Vakblad over training, coaching, sportrevalidatie en toegepaste sportwetenschap
Sportgericht is hét vakblad over training, coaching, sportrevalidatie en toegepaste sportwetenschap in Nederland en België. Het bestaat al 73 jaar en biedt elk nummer een grote hoeveelheid vakinformatie voor iedereen die werkt op het gebied van top- en wedstrijdsport, bewegen en fitness. De artikelen gaan bijvoorbeeld over inspanningsfysiologie, motorisch leren, kracht- en revalidatietraining, coaching, mentale training, didactiek, functionele anatomie en biomechanica.
Hanno van der Loo - hoofdredacteur van Sportgericht - licht voor Sport Knowhow XL in de rubriek 'Sportgerichte wetenschap' steeds één van die interessante artikelen eruit en geeft er een beknopte samenvatting van. De volledige versie van het artikel is te lezen via een link onderaan elke samenvatting.
door: Hanno van der Loo
Het selecteren van jeugdige sporttalenten is geen sinecure. Regelmatig trapt men nog in de (al decennia lang bekende) valkuil van het geboortemaandeffect. Meer recent is echter geopperd dat dit effect ongunstig geboren sporters juist zou kunnen helpen om op langere termijn het maximale uit hun mogelijkheden te halen. Kan een aanvankelijk nadeel inderdaad worden omgebogen in een voordeel?
Bas is 15 jaar en volleybal is zijn lust en zijn leven. Hij kan niet wachten op de volgende training en tussendoor zie je hem ieder vrij moment zijn pass oefenen tegen de huismuur of ‘dollen’ met volleybalvrienden. Spelenderwijs maakt hij het zichzelf steeds een beetje moeilijker, waardoor hij leert om snel te reageren op allerlei verschillende balbanen. De trainer van zijn club heeft zijn gedrevenheid en zijn progressie gezien. Hij laat Bas regelmatig meespelen met oudere jongens en daartussen weet hij zich door zijn behendigheid prima te handhaven.
Voorwaarden
Niemand weet hoe goed Bas uiteindelijk zal kunnen worden. Zelf droomt hij van een internationale topsportloopbaan, maar om die droom werkelijkheid te laten worden, zal hij nog vele jaren heel veel moeten trainen, dat beseft hij maar al te goed. Maar alleen veel trainen is niet genoeg. Hij zou graag geselecteerd worden voor de nationale jeugdselectie, want dan zou hij de beste voorwaarden krijgen om zich optimaal te ontwikkelen: de beste trainers, de beste trainingspartners en de beste ondersteuning op het gebied van school, voeding, fysieke training en wat er verder nog allemaal bij komt kijken. Helaas ziet ‘de bond’ het niet echt in hem zitten. Hij is wel een goede, gedreven speler, maar qua lengte en ‘fysiek’ komt hij gewoon tekort. Een leuke speler voor de nationale competitie, maar ongeschikt voor het internationale niveau, daar zijn de bondscoaches het tijdens een selectietraining al snel over eens.
Het betekent dat hij het op selectiemomenten altijd moet opnemen tegen jaarganggenoten die allemaal - tot maximaal een jaar - ouder zijn dan hij
Peildatum
Mogelijk hebben ze over het hoofd gezien, dat Bas geboren is op 30 september, om precies te zijn om 23:59 uur. Dat is op zichzelf geen probleem (de stand van de sterren heeft er niets mee te maken), maar in relatie tot de peildatum van 1 oktober wel. Het betekent dat hij het op selectiemomenten altijd moet opnemen tegen jaarganggenoten die allemaal - tot maximaal een jaar - ouder zijn dan hij. En dus zijn ze vaak ook langer en sterker en hebben ze mogelijk al een extra seizoen volleybal achter de rug. Dat Bas bovendien een laatrijper is, geeft hem een dubbel nadeel. Zijn volleybalvaardigheid verdrinkt in het fysieke geweld van een flink aantal langere en sterkere jaarganggenoten, waardoor hij nauwelijks kans maakt om geselecteerd te worden en de faciliteiten te krijgen die hem zouden kunnen helpen zijn talent maximaal te ontwikkelen.
Geboortemaandeffect
Om misverstanden te voorkomen: dit verhaal van Bas gaat niet over volleybal of over de Nevobo, maar over alle sporten in binnen- en buitenland waarin lengte en/of fysieke kracht in de jeugd sterk prestatiebepalend zijn, dan wel als belangrijke voorwaarden voor het internationale topsportniveau worden gezien. In al die sporten ligt het geboortemaandeffect (Engels: relative age effect) altijd op de loer. Ondanks dat er geen enkele aanwijzing is dat de geboortedatum ‘sec’ van invloed is op de aangeboren aanleg voor een bepaalde sport, wordt al decennia lang in allerlei selecties, in allerlei sporten en in allerlei landen keer op keer een scheve verdeling van de geboortemaanden geconstateerd (zie figuur hierboven). Veel geselecteerden blijken kort na de peildatum jarig en steeds minder geselecteerden verjaren als de peildatum al weer in zicht komt.
'Een gevolg van het geboortemaandeffect is dat later geboren sporters minder kans maken als talent ‘ontdekt’ te worden'
Twee minuten
Voor Bas betekent dit dat zijn moeder beter iets minder haar best had kunnen doen bij de bevalling, of dat zijn vader liever twee minuutjes had gesmokkeld bij het aangeven van zijn geboorte. Dan zou hij niet op 30 september, maar op 1 oktober jarig zijn geweest en had hij steeds het voordeel gehad de oudste in zijn jaargang te zijn. Dat zou zijn late rijping grotendeels hebben gecompenseerd, waardoor hij mogelijk wel geselecteerd zou worden voor de nationale jeugdselectie en een optimale opleiding tot topsporter zou kunnen volgen.
Self-fulfilling prophecy
In een recent artikel1 in SPORTgericht, waarin hij diverse internationale onderzoeken naar het geboortemaandeffect bespreekt, schrijft Germen van Heuveln: 'Een gevolg van het geboortemaandeffect is dat later geboren sporters minder kans maken als talent ‘ontdekt’ te worden en mogelijk eerder stoppen vanwege motivatieproblemen. Doorgaans krijgen sporters die wel geselecteerd worden namelijk toegang tot betere coaching en meer trainingsuren, waardoor de verschillen met hun jongere jaarganggenoten alleen maar groter worden. Een self-fulfilling prophecy.'
Zulke self-fulfilling prophecies komen overigens ook bij volwassen topsporters voor, zo blijkt uit een recente publicatie2 van Miro Banovic en Otto Koppius op Sport Knowhow XL. Zij keken internationaal naar de invloed van de verwachtingen vooraf op het aanpassingsproces van nieuw aangetrokken voetballers bij profclubs: 'Een speler waar hoge verwachtingen van zijn, zal vaker speelminuten krijgen in een wedstrijd. Door die extra speelminuten zal die speler zich ook sneller aanpassen dan een speler die alleen maar meetraint en door die snellere aanpassing zal hij ook beter gaan presteren, waardoor de verwachtingen bijna zichzelf waarmaken. De analyse bevestigde dit: de eventuele vooruitgang van spelers komt puur doordat ze meer of minder speelminuten maken.'
Van je nadeel een voordeel maken?
Is het door het geboortemaandeffect ‘game over’ voor Bas? Dat hoeft natuurlijk niet. Het blijft mogelijk dat hij een aantal jaren later alsnog wordt geselecteerd voor het nationale team en zelfs uitgroeit tot één van de steunpilaren. Hij zou dan van zijn aanvankelijke fysieke nadeel een voordeel hebben gemaakt: door zich technisch, tactisch en mentaal beter te ontwikkelen dan zijn jaarganggenoten heeft hij weten te overleven in de afvalrace naar de top.
'Toppers hebben zich niet ondanks, maar dankzij het geboortemaandeffect ontwikkeld'
In recente wetenschappelijke literatuur wordt bediscussieerd of de extra weerstand die laatgeboren talenten ondervinden juist een sleutel tot internationaal topsportsucces zou kunnen zijn. Grote skikampioenen als Lindsey Vonn, Herman Maier en Alberto Tomba zijn bijvoorbeeld alle drie geboren in het ongunstige vierde kwartaal. Van Heuveln: 'Zij moesten dus leren optimaal gebruik te maken van andere eigenschappen en ontwikkelden mentale weerbaarheid. Met andere woorden: toppers hebben zich niet ondanks, maar dankzij het geboortemaandeffect ontwikkeld. Dit ‘underdog-effect’ is volgens sommige onderzoekers3 een noodzakelijke hobbel om uiteindelijk te slagen in de topsport.'
Regel of uitzondering?
Deze redenering voelt voor mij toch een beetje alsof van de uitzondering een regel wordt gemaakt. Nader onderzoek zal duidelijk moeten maken hoe dit nu precies in elkaar zit. Maar als het al zo is dat ongunstig geboren sporttalenten hun nadeel uiteindelijk weten om te buigen in een voordeel, dan roept dit direct de vraag op of er in de opleiding van alle topsporttalenten niet meer aandacht zou moeten worden besteed aan de specifieke technische, tactische en mentale competenties die uiteindelijk doorslaggevend zullen zijn voor het halen van de top.
Referenties:
- Heuveln G van (2019). Faalt ons talentsysteem? Deel 2: het geboortemaandeffect, SPORTgericht, 73 (2), 45-48.
- Banovic M & Koppius O (2019). Wintertransfers in voetbal: komen de verwachtingen ook uit? Sport Knowhow XL, 12 februari 2019.
- Bjerke Ø et al. (2017). An inverse relative age effect in male alpine skiers at the absolute top level. Frontiers in Psychology, 8, 1210.
Hanno van der Loo (1968) is voormalig tienkamper en studeerde bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam. Hij werkt als sportwetenschappelijk adviseur, auteur en docent via bureau AdPhys in Boskoop (www.adphysbureau.nl) en is hoofdredacteur en uitgever van Sportgericht (www.sportgericht.nl).