Go with Golazo
Sportknowhowxl
Home
Achtergronden
De arbeidsrelatie in de sport werknemer of zelfstandige

De arbeidsrelatie in de sport: werknemer of zelfstandige?

25 maart 2025

Achtergronden

door: Laurine van Riessen

Wat hebben maaltijdbezorgers van Deliveroo en taxichauffeurs van Uber te maken met de sportwereld? Meer dan je misschien denkt. Discussies over schijnzelfstandigheid, gezagsverhoudingen en het einde van het handhavingsmoratorium raken namelijk ook trainers, coaches en andere sportprofessionals. Kunnen sportbonden en verenigingen nog wel zelfstandigen inhuren?

Terwijl de media bol stonden van zorgen over kinderopvang, zorg en onderwijs, bleef de impact op de sportsector onderbelicht. Zoals waarschijnlijk bekend worden vanaf 1 januari 2025 de regels voor de beoordeling van arbeidsrelaties en het tegengaan van schijnzelfstandigheid weer strikter gehandhaafd door de Belastingdienst. Bovendien is er nu meer duidelijkheid over hoe deze relaties correct moeten worden gekwalificeerd – iets waar ook sportorganisaties niet omheen kunnen.

"Sportorganisaties die trainers, coaches of andere sportprofessionals inhuren moeten extra alert zijn"

Het einde van het handhavingsmoratorium: wat betekent dit voor de sport?
Vanaf 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief op schijnzelfstandigheid. Tot die tijd gold het handhavingsmoratorium: alleen bij bewuste en opzettelijke schijnzelfstandigheid kon direct worden ingegrepen. Met het aflopen van het moratorium moeten sportorganisaties die trainers, coaches of andere sportprofessionals inhuren extra alert zijn: gaat het om een zelfstandige of een werknemer?

Als de Belastingdienst een zelfstandige relatie alsnog als dienstverband herkwalificeert, kan dat flinke financiële gevolgen hebben. Loonheffingen en sociale premies moeten met terugwerkende kracht worden betaald, tot vijf jaar – maar niet verder terug dan 1 januari 2025. Daar komt nog rente bij en mogelijk een boete. Wel volgt doorgaans eerst een waarschuwing voordat controles plaatsvinden. Voor sportorganisaties is het daarom essentieel om hun arbeidsrelaties zo spoedig mogelijk onder de loep te nemen en te beoordelen of zij voldoen aan de geldende regels.

XL11SportEnRecht-arbeid-1Arbeidsrelaties in de sport: wie is de baas?
Wanneer is iemand echt zelfstandig en wanneer eigenlijk een werknemer? In de sportwereld – en daarbuiten – draait het om drie cruciale begrippen: arbeid, loon en gezag. Vooral dat laatste is vaak doorslaggevend. Als een organisatie bepaalt hoe, waar en wanneer iemand werkt, is er waarschijnlijk sprake van een dienstverband. Zelfs als er geen directe instructies worden gegeven maar die mogelijkheid er wel is, telt dat mee. Ook het naleven van interne regels of werkwijzen kan daarop wijzen.

De Belastingdienst hanteert geen simpele checklist, maar een holistische toets – alles moet in samenhang worden beoordeeld en geen enkel feit is doorslaggevend. In het bekende Deliveroo-arrest gaf de Hoge Raad het recept: eerst checken welke afspraken er zijn gemaakt en hoe die in de praktijk worden uitgevoerd (de uitlegfase), en dan beoordelen of dat overeenkomt met een arbeidsovereenkomst (de kwalificatiefase). Wat partijen bedoelden? Niet relevant. Wat ze daadwerkelijk dóén? Dat is de kern.

Bij die beoordeling spelen verschillende factoren een rol, zoals: moet het werk persoonlijk worden uitgevoerd? Hoe hoog is de beloning? Hoe groot is het ondernemersrisico? Kan de opdrachtnemer zich echt als zelfstandige gedragen? En in hoeverre zijn de werkzaamheden onderdeel van de organisatie van de opdrachtgever?

Om het nog complexer te maken, oordeelde de Hoge Raad in de Uber-zaak dat twee chauffeurs die hetzelfde werk doen, toch verschillend gekwalificeerd kunnen worden: de een als zelfstandige, de ander als werknemer. Het verschil zit in hun manier van werken en hun status buiten de specifieke opdracht.

Uiteindelijk draait alles om de praktijk. De Belastingdienst weegt en beslist: werknemer of zelfstandige? In de sport geldt dezelfde afweging – een verkeerde kwalificatie kan grote gevolgen hebben.

"Voor kleinere bonden en verenigingen zonder grote reserves kan een naheffing een serieuze bedreiging vormen"

Schijnzelfstandigheid: een dure vergissing
Stel, een sportbond heeft een coach als zelfstandige ingehuurd. Op papier lijkt alles in orde, maar als de Belastingdienst bij controle oordeelt dat er feitelijk sprake is van een dienstverband, kan dat grote financiële gevolgen hebben. De bond kan dan met terugwerkende kracht tot vijf jaar worden aangeslagen voor loonbelasting, premies en belastingrente.

Dit kan al snel oplopen tot aanzienlijke bedragen. Het verhalen van loonbelasting op de coach is in theorie mogelijk, maar in de praktijk vaak lastig — zeker als er veel tijd is verstreken, de coach niet langer voor de bond werkt of financieel niet in staat is dit bedrag te voldoen. Premies voor werknemersverzekeringen mogen wettelijk niet op de werknemer worden verhaald. Daarnaast kan een pensioenfonds besluiten om alsnog achterstallige premies op te eisen, wat de financiële schade verder vergroot. Voor kleinere bonden en verenigingen zonder grote reserves kan een naheffing een serieuze bedreiging vormen. Wie hier geen rekening mee houdt, kan in grote problemen komen.

De grijze zone: zelfstandige of werknemer?
XL11SportEnRecht-arbeid-2Moeten sportorganisaties iedereen in dienst nemen of blijft inhuren als zelfstandige mogelijk? Het onderscheid is in de praktijk vaak lastig te maken. Een fysiotherapeut met een eigen praktijk, die alleen bij toernooien wordt ingezet en nauwelijks instructies krijgt, zal hoogstwaarschijnlijk als zelfstandige worden gezien. Een talentencoach die fulltime voor een bond werkt en strikte instructies volgt, lijkt eerder een werknemer.

Maar wat als het gaat om een buitenlandse topcoach, die vrij is in zijn werkwijze, meerdere opdrachtgevers heeft en geen directe aansturing krijgt? Ook al lijkt deze coach in eerste instantie een zelfstandige te kunnen zijn, door een beperkte wijziging van omstandigheden kan dit snel veranderen. Stel dat er tussentijdse evaluaties zijn en de bond bijstuurt, of de technisch directeur zich bemoeit met de speelwijze van het team? Op papier kan iemand een zelfstandige zijn, maar als de praktijk anders uitwijst, loopt de organisatie grote risico’s.

Tijd om in actie te komen
Om problemen te voorkomen, moeten sportorganisaties hun contracten en samenwerkingen goed bekijken. Dit begint met een zorgvuldige beoordeling van de arbeidsrelatie: sluit het contract daadwerkelijk aan bij de werksituatie? Daarnaast kan juridisch of fiscaal advies essentieel zijn om risico’s goed in kaart te brengen.

Met het einde van het handhavingsmoratorium is afwachten geen optie meer. De gevolgen van een verkeerde inschatting kunnen groot zijn, zowel voor de sportprofessional als voor de organisatie. Het is dus belangrijk om tijdig de juiste stappen te zetten en problemen in de toekomst te voorkomen.

Na een topsportcarrière van 17 jaar in zowel het schaatsen als baanwielrennen, heeft Laurine van Riessen de overstap gemaakt naar de fiscale wereld. Met een master in Fiscaal Recht en International Sports Law combineert zij haar sportachtergrond met haar expertise in fiscale vraagstukken binnen de sport. Als Tax Junior bij AsjesBisseling Belastingadviseurs richt zij zich onder andere op de fiscale begeleiding van sporters en sportorganisaties. Voor meer informatie: laurine@asjesbisseling.nl.

"De gevolgen van een verkeerde inschatting kunnen groot zijn, zowel voor de sportprofessional als voor de organisatie"

Deel dit bericht:

0 reacties

Nog geen reacties. Wees de eerste!

Voeg je reactie toe

Meer over:

Blijf op de hoogte

Wij sturen jou één keer per twee weken een e-mail met de 
belangrijkste opinies en artikelen van Sport Knowhow XL.