan te leren, zogenaamd impliciet leren is effectiever.”
De ideale beweging bestaat niet
"Ik heb bijscholing gegeven aan coaches van de Nederlandse honkbalbond, onder andere voor het pitchen konden ze wel advies gebruiken. Coaches gebruikten wel zevenenveertig verschillende aanwijzingen om hun sporters feedback te geven. Dat hebben we teruggebracht naar één enkele tip. En voor de rest worden de pitchers in precies díe situaties gebracht waar ze voor hen noodzakelijke informatie uit kunnen halen. Je moet het ook zo zien: de ideale beweging bestaat niet. De beste beweging is een beweging met de meeste variatie daarin. Kijk naar tennisser Roger Federer. Hij kan zich de meeste variatie van iedereen permitteren, want hij heeft de bandbreedte om daarbinnen zijn fouten te corrigeren.”
Hij ziet in Nederland ook goede voorbeelden, overigens. Denkend aan de actualiteit van de Winterspelen in het Koreaanse Pyeongchang en de enorme ‘streak’ aan gouden plakken uit één stal: “schaatscoach Jac Orie is zo iemand die deze omslag al heeft gemaakt en naar de praktijk heeft vertaald. Hij heeft door dat de dingen elkaar op een complexe manier beïnvloeden. En ach, zo zijn er gelukkig nog wel meer, hoor.”
Voor meer informatie: klik hier