6 november 2007
Achtergronden
De WOS voert de onderhandelingen namens de werkgevers in de
sportsector
De georganiseerde sport kent al geruime tijd een eigen
CAO: de CAO-Sport. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werkt door op de
arbeidsrelatie van werknemers die in dienst zijn van de landelijke sportbonden,
sportkoepels en sportorganisaties die lid zijn van de Werkgeversorganisatie in
de Sport (WOS). Al vanaf de CAO-Sport bestaat voert de WOS de onderhandelingen
namens de werkgevers in de sportsector. Bij de WOS zijn een honderdtal
sportorganisaties aangesloten, van groot zoals NOC*NSF en KNVB, tot bescheiden
zoals de Nederlandse Curling Bond. Ook sportorganisaties als Doping Autoriteit
Nederland en Universitair Sport Centrum zijn gelieerd aan de WOS. Voor een
compleet overzicht van de leden van de WOS verwijs ik naar www.w-o-s.nl
De CAO-Sport: een CAO die past bij de sport
Amateursport
en beroepssport, en dus idealisme, glamour, status en commercie liggen in de
sportwereld dicht bij elkaar. Het kan het werken bij een sportorganisatie zeer
aantrekkelijk maken, maar het kan de uitvoering van de geldende
arbeidsvoorwaarden ook lastig maken. De CAO-Sport kenmerkt zich inmiddels als
een CAO die op maat van de sportsector is gemaakt en als hulpmiddel bij het
professionaliseren van de landelijke sportorganisaties en sportbonden. Hier
volgen een paar voorbeelden.
Scherpe pieken en lange dalen... Sportorganisaties kennen de situatie dat ze werknemers rondom evenementen en in bepaalde (seizoens)perioden meer moeten belasten dan in andere periodes. Dat is inherent aan sport. Daarom hebben CAO-partijen de jaarurensystematiek in de CAO-Sport ingevoerd. Volgens dit systeem is de werkdag van 9 tot 17 uur of werkweek van 40 uur niet het kader om werktijden te regelen, maar een jaar. Dit geeft werkgevers en werknemers in de sportsector meer flexibiliteit, maatwerk en ruimte voor het opvangen van dergelijke pieken en dalen in de werkbelasting.
Ook zie je in de sport veel projectmatig werk, wat per definitie tijdelijk is. Denk bijvoorbeeld aan de rol die sport vervult in integratieprojecten. Daarnaast heb je de onvoorspelbare duur van contracten; een bondscoach die niet presteert wordt daarop afgerekend. Om te beantwoorden aan de behoefte aan flexibiliteit voor deze groep medewerkers bevat de CAO-Sport de bepaling dat alle met bondscoaches aangegane arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:668a BW, steeds blijven gelden als aangegaan voor bepaalde tijd.
Denk ook aan de werkplekken die voor een deel van de werknemers binnen een aantal sportorganisaties anders zijn dan normaal: sporthallen, buitenvelden, maar ook tennisvelden, havens, skihellingen en horecagelegenheden. Vanuit de politiek is de aandacht voor de gezondheid van werknemers in de sport - maar ook van derden zoals bezoekers, leden en vrijwilligers - sterk toegenomen. Als het gaat om gezond werken (en gezond sporten) hebben sportorganisaties volgens de wetgever dezelfde wettelijke verplichtingen als werkgevers in andere sectoren. In het licht van de veiligheid en gezondheid heeft de WOS in samenwerking met TNO Arbeid een sportspecifieke digitale Risico Inventarisatie & Evaluatie ontwikkeld, die door de CAO-partijen is goedgekeurd.
De sportsector kent tot slot een zeer gevarieerd aantal functiesoorten, variërend van sporttechnische functiesoorten (zoals topsportcoördinators en bondscoaches) tot niet-sporttechnische functies (zoals fysiotherapeuten, beleidsmedewerkers sportstimulering, coördinators communicatie en sponsoring). Getracht is om binnen de CAO-Sport voldoende ruimte te bieden voor verschillende beloningen en beloningsvormen, zonder dat sprake is van willekeur of oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Als hulpmiddel hebben de CAO-partijen een sportspecifieke functieniveaumatrix ontwikkeld, waarbij per functiesoort van hoog naar laag niveaubepalende elementen worden beschreven waaraan een functie moet voldoen om in een bepaalde functiegroep ingedeeld te kunnen worden.
Arbeidsverhoudingen bij de sportverenigingen
Als we het
hebben over professionalisering van de sport, dan kan dat niet zonder dat je het
hebt over de lokale sportverenigingen, ofwel de leden van de WOS-leden. Ook de
mensen die (al dan niet vrijwillig) werken voor de 30.000 sportverenigingen in
Nederland hebben recht op goede arbeidsomstandigheden en –voorwaarden. De
oplettende lezer maakt echter uit het bovenstaande op dat de CAO-Sport niet van
toepassing is op werknemers werkzaam bij de lokale sportvereniging. Behoudens de
‘CAO voor de Sportvereniging’ kennen de sportverenigingen geen CAO. Maar ook de
term ‘CAO voor de Sportvereniging’ dekt niet geheel de lading, aangezien deze
CAO slechts is afgesloten met vijf sportservicebureaus en alleen geldt voor die
werknemers die via één van deze sportservicebureaus bij een sportvereniging zijn
gedetacheerd. Voor de werknemers werkzaam bij een sportvereniging - maar niet
via detachering - zijn er dus géén arbeidsvoorwaarden vastgelegd op collectief
niveau.
Daarom is de WOS een aantal jaar geleden gestart met de website www.werkenindesportvereniging.nl die vooralsnog wordt gefinancierd door projectgebonden investeringen. Gekozen is om in te zetten op het ontwikkelen van arbeidsvoorwaarden zonder het strakke keurslijf van een CAO. De website biedt sportverenigingen op de CAO-Sport gebaseerde modelregelingen, instrumenten en adviezen, speciaal gericht op de arbeidsverhoudingen binnen de sportverenigingen. Het idee is ontstaan vanuit het brede doel om de verenigingssport in Nederland te ondersteunen in de steeds complexere en zwaardere rol die de maatschappij van haar verwacht. Ook de overheid is zich steeds meer bewust van het belang dat sport heeft voor de samenleving. Denk aan de beleidsbrief ‘De kracht van sport’ van staatssecretaris Jet Bussemaker en de kabinetsdoelen op het gebied van bestrijding van overgewicht, jeugdbeleid, integratie, wijkaanpak. Goede arbeidsvoorwaarden zijn niet alleen in het voordeel van de sportverenigingen, maar ook goed voor het imago van de sport als sector. De WOS houdt daarom samen met haar leden de blik gericht op het lokale veld. Simpelweg omdat de sport dat verdient.
Eric Lankers is jurist bij de Werkgeversorganisatie in de Sport (WOS)
op Nationaal Sportcentrum Papendal. Als voetballer speelde hij in de hoogste
klasse van het amateurvoetbal bij VV Baronie Breda en interlands voor het
Nederlands amateurelftal, later in het betaald voetbal als professioneel
voetballer bij RBC Roosendaal.
Deel dit bericht:
0 reacties
Nog geen reacties. Wees de eerste!
Voeg je reactie toe
Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.