door: Jan Raateland
Op 29 juni 2018 sloot minister van Sport Bruno Bruins met de sport, gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven het Sportakkoord, bekend onder de titel ‘Sport verenigt Nederland’. Het akkoord kent zes ambities. Bij het nader inzoomen op die ambities is het de sportvereniging die bij vijf van de zes ambities de grootste en ook meest waardevolle aanbieder is.
De derde ambitie van het akkoord (‘Vitale sport- en beweegaanbieders’) fungeert hierbij als het centrale onderdeel. Hierover staat in het akkoord geschreven: ‘Vitale aanbieders hebben hun basis (organisatie en financiën) op orde en hebben daarnaast de ambitie en mogelijkheden om hun maatschappelijke rol te verbreden met meer sport- en beweegactiviteiten.’
Het toekennen van een centrale rol aan de sportverenigingen maakt de uitvoering van het akkoord lucratief
Ambities en samenhang
De andere vier ambities die in de deelakkoorden zijn uitgewerkt gaan over:
- inclusief sporten en bewegen. Iedere Nederlander kan een leven lang plezier beleven aan sporten en bewegen: ‘Sporten en bewegen voor iedereen’ en ‘Inclusief sporten en bewegen’ (ambitie 1);
- positieve sportcultuur. Misstanden voorkomen en ondergrens bewaken (ambitie 4);
- vaardig in bewegen. Motorische vaardigheid van kinderen verhogen (ambitie 5);
- Topsport die inspireert. Topsport begint in de breedtesport, de sportvereniging als basis (ambitie 6).
De samenhang tussen de vijf ambities laat zich het beste als volgt beschrijven:
- een krachtige organisatie met een visie op sport en bewegen: een leven lang sporten;
- goed opgeleide trainers met aandacht voor de motorische ontwikkeling van de jeugd;
- regels en een commissie voor het bewaken van het verenigingsklimaat;
- beleid dat invulling geeft aan de maatschappelijke functie voor de buurt, de wijk.
In deze beschrijving wordt de vitale sportvereniging herkend.
Lucratief
Duidelijk mag zijn dat het vol inzetten op het toekomstbestendig maken van sportverenigingen in grote mate bijdraagt aan de realisatie van de ambities in het Sportakkoord. Daarbij kennen sportverenigingen een interessant verdienmodel. Het toekennen van een centrale rol aan de sportverenigingen maakt de uitvoering van het akkoord lucratief.
Vanuit het vrijwilligerskarakter van de sportvereniging is er nauwelijks sprake van overheadkosten, betalen leden contributie en zorgen de kantineomzet (bij veel verenigingen) en sponsoring voor extra financiële middelen. Naast deze inkomsten is er ook sprake van de extra sociale en maatschappelijke waarde die sportverenigingen met hun aanbod en activiteiten bieden. Het gaat hierbij onder andere om gezondheid, sociale cohesie, integratie, participatie en leefbaarheid. Met de invulling van die maatschappelijke functies kunnen ook extra inkomsten worden gegenereerd.
Duurzaam
Veel sportverenigingen werven hun toekomstige trainers uit hun eigen leden; zij begeleiden jonge assistenten bij hun opleiding en coachen de nieuwe trainers gedurende de eerste jaren. Daarmee kan de kennis, kwaliteit en de continuïteit van hun aanbod geborgd worden. Het werken met trainers uit eigen kweek is ook nog eens een garantie voor het doorgeven van de verenigingswaarden: het eigen DNA van de sportvereniging.
Ik pleit voor een investering in de versterking van de organisatie en bestuurlijke kracht van de sportverenigingen in Nederland
Een interessant onderdeel van het Sportakkoord is de afspraak die VWS, VSG en NOC*NSF met elkaar hebben gemaakt: ‘Om een opdracht te verstrekken voor een onderzoek naar de organisatie en financiering van de sport en op basis daarvan te komen tot scenario’s voor de toekomst.’
Dat onderzoek zou best wel eens de conclusie kunnen opleveren dat de subsidiëring van sportstimuleringsprojecten die in de afgelopen twintig jaar zijn aangeboden, onvoldoende rendement hebben opgeleverd en slechts beperkt duurzaam zijn. Door de hierboven al aangehaalde borging en continuïteit bij sportverenigingen is het aannemelijk dat hun aanbod duurzamer is ten opzichte van gesubsidieerde projecten.
Social return of investment
Ik pleit voor een investering in de versterking van de organisatie en bestuurlijke kracht van de sportverenigingen in Nederland. Hun unieke verenigingsstructuur, gebaseerd op een prachtige traditie, staat al jaren onder druk. Het betreft hier een duurzame investering die de gemeente, de samenleving, dubbel en dwars zal gaan terugverdienen, zowel op individueel als collectief vlak. Individueel omdat sport bijdraagt aan gezondheid, ontwikkeling en plezier; collectief omdat sportverenigingen in wijken bijdragen aan de sociale cohesie en daarmee de sociale structuur in de wijk versterken. Als dat geen return of investment is.
Er zijn nauwelijks risico’s verbonden aan de voorgestelde investering. Het gaat hier om een beproeft concept: een kwart van de sportverenigingen in ons land zijn al vitaal, deels bekend als ‘open club’. De sportvereniging is aangemerkt als immaterieel erfgoed. In ruim honderd jaar is in ons land een sportinfrastructuur gegroeid van 26.000 sportverenigingen.
‘Think national, act local’
In het Sportakkoord wordt gesteld dat het sportbeleid aan kracht wint wanneer het sterk is ingebed in de regionale en/of lokale context. ‘In samenwerking met de sportverenigingen en andere aanbieders voelen de gemeenten zich verantwoordelijk om zoveel mogelijk inwoners te laten sporten.’
Met het toekomstbestendig maken van sportverenigingen geeft de gemeente als eerste overheid, een belangrijk signaal af
Naast het voelen van die verantwoordelijkheid is er juist op lokaal niveau het meeste inzicht in welke wijken gericht moet worden ingezet op de versterking van de sportinfrastructuur. In iedere uithoek van ons land tref je er wel één of meerdere sportverenigingen aan; in grote gemeenten wel 250.
Erkenning en waardering
Tenslotte - niet onbelangrijk in de aanpak die ik voorsta - is het feit dat wekelijks een miljoen vrijwilligers zich inzetten voor het sporten en bewegen van zo’n vijf miljoen kinderen, jeugd en volwassenen. Op deze vrijwilligers drijven onze sportverenigingen.
Met het toekomstbestendig maken van sportverenigingen geeft de gemeente als eerste overheid, een belangrijk signaal af: één van erkenning en waardering voor hun inzet en daarmee de betekenis voor onze samenleving.
Jan Raateland is een van de initiatiefnemers van stichting ONS, een stichting die mensen & sportverenigingen verbindt. Stichting ONS biedt sportverenigingen begeleiding of ondersteuning in verschillende vormen. Primair is de inzet van ONS te allen tijde gericht op het versterken van de bestuurlijke kracht van de sportvereniging. Voor meer informatie: jan@desportverenigingen.nl. www.stichtingons.nl.