12 november 2024
Opinie
door: Sjors van Leeuwen
Het voortbestaan van veel sportverenigingen staat onder druk. Ze hebben vaak te maken met een tekort aan bestuurders en vrijwilligers, teruglopend ledenaantal, financiële problemen en worstelen met steeds complexer wordende wet- en regelgeving. Om te kunnen overleven moeten sportverenigingen toekomstbestendiger worden. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want waar begin je en waar op moet je letten? In een tweeluik passeren belangrijke ontwikkelingen de revue en vind je een aantal concrete inzichten en handvatten om jouw sportvereniging toekomstbestendiger te maken waarbij we ter inspiratie kijken naar enkele stappen die voetbalvereniging VDZ uit Arnhem op dit gebied de afgelopen jaren heeft gezet. In dit eerste deel wordt de nadruk gelegd op de kenmerken van een toekomstbestendige sportvereniging. Volgende keer zal in deel 2 vooral worden ingegaan op de manier waarop een vereniging toekomstbestendig kan worden.
Sportverenigingen hebben te maken met uitdagende tijden. Het sportgedrag van mensen verandert en sporten in verenigingsverband lijkt minder populair te worden. De kosten nemen toe, net als het tekort aan bestuurders en vrijwilligers. Om over de steeds complexere wet- en regelgeving maar niet te spreken. De overheid wil graag dat sportverenigingen zich breder ontwikkelen, met een breder sportaanbod voor meerdere doelgroepen. Sportverenigingen krijgen een steeds belangrijkere rol op het gebied van sporten, bewegen, gezondheid, welzijn en gemeenschapszin.
Sportvereniging staat onder druk
Door al deze ontwikkelingen en uitdagingen staat het voortbestaan van veel sportverenigingen op het spel. Of zoals Mulier Instituut (2022) het formuleert: ‘De sterkte van sportverenigingen staat onder druk’. Sportverenigingen staan voor een belangrijke opdracht om als vereniging te kunnen overleven: toekomstbestendig(er) worden!
In 2023 was volgens het RIVM slechts 1 op de 4 (24%) Nederlandse sportverenigingen een vitale vereniging te noemen. Vitale verenigingen zijn organisatiekrachtig en vervullen een maatschappelijke rol. 30% van de sportverenigingen kan gezien worden als kwetsbaar. Deze verenigingen hebben een minder krachtige organisatie en hebben nauwelijks oog voor een bredere maatschappelijke functie.
Ten opzichte van eerdere metingen in 2021 en 2019 daalt het percentage krachtige sportverenigingen en stijgt het aantal kwetsbare sportverenigingen. De RVVB, het register voor verenigingsbestuurders, stelde in 2023 zelfs dat meer dan de helft van alle sportverenigingen in ernstige problemen zit, of de komende jaren gaat komen. ‘Voor een steeds groter wordende groep verenigingen komt de ondergrens qua leden, vrijwilligers en/of financiën wel dichtbij’, schreef verenigingsondersteuner Robert Barclay eerder op Sport Knowhow XL.
Schaalvergroting en professionalisering
Door deze ontwikkelingen groeit het belang van sterke en goed geleide sportverenigingen. Bijna een kwart van de sportverenigingen definieert zich als ‘niet sterk’. Het zijn volgens Mulier Instituut (2022) vooral kleine verenigingen, verenigingen zonder eigen kantine en verenigingen zonder eigen accommodatie die negatief zijn over de sterkte van hun organisatie. Kleine verenigingen hebben het vaak moeilijk en stoppen of fuseren. Dus zie je ook in verenigingsland schaalvergroting en professionalisering optreden. Met als gevolg dat aantal sportverenigingen in Nederland afneemt. Om een idee te geven: in Arnhem waren er midden jaren negentig nog 33 voetbalverenigingen actief, nu zijn dat er nog elf waarvan zes grotere en vijf kleinere clubs.
Als het gaat om schaalvergroting kunnen sportverenigingen verschillende richtingen bewandelen. Zoals groeien in leden door extra werving en door het reguliere sportaanbod af te stemmen op nieuwe subdoelgroepen. Denk bij een veldvoetbalvereniging aan verbreding met zaalvoetbal of bedrijfsvoetbal. Een andere strategie is samenwerken of fuseren met vergelijkbare sportverenigingen (1+1=2) of met andersoortige sportverenigingen tot een omni-sportvereniging. Zo is Kampong de grootste omni-sportvereniging van Nederland met meer dan 6.500 leden verdeeld over voetbal, cricket, hockey, squash, tennis en jeu de boules. Ook zijn er sportverenigingen die groeien door verbreding met niet-sportdoelgroepen en niet-sportaanbod. Een ingrijpende stap want het karakter van de vereniging verandert door zo’n ‘open club’-benadering aanzienlijk. Wat overblijft zijn de grotere sportverenigingen die doelbewust en doelgericht investeren in professionalisering om toekomstbestendiger te worden.
Wanneer ben je toekomstbestendig?
Je bent toekomstbestendig als de vereniging zich snel en goed kan aanpassen aan veranderende omstandigheden en uitdagingen, nu en in de toekomst. Dit betekent dat een sportvereniging:
• sterk, flexibel en veerkrachtig is;
• maatschappelijk georiënteerd is (‘open club’);
• vraaggericht, omgevingsgericht en samenwerkingsgericht werkt;
• voldoende betrokken leden, vrijwilligers, sponsors en partners aan zich weet te binden;
• duurzaam is in al zijn/haar facetten;
• financieel gezond en stabiel is.
Een standaard succesformule is er niet. Iedere sportvereniging is uniek, met zijn eigen geschiedenis, cultuur en omgeving. Toch is er wel een aantal succesfactoren te benoemen. Enkele van deze factoren worden hierna kort toegelicht.
Sterke sportvereniging
De sterkte van een sportvereniging wordt bepaald door de ‘middelen’ die het tot zijn beschikking heeft en de wijze waarop die worden ingezet. Mulier Instituut (2019) heeft het bijvoorbeeld over middelen als het besturend en organiserend kader, een duidelijk beleid, het ledenbestand, een geschikte accommodatie en voldoende financiën. Des te beter je deze middelen op orde hebt, des te meer toekomstbestendig je bent. Je kunt de sterkte en zwakte van een vereniging in kaart brengen met de bekende SWOT-analyse van interne sterke en zwakke punten (strengths & weaknesses) en externe kansen en bedreigingen (opportunities & threats).
De Gelderse Sportfederatie (GSF) beoordeelde op zijn beurt in 2019 via een 'verenigingsscan' de sterkte van verschillende Gelderse sportverenigingen aan de hand van acht organisatie-aspecten. Voor VDZ kwam de GSF tot het volgende oordeel: strategisch beleid (8,1), financiën & juridisch (8,3), leden (8,8), vrijwilligers (6,2), bestuur (7,5), accommodatie (7,5), communicatie (7,8) en maatschappelijke oriëntatie (6,2). Deze verenigingsscan bood VDZ concrete aanknopingspunten om de sterkte van de vereniging verder te verbeteren en daarmee ook de toekomstbestendigheid.
Flexibel en veerkrachtig
Flexibel en veerkrachtig zijn heeft alles te maken met de ‘wendbaarheid’ van de vereniging. Ben je in staat om snel en goed in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden en toekomstige ontwikkelingen? En ben je als vereniging veerkrachtig genoeg om te kunnen omgaan met calamiteiten en toekomstige tegenslagen ?
Het begint als eerste met een duidelijk kompas: de visie, missie, ambities en kernwaarden van de vereniging. Waar staat de vereniging voor, wat wil je bereiken en hoe pak je dat aan? Een duidelijke visie geeft mensen houvast en richting. Het versterkt de aantrekkingskracht van de vereniging voor bestaande en potentiële leden, sponsors, samenwerkingspartners en andere stakeholders. Een duidelijke visie is ook essentieel voor succesvolle verandering. Of zoals Johan Cruijff ooit zei: 'Ik heb een vreselijke hekel aan iemand die beweegt, maar niet weet waarnaar toe’.
Het kompas van VDZ is al bijna honderd jaar ongewijzigd, ook nu het meer dan 1.600 leden telt. Hierdoor zijn er minder onduidelijkheden, verlopen discussies gemakkelijker en kunnen besluiten sneller worden genomen. Met betrekking tot de werkorganisatie heeft VDZ verschillende keuzes gemaakt waarmee de flexibiliteit en veerkracht van de vereniging is versterkt. Zo is jaren geleden de ‘verplichte vrijwilligersregeling’ ingevoerd wegens een structureel tekort aan vrijwilligers. Alle leden en ouders van jeugdleden zijn verplicht om vrijwilligerswerk te doen. Men kan kiezen uit kaderfuncties, kantinediensten of jeugdtaken. Op dit moment zijn er bij VDZ ruim 300 kaderleden actief en voeren 650 leden/vrijwilligers samen 1.800 kantinediensten uit. Door het invoeren van de vrijwilligersregeling werd het ook gemakkelijker om jeugdtrainers, leiders en commissieleden te vinden. Ze melden zich vaak als vanzelf aan want ‘we moeten nu eenmaal ook iets doen’. De vrijwilligersregeling werd ook ingevoerd om meer betrokkenheid van leden en ouders van jeugdleden ‘af te dwingen’; VDZ is een vereniging van leden, voor leden en door leden. Iedereen telt mee, iedereen doet mee. De vrijwilligersregeling als visitekaartje van de club, dat hadden weinig mensen verwacht.
Ook werd de term ‘zelforganiserende commissie’ geïntroduceerd. VDZ groeide hard en het bestuur kon het niet meer behappen. Te vaak ook keken vrijwilligers naar het bestuur voor een antwoord of een oplossing. Het doel van VDZ met deze ‘zelforganiserende commissies’ is dat commissies zelfstandig de commissie op sterkte houden en de werkzaamheden en uitdagingen binnen hun eigen aandachtsgebied oppakken. Verder is er een verenigingsbureau (backoffice) ingericht met administratieve krachten onder leiding van een verenigingsmanager.
Maatschappelijk georiënteerd (‘open club’)
Bij een open club hebben bestuurders en betrokkenen een open houding. De club fungeert als ontmoetingsplaats en zorgt voor een breed sport- en activiteitenaanbod voor verschillende doelgroepen. Afgestemd op leden, buurtgenoten en andere geïnteresseerden. De club kijkt naar buiten en werkt samen met anderen om zoveel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen te krijgen. De club is actief en werkt vanuit een langetermijnvisie. De club denkt vraag- en buurtgericht en gaat steeds opnieuw na wat de behoeften zijn en speelt daarop in. Tot zover de theorie.
In de praktijk kent de 'open club' vele gedaantes. Sommige sportverenigingen ontwikkelen zich tot een 'buurtclubhuis', als ontmoetingsplaats voor mensen uit de buurt of het dorp. Andere sportclubs werken samen met zorg- en welzijnsinstellingen voor het organiseren van sport- en recreatie-activiteiten voor eenzame ouderen of mensen met een beperking. Ook zijn er sportverenigingen die voor basisscholen sportlessen verzorgen in het kader van meer sporten en bewegen op school. Andere sportverenigingen stellen hun clubhuis beschikbaar voor taalles aan migranten of tafeltennis voor de buurt. In grote steden vind je soms sportverenigingen die werkplekken hebben geregeld voor werkende ouders van sportende kinderen, inclusief warme maaltijd en kinderopvang.
Kortom, geen open club is hetzelfde en de mogelijkheden zijn eindeloos. Vaak zie je een mix van doelen, doelgroepen en activiteiten. Maar je kunt als amateursportvereniging niet alles voor iedereen doen en vaak is dat ook niet nodig. Dat betekent focus! Of zoals de Duitse wetenschapper, filosoof en staatsman Johann Wolfgang von Goethe ooit zei: 'In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister.'
VDZ omarmt al vele jaren het idee van ‘open club’. VDZ ontwikkelt zich verder als vitale, duurzame en maatschappelijke club én als ‘buiten(voetbal)sportpartner’ van de wijk; door het aanbieden of faciliteren van sportactiviteiten op doordeweekse ochtenden en middagen. Denk aan naschoolsporten voor scholieren of Walking Football voor ouderen. Dat is de focus van VDZ. De accommodatie van VDZ biedt dan, net als het gehele Sportpark Cranevelt en het park Zypendaal daarom heen, extra buitensportmogelijkheden voor leden, bedrijven en wijkgenoten. In weekenden en op doordeweekse namiddagen en avonden heeft VDZ de accommodatie zelf hard nodig voor de ruim 1600 leden en meer dan 90 teams. Als extra service naar leden en de buurt is er een fysiotherapiepraktijk gevestigd in het clubhuis.
Vraaggericht, omgevingsgericht en samenwerkingsgericht
Volgens het rapport Sport Toekomstverkenning (2017) van het RIVM voelt de moderne autonome sporter zich niet aangetrokken tot de klassieke sportvereniging. Een toekomstbestendige sportvereniging moet volgens het RIVM aan de volgende voorwaarden voldoen, om vanuit het verenigingsleven tegemoet te komen aan de vraag naar gezondheid en autonomie:
• is toegankelijk voor iedereen.
• is professioneel en breed georganiseerd.
• behoudt haar leden en trekt nieuwe leden aan.
• is vraaggestuurd in plaats van aanbodgestuurd.
• werkt samen met organisaties in de buurt zoals fysiotherapeuten, scholen en lokale ondernemers.
Volgende keer zal in het afsluitende deel 2 worden ingegaan op de manier waarop een vereniging stappen kan zetten om toekomstbestendig te worden.
Sjors van Leeuwen is zelfstandig managementadviseur. Hij adviseert bedrijven en instellingen op het gebied van klantgericht ondernemen, strategie en marketing. Hij is daarnaast als betrokken lid al vele jaren bestuurlijk en uitvoerend actief voor voetbalvereniging VDZ in Arnhem.
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.