Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Karlijn Leenaars aan Johan Steenbergen 11 juli 2017

De vraag van… Karlijn Leenaars, promovenda aan de Wageningen University
Aan... Johan Steenbergen, werkzaam bij Kennispraktijk

KarlijnLeenaars150FCDe vraag
Je hebt je recent verdiept in het onderwerp 'physical literacy'. Wat houdt dit in, waarom is dit actueel en welke uitdagingen tekenen zich hierbij af? Welke partijen zijn aan zet om die uitdagingen op te pakken?

JohanSteenbergen175FCHet antwoord 
Beste Karlijn, bedankt voor je interessante vraag. Allereerst natuurlijk veel succes met het verdedigen van je proefschrift in september aanstaande! 

De antwoorden op je vragen zou ik als volgt willen opdelen. Ik schets kort iets over de achtergrond van de inventarisatie die ik heb uitgevoerd. Daarna ga ik in op het begrip Physical Literacy. Wat wordt eigenlijk bedoeld met dit concept en wat zijn de filosofische wortels? Vervolgens sta ik stil bij enkele relevante (onderzoeks)vragen die zijn te stellen bij Physical Literacy en ik eindig met een onlangs gestart initiatief. 

Verkennend onderzoek Physical Literacy
December jl. werd ik gevraagd door Remco Boer (Kenniscentrum Sport) en Hugo van der Poel (Mulier Instituut) of ik een verkenning wilde uitvoeren naar Physical Literacy. Zij waren op een internationaal congres geweest in Australië en daar bleek een substantieel deel van de presentaties te gaan over Physical Literacy. In de verkenning die ik ben gestart in december 2016 ging het er zowel om te kijken wat er in Nederland gebeurt op het terrein van Physical Literacy en ook of het concept voldoende interessant is om verder op door te gaan en samenwerking op te organiseren.

"Wat direct in het oog sprong is de enorme hoeveelheid internationale publicaties over Physical Literacy"

Ik ben begonnen met een literatuurstudie en daarna heb ik gesprekken gevoerd met directeuren van hogescholen (‘sport en bewegen’), kennisinstellingen op het terrein van sport en bewegen en met lectoren en hoogleraren die zich op een of andere manier onderzoeksmatig bezighouden met sport en bewegen. Wat direct in het oog sprong is de enorme hoeveelheid internationale publicaties over Physical Literacy. Vooral de laatste twee decennia is er volop discussie over dit begrip en ook op congressen over sport en bewegen zijn er steeds vaker aparte sessies over Physical Literacy. In Nederland is er ook wel aandacht voor, maar in mindere mate (ik kom daar zo nog even op terug). Maar goed, wat bedoelen we met deze term en ook interessant, waarom is er zoveel aandacht voor?

De filosofische wortels van Physical Literacy 
Ik ga, met de noodzakelijke shortcuts, proberen enkele contouren van dit concept te geven. Het concept is zo’n twee decennia terug geïntroduceerd door de Engelse pedagoge Margaret Whitehead. Zij maakte zich als docent lichamelijke opvoeding zorgen over de steeds geringere rol van bewegen in het alledaagse leven van kinderen. Zowel op als rondom de scholen worden kinderen steeds minder uitgedaagd om, wat zij filosofisch verwoordt, ‘bewegend in en aan de wereld te zijn’. Voor ik iets uitgebreider inga op de inhoud van het begrip en de claims, een kort filosofisch uitstapje. 

"De mens is zijn lichaam en als zodanig dus ook altijd ‘lichamelijk in de wereld’"

Whitehead is sterk geïnspireerd door fenomenologen/existentialisten als Merleau Ponty en Sartre en ze zet zich af tegen de dualistische visie op de mens, waarbij deze wordt opgedeeld in twee substanties: ‘denken’ (res cogitans) en ‘uitgebreidheid’ (res extensa). De mens kan, volgens haar, niet worden opgedeeld in een fysiek lichaam (object) en een niet-fysieke geest (het subject). De mens is zijn lichaam en als zodanig dus ook altijd ‘lichamelijk in de wereld’. Bij lezing van haar werk en de artikelen die de laatste jaren hierover zijn verschenen door tal van auteurs, zie ik sterk de verwantschap met het denken van de ‘Arnhemse school’ (Gordijn) en één van zijn ‘leerlingen’ Jan Tamboer (VU) die ook de nadruk legden op het uitgangspunt dat de mens altijd in relatie staat met zijn omgeving. Bewegen is primair een vorm van handelen in een betekenisvolle context. 

Deze korte zijstap was even noodzakelijk, om duidelijk te maken dat als het zo is dat we met bewegen ons op een bepaalde manier verhouden tot de omgeving, dit dus ook betekent dat al bewegend de wereld voor ons een ‘wereld van (bewegings)mogelijkheden’ wordt. Een boom is om in te klimmen, een heuvel om over te springen een touw om aan te hangen, een bal om tegen te trappen of te vangen en water is om in te spelen of te zwemmen, et cetera. Bepaalde bewegingsvaardigheden zijn dus een noodzakelijke voorwaarde om ons te verhouden tot de omgeving, maar ook dat als bepaalde bewegingsvaardigheden achterblijven, de (bewegings)wereld letterlijk kleiner wordt. De boom blijkt dan niet als ‘beklimbaar’ te worden aangemerkt, het water niet om in te zwemmen en de sloot lijkt eerder een breed kanaal dan een ‘overspringbare plas water’. 

Het paraplubegrip Physical Literacy 
Wat houdt dit begrip nu eigenlijk in? In de literatuur worden verschillende definities gegeven van Physical Literacy. De International Physical Literacy Association (IPLA, 2016) geeft, in lijn met de omschrijving die Whitehead aan het begin van deze eeuw gaf, de volgende bondige definitie: 

‘Physical literacy can be described as the motivation, confidence, physical competence, knowledge and understanding to value and take responsibility for engagement in physical activities for life’. 

Er zijn tal van variaties op deze definitie van Physical Literacy. Ik geef er nog één, waarbij wellicht nog duidelijker wordt hoe breed het concept is. 

‘The physically literate person is one who 'pursues a lifetime of healthful physical activity' and meets five standards: (1) has learned the skills necessary to participate in a variety of physical activities, (2) knows the implications and the benefits of involvement in various types of physical activities, (3) participates regularly in physical activity, (4) is physically fit, and (5) values physical activity and its contributions to a healthful lifestyle.’ (SHAPE America, 2014). 

"De ontdekking en verdere ontwikkeling van de motorische mogelijkheden dragen bij aan de kwaliteit van leven"

Ik zal kort iets meer zeggen over enkele kernelementen van Physical Literacy:

  • Motivatie om de eigen ‘motorische mogelijkheden’ verder te ontwikkelen. Ieder individu heeft een bepaalde motorische potentie of motorische mogelijkheden, hoe verschillend en uniek deze ook zijn. De ontdekking en verdere ontwikkeling van de motorische mogelijkheden dragen bij aan de kwaliteit van leven. Hier komen ook de meer zelfregulatieve vaardigheden in beeld. Is bijvoorbeeld een kind, vaak met steun van anderen, in staat om zijn eigen niveau van bewegen in te schatten, beweegdoelen te stellen en deze te volgen en waar nodig bij te stellen.
     
  • De competentie te bewegen binnen een brede variatie van uitdagende beweegsituaties. Iemand die ‘Physical Literate’ is heeft het vertrouwen om in tal van uitdagende beweegsituaties te bewegen. Hier gaat het bijvoorbeeld om motorische capaciteiten als balans, coördinatie, flexibiliteit, precisie, kracht en oog-handcoördinatie. Vanuit de relationele visie op bewegen gaat het er niet alleen om dat iemand beschikt over een brede range van bewegingsvaardigheden, maar ook dat iemand deze kan ‘toepassen’ binnen uiteenlopende, uitdagende beweegsituaties. 
     
  • Vertrouwen in de eigen bewegingsmogelijkheden. Iemand die ‘Physical Literate’ is, heeft een vanzelfsprekend gevoel van de eigen bewegingsmogelijkheden en kan op een adequate wijze in interactie treden met de omgeving. 
     
  • Begrip van factoren die invloed hebben op bewegen en gezondheid. Een ‘Physical Literate’ persoon heeft kennis van factoren die bijdragen aan de verbetering van zijn bewegingsvaardigheden en de gezondheid. Hier gaat het dus om de meer cognitieve component van Physical Literacy.
     
  • Regelmatig bewegen, een leven lang bewegen, bijdragend aan de kwaliteit van leven. In enkele omschrijvingen van Physical Literacy wordt ook opgenomen dat het uiteindelijk gaat om ‘regelmatig bewegen’ en ‘een leven lang bewegen’, iets wat uiteindelijk kan bijdragen aan de kwaliteit van leven.
"Physical Literacy gaat om een breed concept bestaande uit verschillende kernelementen die in hun samenhang moeten leiden tot ‘een leven lang actief zijn’"

Het laatste element is misschien wel de belangrijkste claim van Physical Literacy: wanneer vanaf zeer jonge leeftijd wordt ingezet op ‘Physical Literacy’ dan is de kans groter dat er gedurende het gehele leven meer wordt bewogen in uiteenlopende (beweeg)settings van sport, vrije tijd en school, wat uiteindelijk bijdraagt aan een gezondere leefstijl en dus de kwaliteit van leven. Hoewel er tal van nuances zijn te maken, en er ook een levendige discussie is over de precieze inhoud van het begrip, gaat het om een breed concept – een paraplubegrip - bestaande uit verschillende kernelementen die in hun samenhang moeten leiden tot ‘een leven lang actief zijn’.

Onderzoek en Physical Literacy 
Het literatuuronderzoek en de gesprekken die ik hebt gevoerd maken duidelijk dat er tal van interessante vragen zijn te stellen. Het gaat hier om vragen en onderwerpen die zowel een conceptueel als empirisch karakter hebben en vaak ook gaat het om de wijze waarop onderzoek en de toepassing van onderzoek kan worden georganiseerd. Ik beperk me hier tot enkele thematische clusters (waarbinnen ik soms wat vragen plaats):

  • Conceptuele analyse van Physical Literacy. Physical Literacy is inhoudelijk breed en iets meer begripsmatige verheldering is noodzakelijk, zonder natuurlijk te verzanden in ‘semantische haarkloverij’. Afspraken over een werkdefinitie van Physical Literacy en een goede omschrijving van de onderdelen hierbinnen kan al een goede start zijn om vervolgens te kijken wat nodig is om hierop verder te gaan in bijvoorbeeld onderzoeksmatige zin.
     
  • Physical Literacy, fundamentale bewegingsvaardigheden en beweegparticipatie. Hoe verhouden zich bepaalde fundamentele bewegingsvaardigheden tot Physical Literacy? Er is, vooral in de toepassing binnen de context van (top)sport, een tendens om beide over één kam te scheren. Anders gezegd: iemand is Physical Literate indien deze beschikt over een breed repertoire van fundamentele bewegingsvaardigheden. 

Een bepaalde bewegingsbekwaamheid hoeft niet per definitie te leiden tot bijvoorbeeld ‘een leven lang bewegen’ en een verhoogde beweegparticipatie. Het lijkt eerder te gaan om een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor ‘meer bewegen’. Iemand die beweegvaardig is, maar bijvoorbeeld op de sportclub wordt geconfronteerd met een trainer die onvoldoende zorgdraagt voor een adequaat pedagogisch klimaat (Veilig Sportklimaat), zal vroeg of laat afvallen.

"Verschillende vragen zijn in dit verband interessant. ‘Op welke wijze kan Physical Literacy de basis vormen voor beweegprogramma’s in en rondom de school?’"

  • Physical Literacy in en rondom de school. Internationaal wordt gesteld dat Physical Literacy het fundament kan zijn voor een samenhangend kader voor beweegprogramma’s in en rondom de school (bewegingsonderwijs, voor- en naschools, vrije tijd, recreatie). Verschillende vragen zijn in dit verband interessant. ‘Op welke wijze kan Physical Literacy de basis vormen voor beweegprogramma’s in en rondom de school?’, ‘Hoe kan Physical Literacy bijdragen aan het didactisch en pedagogisch handelen van bewegingsonderwijzers en sport- en beweegconsulenten?’ 

Hier zou ook kunnen worden bezien hoe Physical Literacy samenhangt met de doorlopende leerlijnen van het bewegingsonderwijs en de eindtermen van het basisdocument bewegingsonderwijs (zoals opgesteld door KVLO/SLO).
 

  • Assessments voor het volgen van Physical Literacy. Hoe kan een gevalideerd instrument, een soort assessment of volgsysteem, worden ontwikkeld om Physical Literacy te volgen? De afgelopen jaren zijn verschillende assessments ontwikkeld om de (motorische) ontwikkeling te volgen/te meten. Zinvol is te kijken hoe tot een gestandaardiseerd assessment te komen, gericht op de uiteenlopende onderdelen binnen Physical Literacy. Het kan hier dan gaan om de (door)ontwikkeling van volgsystemen die in beeld brengen hoe kinderen zich ontwikkelen op onderdelen als ‘fundamentele bewegingsvaardigheden’, ‘meervoudige bewegingsbekwaamheid’, ‘eigenwaarde’, ‘zelfvertrouwen’, ‘zelfregulatie’, ‘motivatie’ en ‘kennis over …’. 
     
  • Physical Literacy bij kinderen/mensen met een ‘andere/specifieke’ ontwikkeling. Physical Literacy heeft betrekking op onder andere de motorische ontwikkeling van jong tot oud. De vraag is hoe deze ontwikkeling in het kader van Physical Literacy is bij kinderen met een specifieke ontwikkeling (kinderen met een handicap/aandoening, bijvoorbeeld in geval van kinderen met een Cerebrale Parese of Developmental Coordination Disorder). 
"De vraag is op welke wijze een omgeving zo is in te richten dat deze voldoende uitdaagt tot verschillende bewegingsvaardigheden"

  • Verrijking van de bewegingsomgeving. Vanuit de opvatting dat er een onlosmakelijke verbondenheid is tussen degene die beweegt en de wereld waarbinnen wordt bewogen, is de vraag op welke wijze een omgeving zo is in te richten dat deze voldoende uitdaagt tot verschillende bewegingsvaardigheden (‘inrichten van een beweegvriendelijke ruimte’). 

Dit onderwerp betreft dus vooral de inrichting van de omgeving, zowel in de openbare ruimte als binnen gymzalen en sporthallen (denk aan ‘Gymzaal van de Toekomst’, ‘Skills Garden’, ‘Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte’). Verschillende vragen zijn dan relevant. ‘Hoe kan de fysieke omgeving bijdragen aan ‘de’ motorische ontwikkeling van kinderen?’, ‘Welke factoren uit de fysieke omgeving dragen wel dan wel niet bij aan ‘Physical Literacy?'.
Dit zijn thema’s en vragen die, zonder volledig te zijn, interessant zijn om te stellen binnen onderzoek naar Physical Literacy en te kijken op welke manier is samen te werken tussen organisaties.

‘Kwartiermakersgroep Physical Literacy’
Ik begon met iets te zeggen over de verkenning. Wat in ieder geval duidelijk werd is dat er in Nederland al veel expertise is op het terrein van sport en bewegen, zonder dat direct wordt gesproken over Physical Literacy. Of het nu gaat om motorisch leren, didactisch-pedagogische vraagstukken, bewegingsfilosofische thema’s, inrichting van de fysieke ruimte of zelfregulatie, op al deze terreinen is in Nederland veel expertise en traditie. 

Waar al wel enkele jaren expliciet onderzoek wordt gedaan naar Physical Literacy is op Hogeschool Windesheim. Binnen het lectoraat Bewegen, School en Sport (lector Ivo van Hilvoorde) is Niek Pot in 2014 gepromoveerd op een proefschrift over sportidentiteit, sportparticipatie en bewegingsonderwijs. In deze studie gaat hij al uitgebreid in op de rol van Physical Literacy binnen het bewegingsonderwijs en sport. 

Het mooie is dat Niek ook al een concrete samenwerking is aangegaan met de grondlegger, Margaret Whitehead. Ze gaan gezamenlijk een artikel schrijven en er wordt een internationaal boek over Physical Literacy gepubliceerd waarin vooral wordt bezien wat er in verschillende landen al gebeurt op dit onderwerp. 

"Een kleine groep, we noemen het ‘kwartiermakersgroep Physical Literacy’, heeft het initiatief genomen om de uitgevoerde verkenning een stapje verder te brengen"

Het lijkt zo te zijn, en dit werd ook steeds in de gesprekken bevestigd, dat er in Nederland voldoende dekking is qua expertise op de onderwerpen die worden geplaatst binnen Physical Literacy. Ook vinden er hier en daar ook al samenwerkingen plaats, maar de grootste uitdaging voor de komende tijd is dat we hierop nog meer gaan samenwerken, in welke vorm dan ook. 

Veel expertise
Sinds april j.l. is hiermee al een start gemaakt. Een kleine groep, we noemen het ‘kwartiermakersgroep Physical Literacy’, heeft het initiatief genomen om de uitgevoerde verkenning een stapje verder te brengen. In deze groep zitten Kristine de Martelaer, Sanne de Vries, Remco Boer, Hugo van der Poel, Remo Mombarg, Geert Savelsbergh, Ivo van Hilvoorde en Jo Lucassen. Een enthousiaste groep mensen met heel veel expertise en die het belang er van inzien om op dit onderwerp samen te werken en te kijken waar nog meer verbindingen zijn te leggen de komende maanden. Ik mag, vanuit Kenniscentrum Sport, het proces begeleiden en dat is een inspirerende en uitdagende opdracht!

Dus, vanuit de overtuiging dat er in Nederland al veel gebeurt op het terrein van sport en bewegen, daarover hoeven we niet bescheiden te zijn, is de grote uitdaging om te kijken waar samenwerking kan ontstaan op het thema Physical Literacy. Bijvoorbeeld tussen onderzoekers, beweeg- en sportprofessionals (op en rondom de scholen), ontwikkelaars van (doorlopende) leerlijnen en sport- en beweegmethodieken. 

DSO 2017
De kwartiermakersgroep is er van overtuigd dat het de moeite loont te kijken of het concept Physical Literacy ook een meerwaarde heeft voor, ik zeg het even heel breed, de Nederlandse sport- en beweegwereld. De komende tijd treden we nog meer naar buiten met artikelen en op de DSO van 2017 9 november in Zwolle gaan we een minisymposium organiseren! Misschien kunnen we in dialoog met tal van belanghebbenden komen tot een ‘collectieve ambitie Physical Literacy’! 

Karlijn, ik hoop dat je met de antwoorden op je vragen iets meer te weten bent gekomen over Physical Literacy en het initiatief dat hierop onlangs is gestart. Zo niet of onvoldoende, je weet mij waarschijnlijk wel ergens te vinden!

Johan Steenbergen (in afstemming met en namens de kwartiermakersgroep Physical Literacy)


Volgende keer het antwoord op de vraag van Johan Steenbergen aan Heleen de Witte:
Beste Heleen, je bent een bevlogen buurtsportcoach met duidelijke ideeën over hoe deze functie zich verder zou moeten ontwikkelen. Zo heb je het regelmatig over beroepsvorming en het meer 'smoel' krijgen van de buurtsportcoach. Waar denk je dan aan? Een platform of beroepsvereniging (ondanks dat buurtsportcoach (nog) geen beroep is)? Zo ja, wat is de meerwaarde hiervan? Welke organisaties zouden in jouw ogen daar dan handen en voeten aan moeten geven?
« terug

Reacties: 1

Marian ter Haar
11-07-2017

Beste Johan,

Mooi om het begrip 'Health Literacy', als nieuw, opgepoetst te zien door je heldere uiteenzetting. Dank daar voor! Je overtuiging dat er al veel gebeurt in Nederland klopt! En misschien dichterbij dan je denkt...heel goed om meer samen op te trekken in dit verband.

Je stuk bracht mij terug in de tijd. Ik werd in de beginjaren van NISB van twee kanten geinspireerd met concretisering van het concept Health Literacy, wat nu door jouw onderzoek mogelijk weer wat in de belangstelling komt te staan. Ik wil graag deze twee inspiraties met jou en de lezers van Sport Knowhow XL delen omdat ze nog steeds in grote behoefte voorzien en leerzaam zijn vanwege de concrete uitwerking.

Allereerst stond het concept Health Literacy aan de basis van het Groninger Actief Leven Model (GALM) destijds door Mathieu de Greef (RUG) en voormalig collega's Ger Kroes en Yildau Dijkstra (later weer terug aan de RUG) uitgewerkt in mooie aanpak voor (sedentaire) ouderen. Een aanpak met aandacht voor contextuele verschillen en diversiteit onder ouderen. Het concept werd geoperationaliseerd en goed onderzocht op aspecten als  'bewegingsvaardigheden’, ‘eigenwaarde’, ‘zelfvertrouwen’, ‘self efficacy’, ‘motivatie’ . Tegelijkertijd is de aanpak in de implementatie goed verbonden met contextuele verschillen, bovendien spelen ouderen een grote rol in de werving van ouderen en in de groepsgebonden bewustwordings- en empowerment processen.

Dit is ook het geval in de aanpak van Communities in Beweging, destijds 2002 gestart door het Nederlands Instituut Sport en Bewegen (NISB), nu Kenniscentrum Sport. Werkende weg zocht NISB in samenwerking met vele lokale praktijken naar een handelingsrepertoire voor het stimulreren van (groeps) bewegen voor mensen met weinig tot geen ervaring met bewegen of sporten. Daarin was Health Literacy eveneens een belangrijk concept. De WUR, en met name het onderzoeksprogramma van professor Maria Koelen heeft ism NISB dit begrip verder geladen door de communities based benadering van Health Literacy en Physical Literacy. Collega Anita Vlasveld is uitstekend ingevoerd op dit terrein. Marion Herens voormalig collega van Kenniscentrum Sport is gepromoveerd op Promoting physical activity in socially vulnerable groups, waarin Health Literacy een van de leidende concepten is, bij diezelfde onderzoeksgroep van Maria Koelen aan de WUR, waar zij nu werkt. 

Publicaties en rapporten van bovengenoemde mensen zijn zeker de moeite waard vanwege de vertaling naar de beweeg- en sportpraktijken waarbij concepten als empowerment, bewegingsvaardigheden, self efficacy, heel concreet vorm krijgen. Daarvan zijn bijdragen te vinden via www.allesoversport.nl. 

Hartelijke groeten,
Marian ter Haar

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst