door: Jesse de Bruin, Otto Koppius & Matthijs Wolters
Arme Ryan Thomas. De Nieuw-Zeelander had net deze zomer een mooie transfer van PEC Zwolle naar PSV gemaakt, maar nog voordat hij überhaupt speelminuten had gemaakt, had hij tijdens een training een zware knieblessure opgelopen, een afgescheurde kruisband volgens RTV Oost. En hij is niet de enige: afgelopen seizoen liepen alleen al onder Nederlandse internationals Joël Veltman, Rick Karsdorp en Tessel Middag een afgescheurde kruisband-blessure op. Dit is één van de zwaarste blessures in het voetbal, waarbij volgens het normale protocol na een operatie zo’n zes tot negen maanden herstel staat, al zijn hersteltijden van tien tot twaalf maanden helaas ook verre van ongebruikelijk.
Herstel wordt hierbij over het algemeen gedefinieerd als return-to-play: wanneer maakt een speler weer voor het eerst officiële speelminuten in een wedstrijd? Dit is natuurlijk een essentiële stap in de terugkeer van een speler, maar wij waren voor dit onderzoek vooral geïnteresseerd in de vervolgstap, die we return-to-performance genoemd hebben: komt een speler vervolgens ook weer echt terug op zijn oude niveau van voor de blessure?
Vergelijking
Om hier wat meer en vooral ook wat systematischer inzicht in te krijgen dan een paar voorbeelden waarin het wel of juist niet goed gegaan is, zijn we een aantal databases ingedoken om gedetailleerde statistieken te verzamelen over de prestaties van spelers. Eerst hebben we 110 spelers uit de Premier League, Primera Division, Bundesliga, Serie A en Ligue 1 geïdentificeerd die tussen het seizoen 2012/2013 en 2016/2017 een voorste kruisbandblessure hebben opgelopen1.
De eerste bevinding is niet heel verrassend: gemiddeld maken spelers minder speelminuten na terugkeer
Voor elk van die spelers hebben we de laatste tien wedstrijden vóór de blessure genomen als basisniveau, waarbij we data van WhoScored.com verzameld hebben over de gemiddelde speelminuten en de gemiddelde overall rating van een speler. Dit hebben we vervolgens vergeleken met de tien wedstrijden na return-to-play, dus nadat een speler weer voor het eerst speelminuten gemaakt heeft.
Minder speelminuten
De eerste bevinding is niet heel verrassend: gemiddeld maken spelers minder speelminuten na terugkeer. Voor de blessure speelden ze gemiddeld 74 minuten per wedstrijd in de tien wedstrijden die we als basisniveau genomen hebben, daarna speelden ze in de tien wedstrijden na terugkeer gemiddeld 63 minuten per wedstrijd, 11 minuten minder. Wat een stuk opvallender is, is dat dat verschil in gemiddelde niet alleen maar komt doordat een speler de eerste paar wedstrijden voorzichtig ‘gebracht’ wordt (de eerste wedstrijd na terugkeer maakt een speler gemiddeld maar 51 minuten en bijna de helft van de spelers doet er langer dan drie wedstrijden over voordat ze überhaupt een volledige wedstrijd spelen).
Ook als we naar de latere wedstrijden kijken, is er nog altijd een significant verschil met voor de blessure: in de tiende wedstrijd na terugkeer maakt een speler gemiddeld 70 minuten speeltijd, nog altijd 4 minuten minder dan voor de blessure. Ook al is het verschil kleiner geworden, de speler wordt tien wedstrijden na terugkeer nog altijd eerder gewisseld of later ingebracht dan daarvoor. Hoewel we uit onze data niet kunnen afleiden of dit komt door de inschattingen van de coach, de medische staf of de speler zelf, geeft het wel aan dat de speler meer dan twee maanden na terugkeer nog niet op zijn oude niveau is.
Voor de blessure was de gemiddelde rating 6,93, tien wedstrijden na de blessure lag de gemiddeld rating nog altijd bijna een kwart punt lager op 6,69.
Mindere prestatie
Als we de ratings van WhoScored.com vergelijken voor en na de blessure, zien we een vergelijkbaar patroon: na terugkeer zijn de ratings lager. Voor de blessure was de gemiddelde rating 6,93, tien wedstrijden na de blessure lag de gemiddeld rating nog altijd bijna een kwart punt lager op 6,69.
Hoewel een kwart punt op het eerste gezicht misschien niet heel veel lijkt, is het goed om te realiseren dat de ratings op WhoScored.com vrij gecomprimeerd zijn: de meerderheid van spelers scoort tussen 6 en de 7,5 (uitschieters naar boven en beneden zijn zeldzaam) en dan is een kwart punt een vrij substantiële verandering. Als we kijken naar hoe de gemiddelde rating zich ontwikkelt gedurende de tien wedstrijden na terugkeer (zie figuur 1), dan zien we dat er wel een kleine vooruitgang in zit, maar ook hier is de speler ruim twee maanden na terugkeer nog altijd niet op het oude niveau.
Grote verschillen
Als we kijken naar hoe de terugval van spelers verdeeld is, dan zien we een behoorlijk grote spreiding (figuur 2): bijna de helft van de spelers gaat om en nabij een half punt achteruit, een handjevol spelers zelfs een punt of meer, maar is ook een substantieel deel dat gelijk of zelfs beter terugkomt na de blessure. Om erachter te komen welke factoren die verschillen kunnen verklaren, hebben we een regressie-analyse gedaan2 met diverse karakteristieken van de speler en de competitie als verklarende variabelen.
Opvallend hierin is vooral welke factoren geen directe invloed hebben: jonge spelers hebben geen grotere of kleinere terugval dan oudere spelers, het maakt voor de terugval niet uit of je verdediger, middenvelder of aanvaller bent en evenmin zijn er significante verschillen tussen de competities qua terugval.
Hoe beter de speler, hoe meer terugval
Wat wel van hele grote invloed blijkt, is de gemiddelde prestatie vóór de blessure: hoe beter de speler, hoe groter de terugval. Een gemiddelde speler scoort voor de blessure 6,93 en na de blessure 6,693. Een goede speler die voor blessure 7,5 scoort, zal na de blessure gemiddeld 6,94 scoren. Deze voetballer wordt met andere woorden een stuk verder teruggeworpen.
Blijkbaar gaan de meeste spelers dus toch wat achteruit na hun blessure, ongeacht leeftijd of positie of competitie
Hoe zit het dan met de spelers die er na hun blessure beter uit komen? Is het dan zo simpel dat die spelers gewoon de wat mindere goden zijn? Op basis van de hier geanalyseerde data zou je dat strikt genomen moeten zeggen, maar dat zou te kort door de bocht zijn. Uit eerder onderzoek weten we bijvoorbeeld dat psychosociale factoren zoals doelen stellen, zelfvertrouwen en therapie-trouw een hele belangrijke rol spelen bij een goede revalidatie, dus daar zal ongetwijfeld een belangrijke sleutel liggen, alleen hebben we voor deze voetballers daar simpelweg geen gegevens over.
Daarnaast heeft ook de al eerder aangehaalde achteruitgang in het aantal speelminuten een significante invloed: de gemiddeld 11 minuten die een speler minder speelt na blessure, zorgt voor een achteruitgang van 0,11 punten in de WhoScored ratings. Ook dit is weer consistent met de conclusies dat ruim twee maanden na terugkeer, de meeste spelers nog altijd niet op het oude niveau zijn.
Inzoomen op acties
Blijkbaar gaan de meeste spelers dus toch wat achteruit na hun blessure, ongeacht leeftijd of positie of competitie, maar wat doen ze dan concreet anders op het veld dat hun gemiddelde rating omlaag gaat? Nu er de laatste jaren steeds meer gedetailleerde event-data beschikbaar komt over wat er daadwerkelijk gebeurt tijdens een wedstrijd qua passes, schoten en duels, kunnen we wat meer inzoomen op wat een speler daadwerkelijk doet op het veld4.
Bij diverse blessures is een bekend fenomeen in het revalidatieproces de kinesiofobie: de angst om het geblesseerde lichaamsdeel te bewegen en te belasten. Specifiek bij kruisbandblessures uit zich dat vooral bij bewegingen waar dynamische stabilisatie van de knie voor nodig is. Als we dat vertalen naar voetbal, dan zijn dat vooral de relatief ongecontroleerde bewegingen in duels (denk bijvoorbeeld aan een sliding of het neerkomen na een kopduel) iets waar dat bij uitstek naar voren zou komen: gaan spelers na een kruisbandblessure minder duels aan?
Het wachten is op geavanceerde camerasystemen als BallJames van SciSports om preciezere data over acties van spelers op het veld te krijgen
Hier kan de data helaas geen volledig uitsluitsel over geven: omdat de event-data voor de oudere seizoenen destijds nog niet geregistreerd werd, konden we slechts voor 49 spelers voor en na vergelijken. Hoewel er wel bepaalde patronen in de data lijken te zitten, is de data niet altijd even nauwkeurig - het wordt door menselijke annotators bijgehouden - en is daardoor de steekproef te klein om hier harde conclusies aan te verbinden. Het wachten is op geavanceerde camerasystemen als BallJames van SciSports om preciezere data over acties van spelers op het veld te krijgen, zodat we beter kunnen zien of en zo ja, wat spelers echt anders doen op het veld na een blessure.
Conclusie
Komen voetballers weer terug op hun oude niveau na een afgescheurde kruisband? Een flink deel helaas niet: ruim twee maanden nadat ze weer voor het eerst speelminuten gemaakt hebben, zit de meerderheid nog altijd onder hun oude niveau. Of die terugval permanent is, of dat het simpelweg nog langer duurt (twintig wedstrijden? dertig?) is met de huidige data moeilijk te zeggen, maar hoe dan ook is het voor coaches en spelers is belangrijk om te beseffen dat terugkeer op het oude niveau een zaak van de lange adem is: return-to-play is nog geen return-to-performance. Tegelijkertijd is er ook wel een substantiële groep die op hetzelfde niveau of zelfs iets hoger terugkeert na de blessure, dus er is zeker hoop.
Hoe nu verder voor Ryan Thomas? Misschien kan hij hoop putten uit een mede-PSV-er die ook op zijn 23ste zijn kruisband afscheurde, maar die terecht is opgenomen in de Wall of Fame van FC Kruisband, omdat hij na zijn blessure succesvol terugkeerde en vervolgens bij Manchester United uitgroeide tot één van de beste spitsen ter wereld: Ruud van Nistelrooy.
Noten
- Spelers die in het seizoen 2017/2018 een kruisbandblessure hebben opgelopen, zijn niet meegenomen in het onderzoek omdat ze of nog niet teruggekeerd waren op het veld of omdat daar nog niet voldoende gegevens over beschikbaar waren na hun terugkeer. We hebben data uit seizoen 2017/2018 wel gebruikt voor de prestatie spelers die dat seizoen zijn teruggekeerd van een kruisbandblessure die ze het seizoen daarvoor hadden opgelopen.
- We hebben onderstaande analyses ook herhaald met machine learning methoden als gradient boosted regression trees en random forests. De exacte getallen veranderen iets, afhankelijk van de gebruikte methode, maar de conclusies blijven hetzelfde: de gemiddelde prestatie voor blessure en het aantal speelminuten zijn met afstand de belangrijkste factoren. Omdat de regressie het makkelijkst uit te leggen is, gebruiken we die resultaten in de tekst.
- Ook weer gemiddeld over de 10 wedstrijden na blessure
- Met dank aan SciSports voor het beschikbaar stellen van deze data
Jesse de Bruin MSc is in 2018 afgestudeerd aan de Rotterdam School of Management bij de Master Business Information Management. Deze column is gebaseerd op zijn afstudeeronderzoek.
Otto Koppius is universitair docent Business Analytics op de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Hij doet vooral onderzoek naar toepassingen van nieuwe databronnen zoals wearables en nieuwe analysemethoden om vraagstukken rondom talentmanagement, coördinatie in teams en de fysieke en mentale fitheid van atleten en werknemers te bestuderen. Naast zijn universitair werk is hij roeicoach en heeft hij meerdere ploegen naar wereldkampioenschappen en andere grote toernooien begeleid.
Dr. Matthijs Wolters is econometrist en bedrijfskundige, werkzaam aan de VU Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam en als wiskundedocent aan het Leonardo College in Leiden. Hij is gespecialiseerd in de bijdrage van 'analytics' aan besluitvorming in (sport)organisaties.