Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Achtergronden
Hoe staat het met de aansprakelijkheid van verenigingen of bonden als zij en hun sporters een sportevenement in binnen of buitenland bezoeken

Hoe staat het met de aansprakelijkheid van verenigingen of bonden als zij en hun sporters een sportevenement in binnen- of buitenland bezoeken?

8 april 2008

Achtergronden

Onder aansprakelijkheid wordt verstaan dat 'hij, die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, […] verplicht [is] de schade, die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden' (art. 6:162 lid 1 Burgerlijk Wetboek(BW). Er bestaan verschillende vormen van aansprakelijkheid, bijv. risico- aansprakelijkheden, groepsaansprakelijkheden, etc. Echter, u zult als vereniging of sportbond het meest te maken krijgen met de aansprakelijkheid zoals deze is neergelegd in art. 6:162 BW.  Van belang hierbij is dat de schade toegerekend kan worden aan de persoon of vereniging door middel van schuld, de wet en/of de verkeersopvatting. Pas indien hieraan is voldaan kan er worden gesproken van aansprakelijkheid.

In de gestelde vraag zijn er twee vormen van aansprakelijkheid mogelijk. Allereerst kan de sportvereniging door de eigen leden, of de ouders van de leden, aansprakelijk worden gesteld. Dit kan gebeuren indien een lid schade heeft geleden en van mening is dat het toegerekend kan worden aan de vereniging, doordat er niet juist is gehandeld of verkeerde voorzorgsmaatregelen zijn genomen. De tweede mogelijkheid is dat de vereniging aansprakelijk wordt gesteld voor gedragingen van de leden door een derde. Omdat deze van mening is dat de gedragingen onder het toezicht van de vereniging vallen. We laten buiten de beschouwing de ongelukken die kunnen gebeuren tijdens de sportevenementen.

In het eerste geval van aansprakelijkheid moet er, zoals eerder is uitgelegd, sprake zijn van een toerekenbare schade. De vraag die beantwoordt moet worden is of de vereniging voldoende heeft gedaan om de schade te beperken. De vereniging heeft hierbij een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting (Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 42982/HA ZA 06-1098, JA 2007/129). Oftewel de vereniging moet alle inspanningen leveren die in alle redelijkheid van de vereniging verlangt kunnen worden ter voorkoming van ongevallen. De vereniging moet ervoor zorgdragen dat er voldoende toezicht is en dat de toezichthouders ook voldoende gekwalificeerd zijn. Men moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat jongere kinderen, in een situatie waarbij dat mogelijk is, niet zomaar de straat op kunnen lopen of in gevaarlijke situaties terecht kunnen komen (Rechtbank Leeuwarden, 74254 HA ZA06-60, JA 2007/25).

Een andere situatie is wanneer bijvoorbeeld een aantal sporters tijdens een door de vereniging of sportbond georganiseerde reis na hun wedstrijd nog iets drinken in een café in de stad. Stelt u zich voor dat iemand van de sporters op de terugweg struikelt en daarbij iets breekt, doordat men teveel heeft gedronken. Dit kan in beginsel niet aan de vereniging worden toegerekend. Iedereen weet dat als je gedronken hebt, dat dit van invloed is op je motoriek en dat dit kan leiden tot ongelukken. Hiervoor kan de vereniging niet aansprakelijk worden gesteld (Gerechthof Arnhem, 2003/582, JA 2005/19). Het is echter verstandig vooraf mensen hierop te wijzen dat het drinken op eigen verantwoordelijkheid gebeurt en dat ook activiteiten die men op eigen houtje onderneemt voor eigen risico komen. Immers de vereniging kan hierin in alle redelijkheid niet voorzien qua toezicht.

In het tweede geval van aansprakelijkheid is het van belang dat in de eerste plaats de handeling die schade heeft berokkend, kan worden toegerekend aan de dader zelf, alvorens deze aansprakelijkheid kan worden ‘overgedragen’ op de vereniging. Een voorbeeld maakt dit duidelijker als we teruggaan naar een biertje drinken na de wedstrijd en één van de sporters zoekt ruzie en slaat een ander persoon het ziekenhuis in, is dit dan toerekenbaar aan hem? Jazeker, maar is het toerekenbaar aan de vereniging; nee. Bij elke situatie hangt de aansprakelijkheid af van de omstandigheden die een rol spelen in de desbetreffende situatie, dus wanneer, waar en onder welk toezicht is iets gebeurd. Als er een begeleider van de vereniging bij is dan kan het een ander verhaal zijn (Hoge Raad, C05/270HR, JA 2007/81). Het feit dat er een begeleider van de vereniging meegaat is immers van invloed op omstandigheden die een rol spelen bij de aansprakelijkheidsvraag. Wat mag je van de begeleider verwachten, welke inspanningen zijn in alle redelijkheid te verlangen van de begeleider.

Om te voorkomen dat de aansprakelijkheidsvraag beantwoordt moet worden, adviseren wij verenigingen en bonden die tegen dit soort dilemma’s aan lopen, altijd om een soort van (gedrags)regels op te stellen voor de sporters en hun ouders die met de desbetreffende reis meegaan. In de brief met regels kan duidelijk worden verwoord wat het doel van de reis is, wat het reisgezelschap van de organisatie en begeleiding van de reis mag verwachten en welke activiteiten er georganiseerd worden ondernomen. In deze regels kan dan ook expliciet worden vermeld welke gedragingen het reisgezelschap al dan niet individueel op eigen risico onderneemt en waarvoor de vereniging of bond niet aansprakelijk gehouden kan worden. Wil je ervoor zorgen dat mensen in een later stadium ontkennen dat ze deze brief met regels hebben ontvangen, is het aan te raden om het reisgezelschap ervoor te laten tekenen.

De vraag of een sportbond dan wel een sportvereniging grote risico’s loopt qua aansprakelijkheid is niet eenduidig te beantwoorden. Bij de aansprakelijkheidsvraag spelen diverse factoren een rol: wie, wanneer, onder welk toezicht, op welk moment, enz. Het is dan ook raadzaam om vooraf duidelijk te scheppen over zaken als wat wel en wat niet mag, zodat hierover in een later stadium geen discussie kan ontstaan. En zodat het voor eenieder duidelijk is wanneer men op eigen verantwoordelijkheid handelt. Verzekeringstechnisch gezien bestaat er de mogelijkheid een groepsverzekering af te sluiten. Echter om duidelijk in kaart te krijgen wat de mogelijkheden precies zijn is het raadzaam een verzekeraar te consulteren.

NB: de genoemde uitspraken en arresten zijn hier op te zoeken

Heeft u zelf een vraag?
Mailt u uw vraag dan aan goedbezig@nl.ey.com. NB: uitsluitend kennisvragen worden door Ernst & Young gratis behandeld. Voor complexe adviesvraagstukken geldt dat doorgaans niet.

Voor meer informatie: Matthijs Heeres, Matthijs.heeres@nl.ey.com of 06-3006 1946.
Postadres: Sportdesk Ernst & Young, Postbus 488, 3000 AL Rotterdam

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.