Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

De Nederlandse amateursporter: een makkelijke dopingprooi? 29 januari 2021

door: Jurgen van Teeffelen

Terwijl sensationele dopingschandalen de Nederlandse topsport de laatste jaren bespaard blijven, zijn het voornamelijk atleten van de tweede garnituur die momenteel tegen de lamp lopen. Zo ook Hinke Schokker: nadat de ultraloopster bij haar eerste dopingcontrole positief testte, kreeg ze te maken met een onverbiddelijke dopingwetgeving.

Het vertrouwen in een schone Nederlandse topsport neemt steeds meer toe. Zo concludeert althans het vorig jaar verschenen rapport over ‘Antidoping beleid in de Nederlandse topsport’ van het Mulier Instituut. Volgens het onderzoek onder ruim tweehonderd (oud-)topsporters is het aandeel atleten dat de kans realistisch acht dat de uitslag van een topsportevenement op eigen bodem door dopinggebruik is beïnvloed, de laatste jaren sterk gedaald, van 18% in 2015 naar nog slechts 6% in 2019.

Het vertrouwen in een eerlijke strijd tijdens een Nederlandse wedstrijd of competitie is hiermee vele malen groter dan bij een internationaal evenement: 23% van de ondervraagde Nederlandse sporters achtte in 2019 de kans nog steeds reëel dat dopinggebruik van invloed op hun internationale uitslag was. Met het Russische dopingschandaal nog vers in het geheugen is dit wel logisch. Neem daarbij ook de andere in het oog springende recente affaires die zich allemaal in het buitenland afspeelden - Operatie Aderlass, het Nike Oregon project, Keniaanse atleten die bij bosjes tegen de lamp lopen - en het beeld dat dopinggebruik in de topsport vooral een buitenlandse aangelegenheid is, lijkt gerechtvaardigd.

"De huidige dopingcontroles worden vooral ingezet als afschrikmiddel en zijn niet toereikend om het ware gebruik van verboden middelen in de sport op te sporen"

Eén procent positief
Ook de laatste jaarcijfers (van 2019) van de Dopingautoriteit zijn hiermee in lijn. Van de in totaal ruim drieduizend uitgevoerd controles gingen bij slechts 36 urine- en bloedmonsters - iets meer dan 1 procent - de alarmbellen af. Twee derde van de positieve uitslagen had te maken met een middel waarvoor de sporter een medisch attest had gekregen. Zo bleef uiteindelijk de teller voor 2019 op 15 dopingovertredingen staan, ruim binnen het door de Dopingautoriteit geformuleerde streven van maximaal 1 procent positieve gevallen bij Nederlandse sporters.

fotoJvT-1De huidige dopingcontroles worden echter vooral ingezet als afschrikmiddel en zijn niet toereikend om het ware gebruik van verboden middelen in de sport op te sporen, zo suggereren ook de prevalentiecijfers. Ten eerste wordt geen enkele sporter heel grondig in de gaten gehouden middels de testen. Zo gaf in het eerder genoemde rapport van het Mulier Instituut één op de vijf topsporters aan een jaar lang helemaal niet gecontroleerd te zijn; het jaargemiddelde per atleet lag op 3,1 dopingcontroles. Het merendeel hiervan vindt buiten wedstrijdverband plaats omdat, zoveel is inmiddels wel duidelijk, de doorgewinterde gebruiker wel weet dat hij bij een goede uitslag een plasje of bloedmonster moet achterlaten. Maar ook in de sporten waarin er geregeld controles zijn, is er steeds meer sprake van fine tuning van het gebruik van middelen, zo blijkt uit een vorig jaar verschenen rapport van Bureau Beke en de VU. Dat het gebruik van doping niet altijd teruggevonden wordt in het bloed of in de urine van gebruikers heeft vooral te maken met timing en dosering, zo blijkt uit het onderzoek dat zich richtte op de dopinghandel in ons land. Volgens een aantal respondenten wordt zodoende ‘bij de topsport op een wetenschappelijke manier doping gebruikt’. Een respondent uit de atletieksport verklaart: ‘Er is veel veranderd de laatste tijd. Het testen is beter geworden. Nu zijn het vooral de zielige gevallen, en niet de absolute topsporters, die gepakt worden’.

"Het plasje dat tijdens de analyse achteraf positief bleek, werd na de Run van Winschoten - een ultraloopwedstrijd over 100 kilometer - afgegeven"

Onbekende sporters
Wie zijn deze zielige gevallen dan precies? De meeste dopingzaken verdwijnen in de anonimiteit maar af en toe zoekt een betrapte sporter de publiciteit op om zijn kant van het verhaal te schetsen, zoals de amateurtennisser Jake Mak en de ‘kleine’ wielrenner Jordi van Loon deden. Ze zijn bij het grote publiek vaak onbekend. Van de betrapte sporters in 2019 kwam het leeuwendeel uit een niet-olympische tak van sport: autosport (1 overtreding), cricket (2), darts (1), karate-do (1), krachtsport (3), onderwatersport (1), rugby (1), waterskiën en wakeboarden (1). En vooruit, er liepen ook twee sporters uit het wielrennen en één uit de atletiek tegen de lamp. Maar ook bij die laatste controle ging het niet om een discipline die we snel op het programma van de Olympische Spelen of een WK Atletiek tegenkomen. Het plasje dat tijdens de analyse achteraf positief bleek, werd namelijk na de Run van Winschoten, een ultraloopwedstrijd over 100 kilometer, afgegeven. De eigenaar ervan: winnares Hinke Schokker.

fotoJvT-12‘De vrouw die per ongeluk 100 kilometer liep’, zo luidde de kop van het artikel dat een drietal maanden na Schokkers overwinning in Runner’s World verscheen. De reportage leest aanvankelijk als een sprookje: een onbekende vrouw van 34, krap drie jaar aan het hardlopen, wil als voorbereiding op haar eerste marathon in Berlijn nog wat kilometers maken en besluit om dat maar in Winschoten te doen, simpelweg omdat ze geen andere loop in de buurt van haar woonplaats Groningen kan vinden. Met een parcours dat bestaat uit tien keer eenzelfde rondje van 10 kilometer kan ze uitstappen wanneer ze wil. Maar uitstappen doet ze niet. Sterker nog: Hinke Schokker passeert na iets meer dan acht en een half uur als eerste vrouw de finishlijn na 100 kilometer. Het zou haar normaliter meteen ook de Nederlandse titel op die afstand opleveren, ware het niet dat ze geen lid van de Atletiekunie is en geen licentie heeft. Het is dan september 2018.

Concentratieproblemen
Een jaar later finisht Schokker, ditmaal wél met een licentie op zak, wederom als snelste vrouw in Winschoten. Maar na afloop staan niet alleen de gladiolen vanwege de eerste Nederlandse titel op haar te wachten, maar ook de dopingcontroleurs. Schokker is verrast: ze beschouwt zichzelf als een recreant en heeft geen NOC*NSF topsportstatus; ze is naar eigen zeggen ook nooit door de Atletiekunie erop geattendeerd dat ze als amateur op doping gecontroleerd kan worden.

"Ze is met stomheid geslagen over de dopingovertreding want ze is vóór de wedstrijd in Winschoten juist gestopt met het slikken van modafinil"

Een paar weken later wordt Schokker door de Dopingautoriteit op de hoogte gesteld van haar positieve dopinguitslag. Het gaat om het middel modafinil, oorspronkelijk op de markt gebracht als medicijn voor mensen met slaapziekte maar tegenwoordig steeds populairder als smart drug vanwege de oppeppende en focusverhogende eigenschappen. Op de lijst van verboden middelen valt modafinil onder de categorie van de stimulantia, de groep middelen die met 29 initiële positieve uitslagen in 2019 het vaakst bij een afwijkende dopingbevinding in ons land aangetroffen wordt.

