3 juni 2008
Achtergronden
Begin jaren negentig ben ik bij Hockeyclub Amsterdam als trainer begonnen. Later werd ik technisch manager en vervolgens commercieel manager. Op die manier heb ik een aardig steentje bijgedragen aan de wederopstanding van de club. Met het toenmalige bestuur mocht ik de club helpen transformeren naar een toonaangevende hockeyclub met een bloeiende jeugdopleiding, tophockeysuccessen en een geheel nieuwe accommodatie. De belangstelling van buiten de club voor deze positieve ontwikkelingen was groot en menigmaal heb ik de resultaten van Amsterdam gepresenteerd op congressen en andere bijeenkomsten. Regelmatig kreeg ik uit de zaal te horen dat het niet zo moeilijk was om met een dergelijke club succes te hebben, omdat de randvoorwaarden optimaal waren. Ook al betwist ik dit laatste, toch werd ik geprikkeld door deze reacties.
Terug naar af
Rond de eeuwwisseling werd ik door de
toenmalige voorzitter van mijn jeugdclub Fletiomare gevraagd om hen te
ondersteunen bij het behouden van deze club voor Utrecht. De club stond er op
dat moment beroerd voor: het clubhuis was ‘uitgewoond’, het kunstgrasveld was
afgekeurd, financieel was de club technisch failliet en er waren nog maar
tachtig leden. Hoe nu verder?
• Belangrijk was om vooral niet in de
valkuil van de problemen van de dag te vallen. Er werd een werkgroep in het
leven geroepen die de lijnen voor de toekomst zou gaan formuleren en zich
primair daar op zou gaan richten.
• Daarnaast lag het accent de eerst
jaren op het structureren van de jeugdopleiding. De jeugd vormt immers het hart
van de club en wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
• Vanuit het
jeugdplan werden voornamelijk ouders geënthousiasmeerd om als coach en trainer
te gaan functioneren. Hiervoor werden interne cursussen gestart. De basis
daarvan werd gevormd door twee professionele trainers die kwaliteit en
continuïteit waarborgden. Op deze manier stappen vrijwilligers makkelijker in
functies omdat zij terug kunnen vallen op expertise en omdat zij zich kunnen
richten op kleine overzichtelijke taken.
• Het uitgangspunt was om de
beste trainers te positioneren bij de jongste jeugd: je kan het beter jong goed
aanleren dan later foute gewoontes moeten afleren en opnieuw moeten
beginnen.
• Samen met de gemeente Utrecht werd een scholenhockeyproject
gestart om hockey op het basisonderwijs te introduceren en de club te
promoten.
• Door de formulering van een heldere visie kregen de leden te
horen waar de club voor stond en wat de ambities voor de toekomst waren. Op deze
manier konden alle neuzen dezelfde kant op gekregen worden.
De eerste jaren groeide de club door deze aanpak als kool. Per jaar meldden zich rond de 150 leden aan. Fletiomare stond hiermee jaarlijks in de top drie van de snelst groeiende hockeyclubs van Nederland.
De volgende stap
Nu de leden weer enthousiast waren voor
hun eigen club en bereid waren vrijwilligerstaken op zich te nemen werd het tijd
om met de gemeente om tafel te gaan voor een volgende stap: de accommodatie was
hopeloos verouderd en voldeed in het geheel niet meer aan de huidige eisen.
Bovendien werd door de ledengroei - Fletiomare ligt midden in de Vinex-locatie
Leidsche Rijn - de accommodatie te klein. Uitbreiding was op die plek
onmogelijk. Wij zagen echter goede nieuwe mogelijkheden binnen de oprukkende
nieuwbouwwijken. Wij zijn toen met de gemeente gaan praten en hebben aangegeven
dat wij bereid waren te verhuizen als de gemeente de vereniging daarbij wilde
helpen. Uit de eerste gesprekken werd duidelijk dat de gemeente voor Fletiomare
een locatie met twee velden had gepland, terwijl de club - volgens berekeningen
van de KNHB - op een verwachtte ledenaantal van 1200 tot 1500 zou kunnen
uitkomen. Dat staat gelijk aan vier velden, het dubbele van het geplande aantal.
Uiteindelijk heeft de dialoog met de gemeente geleid tot het aanwijzen van
een nieuwe locatie met 3,5 veld. Echter de club moest dan wel een aannemelijk
deel van de investeringen (ruim twee miljoen euro) voor haar rekening moeten
nemen. Voor een club met op dat moment zeshonderd leden een geweldige uitdaging.
Om de nieuwe noodzakelijke nieuwe accommodatie te kunnen realiseren, zijn de
volgende activiteiten opgezet:
• Een tienjarenbegroting met daaraan
gekoppeld de bestedingen per lid. Op deze manier kon de club niet verrast worden
met te hoge uitgaven over een langere periode.Op basis van de verwachting dat
binnen vijf jaar twaalfhonderd leden bereikt zouden worden is een
investeringstijdsbalk ontwikkeld.
• Op basis van deze prognose werd
duidelijk dat indien de club in 2007 een nieuwe accommodatie zou betrekken, de
club een half miljoen euro via vreemd kapitaal moest genereren. Daarvoor is een
geïntegreerd sponsorplan ontwikkeld (met ‘founderschappen’) en werd de boer op
gegaan. Met dit vermogen kon de club de periode overbruggen totdat er
twaalfhonderd leden bij de club aangesloten zouden zijn. Op dat moment werd de
begroting dekkend.
• In samenwerking met een subsidieadviesbureau is
het fondsenwervingtraject opgestart.
• Er werden contacten gelegd met
commerciële organisaties voor naschoolse opvang en huiswerkbegeleiding om de
accommodatie rendabel te maken.
• Trimhockey werd gepromoot onder de
ouders: op deze manier bind je hen aan de club en ontstaat er een kweekvijver
van vrijwilligers.
Op naar de nieuwe locatie
Na het ondertekenen van de
overeenkomsten met de gemeente Utrecht en de actieve benadering van het
bedrijfsleven kon de verenigingen doorstappen naar een volgende fase. De
accommodatiecommissie kon aan de slag met de aangestelde architect voor de
ontwikkeling van het nieuwe clubhuis dat een multifunctionele bestemming moest
krijgen. De sponsorcommissie kon met tastbare voorbeelden de locale ondernemers
gaan enthousiastmeren voor de plannen. In nog geen twee jaar werden de volgende
resultaten geboekt:
• Er werd een geheel nieuwe huisstijl
geïntroduceerd: van logo tot website, van tenue tot briefpapier. Deze
verfrissing droeg bij aan een nieuwe identiteit en clubtrots.
• De leden
werden betrokken in de fundraising. Elk team is met ludieke acties aan de slag
gegaan onder het moto: ‘bouw mee aan een nieuwe club’. Op deze manier kon de
club op een sympathieke wijze aandacht vragen voor de noodzaak en publicitair
mee naar buiten treden.
• Ouders werden in de gelegenheid gesteld om
teams met de nieuwe kleding te sponsoren. Op deze manier werd het nieuwe tenue
snel ingevoerd zonder veel leden te verplichten nieuwe kleding aan te schaffen.
Tevens werd op deze manier duidelijk welke bedrijven binnen de club actief waren
die benaderd konden worden voor grote sponsorships
• Sponsorcontracten
werden voor minimaal vijf jaar afgesloten waarbij de sponsors een totaalpakket
kregen en met de club een partnership konden aangaan.
Kwaliteitsimpuls aan de senioren
Na zeven jaar hard
werken met meer dan driehonderd vrijwilligers is de club verhuisd naar de nieuwe
locatie. De prestaties van de jeugdteams groeiden aanzienlijk waardoor de club
in het district weer meetelt. Nu de accommodatie klaar is en er ook een
NS-station op korte afstand is geopend is, kon de club zich gaan richten op de
senioren.
• De bar werd verpacht waardoor er continuïteit en kwaliteit
gerealiseerd kon worden: geen halfwarme kroketten of tapverlies. Tevens
verandert de maatschappij, en zijn leden steeds meer consumptief ingesteld. Nu
hoeven ze geen bardiensten meer te draaien.
• In eerste instantie
richtte de club zich vooral op studenten omdat alle clubs in de omgeving van
Utrecht wachtlijsten hebben en Utrecht een groot potentieel aan studenten heeft.
Zij hechten aan een goede verbinding met het openbaar vervoer vanuit het centrum
van de stad.
• In het kader van de partnerships werd met de
hoofdsponsors een promotieplan ontwikkeld om bij vooral studenten in Utrecht de
club onder de aandacht te brengen.
• Er werd budgettair ruimte gemaakt
voor een Technisch Manager die de technische structuur voor de hele club moest
stroomlijnen zodat de doorgroeiende jeugd een plek kon krijgen bij de senioren.
Bovendien moesten de eerste teams echt een visitekaartje van de club gaan
worden.
Kroon op het werk
Begin dit jaar is de club genomineerd
voor de titel van ‘Sportbestuur van het Jaar’. Uit 108 inzendingen werden zeven
verenigingen geselecteerd. Uiteindelijk eindigde de club als tweede met de
volgende lovende woorden uit het juryrapport: “wat deze prestatie laat zien is
dat het instituut sportvereniging leeft en dat de verenigingstructuur nog steeds
aansprekend is voor de huidige consument!”
Op naar 2010
De accommodatie is geopend, de sponsoring
(150.000 euro per jaar) staat als een huis, de prestaties worden met het jaar
beter. Nu is het zaak om de verenigingstructuur na jaren van ondernemen verder
in te bedden in de club en te zorgen dat de inkomstenstromen evenwichtiger
worden zodat de club minder conjunctuurgevoelig wordt. Het nieuwe bestuur dat is
aangetreden ontwikkelt op dit moment een nieuw vijfjarenplan dat kwaliteit en
continuïteit gaat garanderen. Inmiddels staan ruim tweehonderd kinderen op de
wachtlijst, een lijst die met de dag groeit. Het bestuur heeft de nieuwe
uitdaging om daar een invulling aan te geven.
Conclusie
Bij het bouwen van een vereniging is het van
groot belang om de verschillende ontwikkelfases van de club te herkennen en
vervolgens stapsgewijs aan het werk te gaan. Ik verdeel de groeifases van een
club in drie perioden:
• Periode 1: zorg voor een fundament: ontwikkel
een visie voor de toekomst. Enthousiastmeren van (potentiële) leden staat hierin
centraal.
• Periode 2: geef aandacht aan de organisatiestructuur en
benoem duidelijke en overzichtelijke taken. Probeer leden betrokken te maken
zodat ze functies oppakken.
• Periode 3: benut de kwaliteiten van de
leden optimaal. Weet waar de krachten liggen om verder door te groeien.
Individuele aandacht aan de leden heeft hier de prioriteit.
Fletiomare kan nu op haar eigen benen staan en wordt binnen de gemeente als rolmodel gezien. En dat te bedenken dat tien jaar geleden de club geen graag geziene gast was bij de gemeente met als resultaat een bijna opgedoekte vereniging. Nu staat er een levendige club die een mooie toekomst voor zich heeft!
Lutger Brenninkmeijer was technisch manager en daarna commercieel
manager van Hockeyclub Amsterdam, projectleider van het ‘Nationaal Geschenk voor
het Zilveren Regeringsjubileum’ en projectmanager bij de FNV Horecabond. Hij
hield zich vooral bezig met het ontwikkelen van visies en koppelen van het
bedrijfsleven aan sponsorobjecten. Lutger opereert vanuit zijn eigen
adviesbedrijf ‘LiBeR’ van waaruit hij kan worden ingehuurd voor advies,
begeleidingstrajecten of projectontwikkeling. Hij ondersteunt niet alleen
verenigingen (zoals het adviseurschap bij Fletiomare), maar verzorgt ook
gastcolleges bij diverse HBO-instellingen en adviseert het bedrijfsleven over
sportmarketing. Voor meer informatie: 06-5432 1284 of lutger@liberabc.nl
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.