Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Open clubs die het sportaanbod gesloten houden 14 juni 2016

door: Sanne Cobussen, Jasper van Houten, Niek van Gemert & Michel Luijmes

Het inzetten op open clubs, maatschappelijke verenigde sportverenigingen, ondernemende zwemverenigingen of clubhuizen van de toekomst is hot tegenwoordig. We zien verschillende voorbeelden veelvuldig voorbij komen, zoals het Sportplusprogramma van de gemeente Rotterdam, waarmee getracht wordt de maatschappelijke functie van sportvereniging te vergroten. Of Samen Doetinchem, een samenwerking van een voetbalvereniging met de gemeente Doetinchem, het Graafschap College (MBO) en Welzijnsorganisatie Zozijn. Dit project zet zich in voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Vitaal+ is een derde voorbeeld uit Utrecht waarbij sportverenigingen samenwerken met partners in de wijk om de leefbaarheid van de samenleving te vergoten.

NOC*NSF beschrijft op haar website een open club als: 'Een ontmoetingsplek waarbij zij eigen leden, andere regelmatige bezoekers van de club en de buurtbewoners uitnodigt om te sporten en om bij de vereniging betrokken te raken en te blijven' (NOC*NSF, 2016). De deuren van de verenigingen openen voor nieuwe doelgroepen en de drempels die mogelijk aanwezig zijn hierbij wegnemen door samen te werken is een heldere ambitie. Vorig jaar heeft NOC*NSF de open club al eerder gespecificeerd als een vereniging met vier kernelementen.

De kernelementen van een open club
Zo heeft een open club ondernemingszin, het is een vereniging die activiteiten organiseert in de kantine, rondom nieuw sportaanbod of aanvullende diensten aanbiedt als kinderopvang of huiswerkbegeleiding. Een open club werkt daarbij aan een open cultuur wat gekenmerkt wordt door een groei-ambitie naar nieuwe leden en speciale activiteiten om sportende niet-leden aan te trekken. Een open club opereert daarnaast vraaggericht door de behoefte van de leden en de buurt waarin men actief is in kaart te brengen of te kennen. Het vierde kernelement van een open club is tot slot samenwerking met vele mogelijke partijen (NOC*NSF, 2015, p. 46).

"Open clubs kunnen op diverse manieren vormgegeven worden, voor elke club is de juiste manier anders"

In de literatuur over open clubs wordt gesproken over open club-continuüm of -ladder, want NOC*NSF stelt: 'voor de ideale open club bestaat geen formule'. Open clubs kunnen op diverse manieren vormgegeven worden, voor elke club is de juiste manier anders. Zoals Kalmthout, Hoekman en Van Es (2015) schrijven hebben elke gemeente, dorp, buurt, wijk, sportpark en de daar aanwezige verenigingen specifieke behoeften en mogelijkheden en dus een andere open club. De open club is daarmee contextafhankelijk.

Voorbeelden van open clubs die de publiciteit halen zijn voorbeelden van grote open clubs met projecten waarbij de sport(accommodatie) wordt geopend voor niet-leden. Wij zouden graag aandacht vragen voor voorbeelden die lager op de open clubladder staan om ook kleinere clubs en verenigingen te inspireren.

Beperkte implementatie
De meeste voorbeelden van open clubs zijn verenigingen die de sport en/of sportaccommodatie openstellen voor niet-leden en andere organisaties. Veelal zijn deze niet-leden kwetsbare doelgroepen die (vanuit de gemeente) meer aandacht verdienen. Ons inziens is dit een beperkte implementatie van de open club. Deze beperking komt voort uit de voorwaarde dat de desbetreffende sportvereniging moet beschikken over een eigen accommodatie die vrijwel onbeperkt gebruik kan worden.

"Voor vele zaalsporten is het vechten om goede trainingstijden in een sporthal die geschikt is"

Deze beperking wordt ook herkend door Kalmthout, Hoekman en Van Es (2015). Zij benoemen dat de sportaccommodatie een belangrijke randvoorwaarde is voor de ontwikkeling naar een open club. Zodoende gaat het merendeel van de voorbeelden van open clubs over voetbal- en hockeyverenigingen die beschikken over een eigen accommodatie die 24/7 beschikbaar is. Vele andere verenigingen in Nederland kennen deze luxe niet. Voor vele zaalsporten is het vechten om goede trainingstijden in een sporthal die geschikt is voor de betreffende sport.

Vraag naar zwemwater
Misschien nog wel extremer is het bij de zwemverenigingen in Nederland. Al jaren gaat de KNZB het gesprek aan om meer zwemwater beschikbaar te krijgen voor de zwemsport in Nederland. 93% van de Nederlandse zwemverenigingen beschikt over een gehuurde accommodatie (CBS 2012, in SCP: Rapportage Sport 2014, tabel 7.5) en 40% van deze zwemverenigingen heeft problemen om voldoende zwemwater te verkrijgen (KNZB: Masterplan Accommodaties 2014).

Is het voor deze zwemvereniging reëel om de vereniging open te stellen voor nieuwe/kwetsbare doelgroepen? Het blijkt al zo lastig om voor de leden van de vereniging sportaanbod te realiseren dat het ons inziens een brug te ver is om de sport ook open te stellen voor nieuwe doelgroepen. Ook het multifunctioneel gebruiken van de accommodatie is voor deze verenigingen geen optie. Terwijl hockey- en voetbalverenigingen kunnen streven naar het buurthuis van de toekomst in de sportkantine is dit voor verenigingen die een accommodatie huren geen optie.

Betekent dit dat de open club niet is weggelegd voor verenigingen zonder eigen accommodatie, die niet in staat zijn het sportaanbod te vergroten? Geenszins lijkt ons. Veel van deze sportverenigingen beschikken over kader dat uitstekend in staat is elke week (op verschillende locaties) vele sporters te laten trainen en wedstrijden te laten spelen. Dit getuigt van een sterk organiserend vermogen, waarbij ook sprake kan zijn van een open cultuur, ondernemingszin en samenwerking.

"Verenigingen kunnen ook een maatschappelijke rol vervullen zonder een eigen accommodatie te hebben of het sportaanbod open te stellen"

Door dit organiserende vermogen tevens aan te wenden voor de organisatie van andere activiteiten die van waarde zijn voor een gemeenschap, kunnen verenigingen ook een maatschappelijke rol vervullen zonder een eigen accommodatie te hebben of het sportaanbod open te stellen.

Voorbeeld
Als voorbeeld van een dergelijke vereniging willen we graag Zwem- en Polovereniging Thetis uit Gendt (www.thetisgendt.eu) noemen. Dit is een kleine zwemvereniging met 125 leden. Sinds enkele jaren kan de vereniging gebruik maken van een zwemaccommodatie binnen de gemeentegrenzen. Decennia daarvoor werden diverse accommodaties in andere gemeenten bezocht voor trainingen en wedstrijden. Het openstellen van de vereniging voor niet-leden is geen optie voor de vereniging. Net als vele andere zwemverenigingen is het verkrijgen van voldoende zwemwater een knelpunt en het geven van bijvoorbeeld zwemlessen is door de accommodatie verhurende organisatie niet toegestaan. Maar de vereniging is wel in staat het jaarlijkse Kersenfeest (24, 25 en 26 juni) in het dorp te organiseren. Dit feest met een dorpskarakter is een weekend vol activiteiten die op toerbeurt door (culturele) verenigingen wordt georganiseerd.

Thetis heeft met het organiseren van deze festiviteiten drie doelen: allereerst zichzelf presenteren aan de gemeenschap en laten zien welke mooie dingen georganiseerd kunnen worden voor de dorpsbewoners (kinderactiviteiten, (jeugd)triatlon, braderie, oecumenische kerkdienst). Daarnaast zet Thetis zich gedurende deze festiviteiten in om geld in te zamelen voor het goede doel: 'Swim to fight cancer'. Op diverse momenten worden de bezoekers van de festiviteiten gevraagd een financiële bijdrage te leveren aan dit doel. Tot slot streeft de vereniging naar een dusdanige financiële borging van de festiviteiten dat er aan het einde nog financiële middelen overblijven die de verenigingskas aanvullen.

"Een open club kan ook een vereniging zijn die incidenteel een substantiële bijdrage levert aan de gemeenschap"

Kortom, een open club kan ons inziens ook een vereniging zijn die niet het sportaanbod openstelt voor nieuwe doelgroepen noch een structureel aanbod van andersoortige activiteiten aanbiedt in een sportkantine, maar die (incidenteel) een substantiële bijdrage levert aan de gemeenschap door haar organiserend vermogen voor andere doeleinden en in andere contexten te benutten. Open staan voor deze alternatieve benadering van een open club biedt voor vele kleine verenigingen nieuwe mogelijkheden en dus kansen om ook grotere maatschappelijke rol te vervullen.

Referenties

  • CBS (2012) in Sociaal Cultureel Planbureau (2015). Rapportage Sport 2014, tabel 7.5 p.129
  • Kalmthout, J., Hoekman, R., en van Es, V. (2015). Maatschappelijke functie sportverenigingen in Gelderland, Ontwikkelrichtingen voor Provincie Gelderland. Utrecht: Mulier Instituut
  • KNZB (2014) Masterplan Accommodaties, Water Gezocht. p9
  • NOC*NSF (2015) Sportaanbiedersmonitor 2015, p. 42 (gevonden op 31 mei 2016, 13:10 uur)
  • NOC*NSF (2016) (gevonden op 17 mei 2016, 14:03 uur)

Sanne Cobussen is docent/onderzoeker bij het expertiseteam Sporteconomie en Strategisch Sportmanagement van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, begeleider van het Transferpuntsport www.transferpuntsport.nl en lid van het algemene coördinatieteam Kersenfeest 2016 van Zwem- en Polovereniging Thetis uit Gendt.

Jasper van Houten is docent/onderzoeker bij het expertiseteam Sporteconomie en Strategisch Sportmanagement van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, begeleider van het Transferpuntsport www.transferpuntsport.nl

Niek van Gemert is student van het Transferpuntsport van het expertiseteam Sporteconomie en Strategisch Sportmanagement van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

Michel Luijmes is student van het Transferpuntsport van het expertiseteam Sporteconomie en Strategisch Sportmanagement van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

« terug

Reacties: 4

Hans van Egdom
14-06-2016

Beste HAN'ers,

Mooi dat er aandacht is voor de Open Club. Open club is vooral een mindset van bestuurders. De concretisering hiervan kent vele vormen. Of zoals in jullie bijdrage aangegeven: "Open clubs kunnen op diverse manieren vormgegeven worden, voor elke club is de juiste manier anders". Het lijkt dat jullie een lans willen breken voor clubs zonder accommodatie en/of zonder uitbreiding van het aanbod. Volgens mij niet nodig, sterker nog jullie laten een prachtig voorbeeld zien van de diversiteit van een Open Club mindset. 

Jan Raateland
14-06-2016

 Beste HAN 'ers  ( bedankt Hans!),

Dank voor jullie duiding over het fenomeen Open Clubs. Lezers van jullie column zouden toch direct aan de slag willen gaan met de Open Club gedachte: er liggen geweldige kansen voor de sportvereniging, voor de buurt, de wijk. Belangrijke voorwaarde is de aanwezigheid van ondernemerschap bij bestuurders van de sportverenigingen. Daarvoor is bestuurlijke- en organisatiekracht nodig. Daar ligt de sleutel en de uitdaging!

loek jorritsma
14-06-2016

Geheel mee eens. Begin ook in gemeenten met de afstemming van de cycli van beleidsnota's zoals die van gezondheid, onderwijs, welzijn en die van de doelgroepen jeugd, ouderen, allochtonen, etc. en die van de activiteiten zoals topsport, beweegstimulering, anti-drugs en terugdringen alcoholgebruik, etc. Door die afstemming ontstaat wederzijdse betrokkenheid van de betrokken partners ter uitvoering van beleid en realisering van de doelstellingen. Dan ontstaat ook zicht op de ruimtelijke inrichting van een buurt, gemeente, wijk en de sociale, technische en financi"ele infrastructuur die daarvoor nodig is. En ga daar dan vervolgens ook zo creatief mogelijk mee om. Volendam: jeugd gratis lid van (top)handbalvereniging indien ondertekenen contract geen alcohol en drugs. Dus jeugdbeleid, gezondheidsbeleid, welzijnsbeleid, (top)sportbeleid, onderwijsbeleid en realisering antidrugs en terugdringing alcohol gebruik. Naast reeds fucntionerend als Dienst van Algemeen Economisch Belang daarmee ook Diensten van Specifiek Economisch Belang. (Alhoewel dat laatste begrip nog niet voorhanden is bij de discussie over staatsteun)

Janine van Kalmthout en Jan-Willem van der Roest
14-06-2016

Mooi, herkenbaar stuk. Voor elke vereniging is een rol weggelegd binnen het gedachtegoed van de Open club zolang het maar past binnen het DNA, de kracht en ambitie van de club, maar vooral ook de context waarin de club actief is. Dit maakt dat er voor verenigingen met een eigen accommodatie meer mogelijkheden zijn en dat zij vaker door gemeenten en andere partijen worden aangesproken om hun functie te verbreden. Maar ook kleinere verenigingen en clubs die een accommodatie huren zijn actief als Open club, alleen dat springt minder in het oog.  De verbreding die zij zoeken, en die in bovenstaand stuk treffend wordt aangehaald, kunnen juist een waardevolle toevoeging van verenigingen aan hun omgeving zijn.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst