16 april 2024
Achtergronden
door: Sebastiaan Platvoet
In de zoektocht naar ‘de beste of meest talentvolle spelers’ is in het Nederlands voetbal continu sprake van selectie en daarmee ook van deselectie. Spelers die niet worden geselecteerd of worden gedeselecteerd (=afvallen) krijgen minder mogelijkheden dan die spelers die wel worden geselecteerd. Dat speelt bij amateurverenigingen, betaald voetbalorganisaties en ook bij nationale selecties. Maar zijn we wel in staat om die spelers te selecteren die in potentie de beste prestatie kunnen leveren op latere leeftijd? Er zijn allerlei signalen dat we op jonge leeftijd vooral die kinderen selecteren die beter presteren. Is dat verstandig? Vanuit zowel het perspectief van het kind en het Nederlandse voetbal zeg ik nee. Anno 2024 is het tijd om dit systeem te veranderen en daarvoor zijn gedurfde maatregelen nodig.
In onderstaande tabel is een verdeling van spelers opgenomen die recentelijk uitgekomen zijn voor de nationale jeugdteams O16 – O19 en de nationale ploeg van Koeman. Het toont wederom aan dat het voetbaltalentje geboren in het laatste kwartaal van het jaar nog altijd vrijwel kansloos is om de top te halen. Dit is niet alleen in Nederland zo en niet alleen in het voetbal: het relatieve geboortemaandeffect is hardnekkig en is de meest zichtbare uiting van hoe ons talentsysteem werkt. De vraag die we in het kader van een veranderend systeem moeten stellen is wat de functie is van de vertegenwoordigende nationale jeugdelftallen en de voorbeeldfunctie die de KNVB kan pakken.
Uit verschillende onderzoeken, zie o.a. (Herrebroden & Bjorndal, 20221) is gebleken dat spelen in een vertegenwoordigend elftal tot aan de O19 weinig voorspellende waarde heeft. Is het in de O15 tot aan de O18 daarom belangrijk een zo sterk mogelijk elftal op de been te brengen? Of zouden deze elftallen een uithangbord moeten zijn en een visitekaartje zoals de KNVB graag wil dat clubs zich opstellen naar het opleiden van talentvolle voetballers?
Een opstelling waarbij niet het nu kunnen presteren maar spelers met de meeste potentie om in de toekomst te presteren leidend is voor selectie. Die opstelling vergt lef, een dikke huid om de critici te weerstaan en vooral ook een andere kijk op talent. Een van de oplossingen die aan de KNVB werd aangedragen na een oproep voor ideeën voor het verminderen van het geboortemaandeffect was om te ‘eisen’ dat teams bestaan uit een gelijke verdeling van spelers over de kwartalen. Het is niet eens zo een verkeerde gedachte jeugdbondscoaches hiertoe te verplichten. Dat leidt er in ieder geval toe dat bij nationale selecties geen geboortemaandeffect meer aanwezig is en op een simpele manier aandacht gekregen wordt voor een hardnekkig probleem. Goed voorbeeld doet volgen.
Een andere focus
Het oplossen van of verminderen van het geboortemaandeffect is echter niet de reden voor dit artikel. We missen talent en ontnemen kinderen kansen en een optimale leeromgeving door prestatie vanaf jonge leeftijd te belangrijk te maken. Is dat een probleem? Daar zullen de meningen over verschillen. Wat mij betreft is het wel een probleem, met name vanuit het perspectief van het kind. Als we kiezen voor een systeem waarbij in de jeugd op alle leeftijden ontwikkelen boven presteren gaat 1) zullen meer kinderen hun sportieve mogelijkheden benutten op ook een meer veilige en plezierige manier, 2) leidt dit tot minder drop out in de sport, en 3) kan het er zelfs toe kan leiden dat het niveau van het Nederlands voetbal omhoog gaat.
Maar hoe doen we dat, het kunnen ontwikkelen belangrijker maken dan presteren? Ik stel hier nu drie maatregelen voor die genomen moeten worden.
Werk samen
Ondanks allerlei goede initiatieven van sportbonden en verenigingen worden nog steeds veel kinderen op jonge leeftijd kansen ontnomen om hun sportieve mogelijkheden waar te maken. We hebben een systeem gecreëerd waarin vanaf jonge leeftijd prestatie te belangrijk wordt gemaakt. Dat is onnodig en onwenselijk voor de ontwikkeling van alle kinderen. Al ruim veertien jaar houd ik mij als onderzoeker en docent bezig met talentherkenning en talentontwikkeling. Net zoals dat we niet weer hoeven aan te tonen dat het geboortemaandeffect er is, hoef ik niet meer aan te tonen dat het huidige systeem van talentherkenning en talentontwikkeling beter kan. Veranderen van en toewerken naar een ander systeem waarin meer plezier, meer ontwikkeling en uiteindelijk een hoger sportniveau wordt bereikt is de uitdaging. Om dat te bereiken is een betere samenwerking tussen sport, bewegingsonderwijs en (praktijkgerichte) wetenschap noodzakelijk om bestaande kennis beter te benutten. Daar ligt (veel) ruimte voor verbetering.
Noot
1. Herrebroden, H., & Bjorndal, C. T. (2022). Youth International Experience Is a Limited Predictor of Senior Success in Football: The Relationship Between U17, U19, and U21 Experience and Senior Elite Participation Across Nations and Playing Positions. Front Sports Act Living, 4, 875530.
Sebastiaan Platvoet werkt als hoofddocent en onderzoeker bij de academie sport en bewegen van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Hij heeft opleidingen gevolgd tot docent bewegingsonderwijs, bewegingswetenschapper en sportpsycholoog en is in 2020 gepromoveerd in talentherkenning en talentontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is ook een kerndocent bij de opleiding talentherkenninginsport.nl.
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.