Schokker slikt modafinil sinds haar studententijd toen ze met concentratieproblemen en plotse slaperigheid kampte. Toch is ze met stomheid geslagen over de dopingovertreding want ze is vóór de wedstrijd in Winschoten juist gestopt met het slikken van modafinil. Totaal naïef over doping is ze namelijk ook weer niet: nadat een hardloopvriendin haar eerder vertelde dat bepaalde medicijnen op de dopinglijst voorkwamen, heeft Schokker gegoogeld of modafinil hier ook bij zat. Het bleek zo te zijn maar begreep ze toen ze verder las: het middel is alleen ‘binnen wedstrijdverband’ verboden zodat het vanaf 12 uur voor de race niet meer genomen mag worden. Schokker waande zich daarom méér dan veilig: omdat ze uitgerust aan de start wilde verschijnen en daarvoor een goede nachtrust wel kon gebruiken, had ze besloten om de modafinilpillen al vier dagen eerder opzij te leggen.

fotoJvT-3
Medisch attest
De vier dagen onthouding blijken voor Schokkers lichaam niet voldoende tijd om de modafinil volledig af te breken en uit te scheiden: het dienstdoende dopinglaboratorium in Gent treft in het urinemonster voldoende sporen van het belangrijkste tussenproduct van het middel aan om de testuitslag als positief aan te vinken. Omdat volgens het dopingreglement iedere atleet zelf verantwoordelijk is voor alles wat in zijn lichaam terecht komt, heeft Schokker schuld aan een dopingovertreding. En in tegenstelling tot het strafrecht waar een verdachte onschuldig is tot het tegendeel bewezen is, werkt dit bij dopingzaken precies andersom. Schokker had zelf moeten bedenken dat ze tijdens een dopingcontrole mogelijk positief zou testen en op tijd moeten stoppen met het slikken van de modafinil.

‘Je test positief, het is prestatiebevorderend maar het mag van de dokter’

Of ze had moeten doen wat topsporters die een geneesmiddel nodig hebben voor hun dagelijks functioneren, ook doen: een medisch attest aanvragen. In 2019 kregen 118 atleten dispensatie om een middel dat op de dopinglijst staat te mogen gebruiken en de helft hiervan had betrekking op het ADHD-medicijn methylfenidaat (ritalin), dat in dezelfde categorie van stimulantia als modafinil valt. Dat een medisch attest geen geheimen voor de Nederlandse topsporters heeft, blijkt ook uit het eerder genoemde onderzoek van het Mulier Instituut: 90 procent van de respondenten liet weten bekend te zijn met de procedure en één op de acht had hier daadwerkelijk ervaring mee.

In interviews die zijn opgetekend in het rapport van Bureau Beke spreken trainers, coaches, sportartsen en sporters het vermoeden uit dat het medicijngebruik en het aantal verstrekte dispensaties is toegenomen. Zo vertelt een respondent gezien te hebben dat dit aantal bij een atleet ‘een heel boekje vol’ was; een ander heeft zelf bij een topsporter een kast vol met medicatie zien staan. In de veronderstelde toename van dispensaties wordt door de respondenten het grootste gevaar gezien. ‘Je test positief, het is prestatiebevorderend maar het mag van de dokter’, zo schetst een van hen.

fotoJvT-4Hinke Schokker is geen topsporter en niet op de hoogte van de mogelijkheid om medische dispensatie voor haar gebruik van modafinil te krijgen. Pas na haar positieve test wordt ze erop gewezen door mensen die beter in de stof zitten. Recent heeft ze, middels een medische verklaring van haar huisarts, de dispensatie aangevraagd bij de Dopingautoriteit én ook gekregen. Probleem alleen is dat deze pas op het moment van haar aanvraag ingaat en niet met terugwerkende kracht tot de Run van Winschoten. Wat hierbij niet in haar voordeel werkt: ze slikte de modafinil destijds op eigen houtje, nog zonder recept van de huisarts.

Irrelevante hoeveelheid
Regels zijn regels en dat geldt al helemaal wanneer het een dopingvergrijp betreft. Zonder geldig medisch attest had Hinke Schokker op moeten passen met het gebruik van modafinil terwijl ze aan hardloopwedstrijden meedeed. Maar wacht eens even… het gaat hier toch om een middel dat tijdens de wedstrijd (‘in competition’) verboden is? Hinke Schokker geeft aan dat ze al vier dagen ervoor stopte met het gebruik ervan, was dat niet afdoende? En had ze dan nog wel profijt van het pepmiddel tijdens de race?

Volgens dopingexpert Douwe de Boer, die Schokker om raad vroeg, is dat laatste hoogst onwaarschijnlijk. Tegen betaling van 500 euro per urinestaal kreeg Schokker de beschikking over de ruwe data van haar labuitslagen en na drie dagen puzzelen concludeerde De Boer dat de gevonden concentratie van modafinil te laag voor een farmacologisch effect van het middel was. Rekening houdend met de halfwaardetijd en dosering van de laatste pil die Schokker voor haar wedstrijd nam, kwam de gevonden concentratie in de urine netjes overeen met de verwachtte waarde na vier dagen onthouding.

"Een atleet kan vier jaar geschorst worden, een tijdsduur die overeen komt met die van straffen in het strafrecht"

Helaas voor Schokker, dit wil echter niet zeggen dat ze de modafinil netjes op tijd opgeborgen had. Volgens de dopingregels mag een middel dat binnen wedstrijdverband namelijk verboden is vanaf 12 uur voorafgaand aan de race tot aan de dopingcontrole niet in het lichaam van een atleet aangetroffen worden. Ook wanneer het hierbij om een irrelevante hoeveelheid gaat.

Het toont volgens De Boer maar weer dat de dopingregels momenteel veel te veel ruimte voor interpretatie laten. 'Als het nu om 5 minuten tijdstraf zou gaan, dan valt er met deze regels te leven. Maar een atleet kan vier jaar geschorst worden, een tijdsduur die overeen komt met die van straffen in het strafrecht. Maar daarbij moet de aanklager de bewijslast aandragen en de rechter zien te overtuigen van schuld. Hier gaat het andersom. Dat vereist een feilloos systeem en dat is er nu duidelijk niet.' De Boer pleit er voor om voor modafinil een zinvolle grenswaarde vast te stellen die gebaseerd is op de farmacologische effectiviteit en klaringseigenschappen van het middel; test je daarboven, dan heb je een dopingovertreding begaan.

extraJvT-2Onzekerheidsmarge
Slechts voor een handvol stoffen bestaat er momenteel zo’n grenswaarde maar eigenlijk zou die er voor alle ‘in competition’-middelen moeten komen. Maar de dopinglaboratoria zijn hier niet happig op, zegt De Boer. 'Het is een boel uitzoekwerk, voor iedere stof wil je nauwkeurig de grenswaarde bepalen en vervolgens moet je analyse ook nauwkeurig genoeg zijn om de juiste concentratie van de stof in een monster te meten. Dat kost veel tijd en geld.' De Boer legt uit dat de huidige analyse van een monster zoals die momenteel door een dopinglaboratorium gedaan wordt niet geschikt is om de exacte concentratie van één enkele stof zoals modafinil te bepalen omdat er gescreend moet worden op honderden stoffen. 'De onzekerheidsmarge is groot. Maar een lab is niet verplicht om de precieze concentratie van een opgespoorde stof door te geven. Positief is voldoende. De atleet kan dan nog wel de ruwe data opvragen maar die worden in een behoorlijk ondoorzichtig format waaraan een aantal minimale eisen zijn gesteld, aangeleverd. Om daar wat van te maken, heb je specialistische kennis nodig; zelfs mij kost zoiets een paar dagen.'

"Hinke Schokker wil helemaal niet aan sport doen wanneer daar dit bizarre dopingbeleid aan hangt"

Tel hierbij de broodnodige juridische kennis die komt kijken bij het aanvechten van een dopingovertreding en het is geen verrassing dat de meeste betrapte amateuratleten het erbij laten zitten. Het was ook Schokkers eerste ingeving maar ze vindt de dopingwetgeving zo bezopen dat ze toch in beroep is gegaan; naar eigen zeggen heeft ze inmiddels meer dan 15 duizend euro in de zaak gestoken. Wat haar daarbij ook bevreemdt is de in haar ogen vijandige houding van de Dopingautoriteit. Heeft deze niet als taak om ook de amateursporter goed voor te lichten en te begeleiden, zoals destijds bij topzwemster Kira Toussaint wél gebeurde? Welk doel dient dit hele anti-dopingbeleid eigenlijk?

In februari zal Schokker de uitspraak van haar dopingzaak te horen krijgen. Het is anderhalf jaar na haar eerste dopingcontrole die haar leven zo op de kop heeft gezet. Het is meteen ook haar laatste geweest: Schokker wil helemaal niet aan sport doen wanneer daar dit bizarre dopingbeleid aan hangt. Ze wil alleen maar fijn hardlopen. Daar heeft ze gelukkig geen wedstrijden van de Atletiekunie voor nodig.

Aanstaande zondag 31 januari om 19.00 uur heeft Pointer op NPO Radio 1 ook aandacht aan dit onderwerp besteed. Klik hier om die uitzending terug te luisteren.

Jurgen van Teeffelen (1968) is freelance wetenschapsjournalist sinds 2014. Tot die tijd werkte hij als gepromoveerd fysioloog aan universiteiten in Nederland (AMC, Maastricht) en de Verenigde Staten (Yale). Van Teeffelen schrijft graag over wetenschap in relatie tot sport en bewegen en over doping. Begin 2019 is zijn boek ‘Het maakbare uur. Een zoektocht naar de ultieme wielerprestatie’ verschenen. Sinds 2020 is hij co-host van de Slimmer Presteren Podcast. Voor meer informatie: www.jurgenvanteeffelen.nl en slimmer-presteren-podcast.nl


fotoJvT-5

« terug

Reacties: 2

Henk Kraaijenhof
29-01-2021

Typisch verhaal, saillant detail: 'Tegen betaling van 500 euro per urinestaal kreeg Schokker de beschikking over de ruwe data van haar labuitslagen'. Die dopingtest was natuurlijk allang betaald door de opdrachtgever maar het lab pakt nog eens 500 euro extra voor een uitdraai. Mooi bijverdienmodel! Kassa! Geloof het of niet, antidoping is gewoon handel: zie het Ruslandschandaal. Kosten voor de sporter 15.000 euro. Begrijpt u dit nog?
 

Hinke Schokker
12-02-2021

Beste Henk Kraaijenhof, bedankt voor je reactie. Ik begreep die 500 euro ook niet helemaal; het zijn echt maar een paar velletjes papier. Ik heb zelfs 2x500 euro betaald; voor het A-staal en het B-staal. Ik heb er nog een vraag over gesteld, waarin die paar velletjes 500 euro kosten maar kreeg daar niet echt een duideiljk antwoord op. Overigens zijn de kosten die ik heb gemaakt al weer wat hoger dan die 15.000. Dat ik het sporten opgeef is niet het ergste; het meest heftige is alle ellende er omheen. 

Je opmerking dat antidoping handel is, herken ik en ik geloof zeker dat er een mate van eigenbelang is in het in stand houden vh huidige systeem, ook al is het huidige systeem niet rechtvaardig, niet effectief en zorgt het voor een grote mate van rechtsongelijkheid. De druk om te veranderen moet van buitenaf komen. Er zijn genoeg critici, hoewel die grotendeels genegeerd worden. 

Naast Paul Dimeo heeft Roger Pielke er ook veel goede artikelen over geschreven, o.a. over de wetenschappelijke integriteit, zie bijv. het artikel "Can anti-doping bodies maintain their scientific integrity? The answer is troubling | Drugs in sport | The Guardian".

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst