Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Welke partij durft? Minder geld naar zorg, meer naar sport 2 oktober 2018

door: Jeroen Weijermars

Stel, u bent eigenaar van een nieuwbouwhuis. Geen villa, geen krot, maar gewoon een modaal huis waar een doorsnee gezin lang gelukkig is. Als eigenaar heeft u de keuze. Of u laat het onderhoud op zijn beloop en ziet wel wanneer u ermee geconfronteerd wordt, of u investeert op gezette tijden in het onderhoud zodat het woongenot op niveau blijft.

In de eerste situatie weet u dat uw woongenot ieder jaar afneemt en uiteindelijk geconfronteerd wordt met hogere investeringen (die komen overigens pas over dertig jaar). In de tweede situatie moet u nu af en toe wat budget toekennen, maar de cumulatieve investering blijft kleiner dan eenmalig over dertig jaar. Bovendien blijft het woongenot op niveau. De vraag is: welke onderhoudsoptie kiest u? Deze vraag legde ik voor aan een groep HBO-studenten, doorgaans niet de doelgroep die het best aan financiële planning doet. Het antwoord was voor nagenoeg alle studenten vrij logisch: de tweede optie natuurlijk. 

Wat wil het kabinet met sport? Wat zijn de plannen voor het komende jaar op het gebied van sport? Met aandacht luisterde ik naar de troonrede

Troonrede
Met dit voorbeeld neem ik u mee naar de derde dinsdag van september: Prinsjesdag. De glazen koets - de gouden wordt immers gerestaureerd - reed onze sportminded koning en koningin door Den Haag. Langs de route in de hofstad stonden mensen te zwaaien en te jubelen toen de majesteiten voorbij kwamen. Het jubelen hield niet op toen koning Willem Alexander de kabinetsplannen voor het komende jaar in de troonrede ontvouwde: ‘Iedereen gaat er financieel op vooruit’, las hij voor.

XL33 OpenPodiumWeijermars-1Prachtig om te horen natuurlijk, maar hoe denkt het kabinet over sport? Wat wil het kabinet met sport? Wat zijn de plannen voor het komende jaar op het gebied van sport? Met aandacht luisterde ik naar de troonrede.

Sport komt er beroerd vanaf
Wanneer de importantie van een domein of politiek aandachtsgebied vertaald wordt naar de frequentie waarmee deze uitgesproken wordt tijdens de troonrede, komt de sport er beroerd vanaf. In de rede wordt één keer gerept over sport. Onderwijs wordt zeven maal genoemd, klimaat en zorg tien keer.

Nederlanders van alle gezindten verzamelen zich soms op onchristelijke tijden om een wedstrijdje te spelen met het zevende tegen het vijfde van een andere vereniging

Sport komt in de troonrede niet verder dan de zin: ‘Nederland is een land van vrijwilligers, kerken en verenigingen, dat samenkomt rond bijzondere sportprestaties en op nationale feestdagen’. Welbeschouwd is deze constatering nog onjuist ook. Het is correct dat Nederland veel vrijwilligers kent, zeker in de sport. Daar draaien anderhalf miljoen mensen als vrijwilliger mee en zij leveren hun bijdragen aan de sport. Daarmee is de sport de grootste netto leverancier van vrijwilligers, waar dat in vervlogen tijden de kerk was. Nederland is echter al lang geen land meer van kerken. Er zijn nog een kleine vierduizend kerken ‘in bedrijf’. Zet dat af tegen ruim 24.000 sportverenigingen met hun sportkantines, dan kom je tot de conclusie dat Nederland een land is van sportverenigingen.

Onderhoud van het lichaam
Daarnaast komt Nederland niet alleen samen rond bijzondere sportprestaties. Nederland en de 4,5 miljoen georganiseerde sporters komen vrijwel wekelijks bij elkaar en niet zeker alleen wanneer 'oranje' wint. Nederlanders van alle gezindten verzamelen zich soms op onchristelijke tijden om een wedstrijdje te spelen met het zevende tegen het vijfde van een andere vereniging. Dat gebeurt vaak met toeschouwers, weer of geen weer. Dat doen zij omdat zij zich met elkaar verbonden voelen in de sport die ze bedrijven. Bovendien biedt de hobby hen vooral gezondheid. 

Dat brengt mij bij het begin van deze column. Omdat inmiddels genoegzaam bewezen is dat sport gezond is, verwacht je in een vergrijzende samenleving dat onderhoud van het lichaam een belangrijke factor is waar ook de politiek het nut van inziet. Van elke euro die de overheid uitgeeft, gaat een kwart naar de zorg en dan vooral de curatieve zorg, de zorg die erop is gericht om ziekten en kwalen te genezen. De roep om meer geld naar de zorg klinkt onverminderd. Er zijn inmiddels berekeningen waaruit blijkt dat we over een kleine twintig jaar de zorgkosten zien verdubbelen. 

Ik pleit voor minder geld naar zorg en meer geld naar de sport. Meer geld naar de sport levert iets op: een gezondere bevolking en een besparing op de zorgkosten

XL33 OpenPodiumWeijermars-2Meer geld naar zorg eindig
We doen veel uitgesteld onderhoud en reserveren daar ruim 75 miljard per jaar voor, terwijl nu investeren in sport enorm helpt om te voorkomen dat we over twintig jaar inderdaad tegen de 150 miljard aanlopen. In wat meer behapbare bedragen geven we momenteel een kleine 5.000 euro per Nederlander aan zorg uit en dit loopt de komende decennia op naar bijna 10.000 euro per inwoner van Nederland. Het klinkt onorthodox, maar mijns inziens ook logisch dat meer geld naar zorg eindig is. Op enig moment is dit niet meer op te brengen. Dus ik pleit voor minder geld naar zorg en meer geld naar de sport. Meer geld naar de sport levert iets op: een gezondere bevolking en een besparing van 1.500 tot 6.000 euro aan zorgkosten bij personen die ouder zijn dan 25 jaar. Tel uit je winst!

De realiteit is dat de euro die je nu investeert op het gebied van gezondheid pas over circa tien jaar gaat renderen. Zo’n langetermijnaanpak zijn ‘ze’ niet zo van in Den Haag. Er komt tenslotte altijd wel een verkiezing aan en om te zorgen dat de kiezers je opnieuw in het centrum van de macht plaatsen, zijn successen in het hier-en-nu handiger en voor de herkiesbaarheid effectiever dan aantoonbaar betere investeringen op de lange termijn.

De kwaliteit van leven neemt toe met circa 1 miljoen euro tot 4 miljoen euro. Deze komt volledig ten goede aan de mensen zelf

(In)directe en externe effecten
In het eerder genoemde artikel over de sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen staat een voorbeeld dat doorrekent wat het resultaat is als er van vijfduizend inwoners ongeveer honderd op lange termijn hun luie stoel uitkomen en regelmatig gaan sporten en bewegen. De sociaaleconomische impact van het programma over de gehele levensduur van deze honderd nieuwe sporters wordt als volgt (bron):

(In)directe effecten (geprijsde markten)

  • De totale zorgkosten dalen met circa 150.000 euro tot 600.000 euro, waardoor deze mensen mogelijk minder eigen-risico betalen en zorgverzekeraars en gemeenten minder kosten maken.
  • De totale zorgkosten nemen echter ook met circa 50.000 euro tot 80.000 euro toe door de gevolgen van blessures, waardoor deze mensen mogelijk weer iets meer eigen-risico betalen en zorgverzekeraars meer kosten maken.
  • Het ziekteverzuim neemt af (ondanks blessures) waardoor de groep meer productieve arbeidsuren zal hebben ter waarde van circa 1 miljoen euro tot 2,5 miljoen euro. Hierdoor is deze groep mogelijk instaat meer inkomen te verdienen en genieten werkgevers van een hogere productie.
  • Ook de arbeidsproductiviteit van deze groep neemt toe (naast het effect van ziekteverzuim) met circa 500 euro tot 2,5 miljoen euro. Ook deze baat zal zowel de groep zelf als de werkgevers ten goede komen.

Externe effecten (niet-geprijsde markten) 

  • De kwaliteit van leven van deze groep neemt toe met circa 1 miljoen euro tot 4 miljoen euro. Deze komt volledig ten goede aan de mensen zelf.
  • Ook is er een positief effect op de levensverwachting van de groep met circa  100.000 euro tot 300.000 euro, waarbij het positieve effect op de mensen zelf zwaarder weegt dan de negatieve effecten van hogere zorgkosten voor de zorgverzekeraar en hogere AOW- en pensioenuitkeringen voor overheid en pensioenverzekeraar.
  • Ten slotte zal, hoewel dit niet in bedragen is uitgedrukt, ook het sociaal kapitaal en het plezier van deze mensen toenemen, waar met name de groep zelf voordeel van zal genieten.
Minder geld naar zorg maar meer naar sport, zodat het leefgenot van jongeren én ouderen op termijn op niveau blijft. Welke partij durft?

Continue investering
Als deze column wordt gepubliceerd zit de Nationale Sportweek er net op. De Nationale Sportweek die daags voor de Prinsjesdag begon (en om voor mij niet helemaal duidelijke redenen twéé weken duurt, maar toch Sportweek wordt genoemd). In de Nationale Sportweek doet NOC*NSF - voor een belangrijk deel gefund door het Rijk - er alles aan om zoveel mogelijk mensen sport te laten ontdekken: #SportOmdatHetLeukIs. 

Als er middels ministeriële geldstromen een sportweek in gang wordt gezet om zoveel mogelijk mensen aan een sport te verbinden, is het ook vrij logisch dat je daar een vervolg aan wilt geven. Dat vergt meer dan één keer per jaar de sportieve bloemetjes buiten zetten. Dat vraagt niet alleen om een continue investering, maar vooral een ombuiging van curatieve zorg naar preventief onderhoud middels sport. Minder geld naar zorg maar meer naar sport, zodat het leefgenot van jongeren én ouderen op termijn op niveau blijft. Welke partij durft?

Jeroen Weijermars is met Zjerom ondernemer in sportmanagement en sportmarketing. Daarnaast is hij als docent verbonden aan de Johan Cruyff Academy en geeft hij daar les op het gebied van sportmanagement, -marketing en -media. In zijn vrije tijd is hij lid van het bondsbestuur van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) met als aandachtsgebied marketing en communicatie. In 2014 behaalde hij zijn MBA Sportmanagement bij het Wagner Instituut te Groningen. Voor meer informatie: jeroen.weijermars@zjerom.nl, Twitter, LinkedIn, of www.zjerom.nl

« terug

Reacties: 3

Anneke Palsma
02-10-2018

Beset Jeroen,

Allereerst bedankt voor je heldere betoog.
Je hebt gelijk dat investeren in sport kan helpen om de zorgkosten te verlagen. Sport werkt preventief tegen heel veel gezondheidsproblemen.
Maar alle geld aan zorg zou zelf ook nog beter besteed kunnen worden, binnen de zorg zelf: Ook hier is winst te behalen door meer in te zetten op preventie. De gecombineerde leefstijlinterventie is een stapje in de goede richting. Naast de goede invloed van sport op de gezondheid is ook voeding, slaap en stressbeheersing van invloed op de gezondheid.
Dat kan bijvoorbeeld door kennis en bewustwording te vergroten over voeding en de invloed van slaap op de gezondheid. Dat kan bijvoorbeeld door deze onderwerpen op te nemen in onderwijsprogramma's voor scholen. Bij voeding gaat het naast kennis ook om praktische vaardigheden, zoals goed inkopen van voeding en het bereiden van maaltijden.
Kortom: er is nog een hele wereld te winnen als het om preventie in zijn totaliteit gaat.

Piet van Loon, houdingsdeskundige
02-10-2018

Een breed en invoelbaar betoog, maar allang ingehaald door de werkelijkheid: het aantal sportblessures levert een almaar stijgende aanslag op het zorgbudget op. Spieren, menisci en kruisbanden knappen al met de meest onbeduidende bewegingen, hernia's bij jeugdigen begint gewoon te worden.  Onderzoek laat ien, dat onze jeugd  per decennium zo'n 5% achteruit gaat in motorische kwaliteiten. En dus volgen achterstand in gezondheid en  duurzaamheid door inderdaad achterstallig onderhoud.  De "sport" is belangrijk voor onderhoud, maar niet als je als kind met lichamelijke en gedragsmatige "onderontwikkeling" aan sport gaat beginnen en je moet meten aan de " besten". De "sport"is niet de plaats waar de preventievie geneeskunde tot haar recht kan komen. Dat moet thuis en op school gebeuren, waar echter alle kennis, die ruim voorhanden was om kinderen lichamelijk en geestelijk sterke en verkrachtig "af te leveren" aan de maatschappij ( ja inderdaad, de jongens ooit om het land te verdedigen) volledig is verdwenen. De Overheid heeft zich teruggetrokken en heeft geen enkele grip meer op de preventiekracht in de geneeskunde, die in de Gezondheidsleer ooit alle meisjes en jonge moeders bereikte en in de schoolgymnastiek het inregelen en opbouwen van gezondheid gestructureerd verder inregelde. In de jaren vijftig zat 50 % van de Nederlandse jeugd "op gymnastiek", van arm tot rijk. Niet om de top te halen, of omdat er geen voetbal was maar om om gezamenlijk tot een beter gemiddelde houding en motoriek te komen.  De dokters lieten de Gezondheidsleer ook vallen en gingen aan de achterkant van de problemen hun onderzoek en verdienvermogen  inrichten. De "Zorg" werd technisch, kwam onder invloed van de (farma-)industrie en werd almaar duurder, terwijl de zorgverleners zelf in hun jeugd almaar minder lichameleijk en geestelijke kracht konden opbouwen. Hoeveel "burnout" kan de jonge generaties dokters nog aan?? Hoe veel werkers in de publiekesector moeten er op het Malieveld staan om de fundamentele omslag in denken te kunnen maken en eerst onze jongste jeugd weer in het juiste spoor te krijgen? 

We hebben veel aandacht voor kanker, maar als we al over die aandoening de uitingen van het RIVM niet serieus nemen, dan blijven we in een negatieve spiraal: "de sedentaire leefstijl van kinderen is verantwoordelijk voor het almaar in aantal doorstijgen van steeds vroeger voorkomende aandoeningen als Diabetes ( ook zonder dik zijn, pvl) , hart-en vaatziekten ( ook zonder roken, pvl) en veel voorkomende kankervormen ( hoe dan ook leefstijlziekte, pvl)". Noch het Sportakkoord, noch het aankomend Preventieakkoord nemen de vroegere kennis over gestructureerd begeleiden ( en controleren!!, schoolartsen!) van gezond en goed ontwikkelen  van het steun-en bewegingsapparaat mee, en kunnen dan ook niet effectief zijn onm de grote zorgen in het volk weg te nemen. 

Robert Hoogland
02-10-2018

Beste Jeroen,

Goed dat je tijd neemt om je visie te delen. Ik ben zelf groot voorstander van sport. Kan er echt enorm van genieten. Motorische controle en in sport vaak gecombineerd met strategisch inzicht enz. enz. Prachtig! Tot zover volg ik je helemaal, maar naast een passie voor sport is er een andere werkelijkheid.

Een belangrijk nadeel van (jeugd) sport is dat er vaak een koppeling aan prestatie zit. En - nog erger - al op hele jonge leeftijd. Bijna niemand is topsporter. Kinderen (of eigenlijk de ouders) raken vaak al op jonge leeftijd enorm teleurgesteld in sport omdat ze niet zo talentvol blijken te zijn. Zij zijn dan zo negatief beinvoed dat ze voor het leven nog maar moeilijk aan sport willen doen. Als je de relatie met gezondheid legt, moet je mijns inziens sport verlaten en uitgaan van bewegen. Nadruk op lekker bewegen zonder prestatiedruk of waar je moet voldoen aan allerlei verwachtingen (van jezelf, ouders, coaches). Dat leuk en gezond bewegen zou het best (en gemakkelijkst) inpasbaar zijn op scholen natuurlijk. Maar tegelijkertijd is er geen ruimte voor vakdocenten bewegen. Daar zou je geld voor vrij kunnen maken. ween belangrijke stap naar meer bewegen.

Dan wil ik nog wel een misverstand wegnemen. Jouw metafoor van onderhoud is beeldend, maar gaat niet helemaal op. De zorgkosten zijn altijd het hoogste op het einde van je leven. Het vervelende is nu dat hoe fitter je bent, hoe meer levensjaren je wint, maar uiteindelijk komt er een moment dat je aan een einde van een leven bent en je hoge zorgkosten maakt, mogelijk zelfs hogere kosten omdat je inmiddels door de winst aan levensjaren wel een stuk ouder bent. Natuurlijk is het winnen van levensjaren prettig, maar wel nadelig voor de economische situatie in Nederland. Je bent veel duurder. Je maakt immers langer gebruik van AOW en al dan niet een pensioen. Hoe krom ook, maar langer leven kost de maatschappij ook heel wat meer.

Ik wil niet alles kapot relatieveren hoor, maar preventie is de afgelopen 30 jaar nooit wat geweest en gaat voorlopig nooit wat worden. Sterker nog we verhogen de BTW op gezonde producten en sport. En gezond voedsel is ook al beduidend duurder. We moeten steeds langer thuis wonen, maar bezuinigen wel tegelijkertijd de thuiszorg weg. De zeer goedkope 1e lijnszorg gericht op (behoud van) gezondheid (fysiotherapie, dietetiek, ergotherapie, thuiszorg, Geestelijke gezondheidszorg e.d.) wordt steeds verder gekort en zwaarder belast met administratie en controles. Toegankelijkheid binnenkort alleen voor degene die geld hebben, maar de finacieel krachtige medemensen zijn juist al gezonder. Aanvullende verzekeringen zijn inmiddels bijna onhoudbaar omdat mensen voor iets betalen wat ze niet mogen afenemen. Zo sturen we  mensen steeds vaker naar de zeer dure 2e lijn (ziekenhuizen). En wat denk je van al die meeeters uit de ruif van de zorgpremie die nooit een client van dichtbij zien. Van auditbureaus, zorgverzekeraars en onnodige consultants en managementlagen. Dat is waarom de zorg zoveel meer geld dan vroeger nodig heeft. Dat lukt elk jaar wel weer. Gevalletje netwerken, is je wel eens opgevallen hoeveel politici bestuurders in de zorg zijn.

Nee, een gezond samenleving vraagt niet om meer geld naar sport. Dat vraagt om een volledige visie met zogenaamde ontschotting van al die zuilen. Visionairs hebben we nodig, maar die passen niet in de politieke arena waar alles is gericht op in 4 jaar 'scoren'. Op naar de volgende verkiezingen...

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst