Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Ramón Spaaij aan Anita Vlasveld 6 december 2016

De vraag van… Ramón Spaaij, associate professor aan de Victoria University in Melbourne én bijzonder hoogleraar sportsociologie aan de Universiteit van Amsterdam
Aan... Anita Vlasveld, adviseur bij Kenniscentrum Sport

RamonSpaaij125De vraag
Er zijn de laatste jaren verscheidene initiatieven ontwikkeld in Nederland rond 'Sport en Vluchtelingen'. Wat zijn de belangrijkste opbrengsten van deze initiatieven tot nu toe? En waar liggen in jouw optiek nog de grootste uitdagingen?

Het antwoord
AnitaVlasveld150In Nederland zijn inderdaad inmiddels veel initiatieven te vinden op sport- en beweeggebied voor bewoners van de opvanglocaties (COA-locaties). Dit is nog niet zo lang het geval.

COA, het centraal opvang orgaan asielzoekers, erkent de waarde van sport bij integratie en is daarom in 2014 begonnen met het aanstellen van een sportmedewerker per COA-locatie. Midden 2015 hadden de meeste van de negentig COA-locaties een sportmedewerker. Deze organiseert sportactiviteiten voor de bewoners. Sinds de enorme stroom van vluchtelingen vorig jaar (een kleine vijftigduizend in 2015) werd het voor deze sportmedewerkers ondoenlijk om voor iedereen activiteiten te organiseren. Net op dat moment ontving NOC*NSF geld van het IOC om een 'sport voor vluchtelingen'-project uit te voeren, in samenwerking met COA, Kenniscentrum Sport, Right to Play en Warchild.

Dat project startte met een quickscan door Kenniscentrum Sport. Die liet zien dat de sportmedewerkers vooral behoefte hadden aan samenwerking met lokale sportaanbieders. Vooral om meer trainers te trekken die konden helpen om activiteiten te organiseren. Daarmee werd ook het doel van het IOC-project bepaald: het opbouwen van structurele lokale sportnetwerken.

"De één levert menskracht ofwel trainers, de ander draagt bij met financiële middelen, ruimte, materialen, kleding en/of vervoer"

Dat is nog volop in ontwikkeling. Inmiddels zijn veel meer partijen actief met het organiseren van sportactiviteiten voor vluchtelingen in Nederland. Denk aan sportverenigingen, fitnesscentra, commerciële sportaanbieders, vrijwilligersorganisaties, maar ook hogescholen, universiteiten en beheerders van sportaccommodaties. De één levert (vrijwillige) menskracht ofwel trainers, de ander draagt bij met financiële middelen (gunstige of gratis abonnementen), ruimte, materialen, kleding en/of vervoer.

Toch zijn er ook nog grote uitdagingen. Zo liet de quickscan ook zien dat slechts een kleine twintig procent van de bewoners van opvanglocaties betrokken is bij sport- en beweegactiviteiten. De variatie is overigens groot: de één neemt slechts een keer deel, de ander organiseert zélf sportactiviteiten voor medebewoners. Zo werden in Den Bosch tot voor kort (locatie sloot half 2016) vluchtelingen opgeleid om zelf activiteiten te organiseren en begeleiden via de City Trainer-methode.

"NOC*NSF houdt eraan vast dat alleen sportverenigingen geld uit het project krijgen om activiteiten te organiseren"

De grootste uitdagingen zijn volgens mij:

  • Vanuit de sport: dat sportverenigingen zich weten te verplaatsen in vluchtelingen en niet alleen aanbod-gericht denken. Zo houdt NOC*NSF eraan vast dat alleen sportverenigingen (hun achterban) geld uit het project krijgen om activiteiten te organiseren. Dit betekent dat fitnessabonnementen – populair onder vluchtelingen – niet ondersteund worden. Judoactiviteiten door een private ondernemer ook niet.
  • Hetzelfde geldt voor beweegactiviteiten speciaal voor vrouwen. Het kost extra energie om geschikte activiteiten te organiseren die aansluiten bij hun behoefte. Deze zijn in de praktijk vaak juist niet van sportverenigingen afkomstig, maar van kleine zelfstandigen. Zoals van een Zumba-instructrice, of vrouwenzwemmen in het lokale zwembad. Ook deze activiteiten kunnen dus niet bekostigd worden uit het IOC-project.
  • Ook vraagt het een omslag bij sportverenigingen (en regels van sportbonden) om niet meteen te denken in nieuwe leden met een jaarlidmaatschap. Maar om andere vormen van sporten bij de vereniging te bedenken. Overigens vinden de verenigingen die dat echt willen, daar wel oplossingen voor.
  • Tot slot blijft veel tijd en energie nodig om woonbegeleiders en vrijwilligers van COA-locaties goed te begeleiden. Hen bewust te maken van wat sport kan betekenen, en dat ook leren over te brengen op de bewoners en hen te stimuleren.

De vraag van Ramon komt dus eigenlijk nog te vroeg. De evaluatie van het IOC-project - dat overigens ook voorziet in kennisdeling - wordt pas begin 2017 voltooid. Dan zal ook een enquête onder de deelnemende COA-locaties de opbrengsten laten zien ten aanzien van: nieuwe sportactiviteiten, deelname en motivatie van bewoners, bewoners in de rol van vrijwilliger én in hoeverre het gelukt is om een duurzaam lokaal netwerk op te bouwen.

Volgende keer het antwoord op de vraag van Anita Vlasveld aan Marleen van Amerongen, voorzitter van de schaakbond:
Jij bent in juni gekozen tot nieuwe voorzitter van de schaakbond. Tussen al die mannelijke sportbestuurders en bondsdirecteuren behoor je helaas tot een zeer kleine minderheid. Wat moet er volgens jou gebeuren om meer vrouwen op belangrijke posities in de sport te krijgen?
« terug

Reacties: 1

Nassar Chakir
09-12-2016

Interessant stuk!

ik ben in Tilburg bij de gemeente sport coördinator vluchtelingen sinds 1 april, 2016. Ik heb verschillende sport interventies ingezet en dat heeft er voor gezorgd dat enorm veel nieuwe initiatieven zijn ontstaan door middel van sport, sportvrijwilligers en eigen activiteiten onderling bij verschillende doelgroepen. Graag zou ik ook mijn kennis en mening willen delen omtrent dit thema.

Met vriendelijke groet,

Nassar Chakir

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst