Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Vrijwilligers maken waarde! 12 december 2017

door: Lucas Meijs & Philine van Overbeeke

Vrijwilligerswerk in de sport is traditioneel een belangrijke methode om de kosten voor alle leden laag te houden: de vrijwilligers-bespaarde-kosten. De laatste paar jaar wint naast vrijwilligers-bespaarde-kosten het idee van vrijwilligers-toegevoegde-waarde aan belangstelling. En met recht, want dat is een veel positiever verhaal! 

De zogenaamde vervangingswaarde (hoeveel zou het kosten als we de vrijwilligers vervangen door beroepskrachten) is relatief gemakkelijk te bepalen: waardeer ieder uur vrijwilligerswerk in uw club tegen vijf euro of bijvoorbeeld het minimumloon en deel dat door het aantal leden (zie deze opzet voor een dergelijke berekening bij hockeyverenigingen). Deze kostenbesparing is een van de redenen waarom vrijwilligers van sportverenigingen zich zo boos maken over al die leden die géén vrijwilligerswerk doen: de free riders. Het voorkomen van dit free rider-probleem is daarmee een van de achterliggende verklaringen voor de populaire verplichte inroostering van bardiensten en het afkopen van vrijwilligerswerk. 

"Het benadrukken van de toegevoegde waarde is een veel positiever verhaal om vrijwilligers mee te werven en te motiveren"

Maar de laatste paar jaar wint naast de vrijwilligers-bespaarde-kosten het idee van vrijwilligers-toegevoegde-waarde aan belangstelling. Daar wordt benadrukt dat vrijwilligers andere waarden toevoegen dan beroepskrachten. Het unieke van vrijwilligerswerk staat daarbij centraal, zeg maar dat wat er zou verdwijnen als de vereniging de vrijwilligers zou betalen. Het benadrukken van die toegevoegde waarde is een veel positiever verhaal om vrijwilligers mee te werven en te motiveren: 'Doe mee, want u maakt het verschil!'

Op basis van een onderzoek naar de toegevoegde waarde van vrijwilligers bij Unicef (The Value of Volunteers) vonden wij zeven punten. Omdat sportverenigingen toch echt anders zijn doordat het voor-ons-door-ons organisaties zijn hebben we deze zeven punten voor sportverenigingen verdeeld over ‘relaties tussen leden/vrijwilligers’ (ad. 1) en ‘verbreding van de context van de vereniging’ (ad. 2). 

Ad. 1: relaties tussen leden/vrijwilligers
Bij de onderlinge relaties tussen leden en vrijwilligers geldt natuurlijk als eerste dat leden en vrijwilligers een enorme nabijheid ervaren en hebben omdat ze dezelfde passie voor de sport en, wellicht nog belangrijker, hun vereniging delen! Het is voor sportverenigingen bijna een open deur maar echt een uniek aspect om mee te werken om vrijwilligerswerk te laten renderen. Zeker als het lukt om de gedeelde passie voor sport en vereniging concreter in te vullen naar 'dit is onze vereniging en dus zijn dit onze leden en als u zich niet thuis voelt, er zijn meer verenigingen'. Deze nabijheid groeit natuurlijk ook omdat de leden en vrijwilligers elkaar door en door kennen, jaren met elkaar gesport hebben en vanwege de derde helft! 

"Extern worden vrijwilligers als geloofwaardiger gezien wanneer zij opkomen voor hun organisatie, bijvoorbeeld in de relatie met de subsidiërende lokale overheid en sponsors"

Verbonden met nabijheid is onder andere geloofwaardigheid. Intern is de relatie tussen leden en vrijwilligers gebaseerd op gelijkwaardigheid zonder duidelijke hiërarchie (behalve dat ik beter kan voetballen of hockeyen dan jij), terwijl dat voor betaalde krachten - zoals een trainer - toch anders ligt. Wellicht denkt de trainer dat hij/zij de baas is maar dat is echt alleen tijdens de training, daarbuiten zien waarschijnlijk de contributiebetalende leden zich als een soort werkgever! 

Een consequentie van de combinatie 'nabijheid en geloofwaardigheid' kan zijn dat leden en (ouders van) kinderen het makkelijker vinden om een praatje te maken over lastige situaties binnen maar vooral buiten de sport met de vrijwillige coach/trainer/barkeeper dan wanneer het beroepskrachten zouden zijn. De vrijwilligers fungeren in dit soort situaties als het ware als breder support system. Extern worden vrijwilligers als geloofwaardiger gezien wanneer zij opkomen voor hun organisatie, bijvoorbeeld in de relatie met de subsidiërende lokale overheid en sponsors. Dat laatste wordt ook weleens omschreven als de gunfactor.

Ad. 2: verbreding van de context van de vereniging
Vervolgens zijn er factoren die zorgen voor een verbreding en verdieping binnen de organisatie. Binnen een sportvereniging is vaak veel diversiteit naar leeftijd, culturele achtergrond, betaald werk, opleiding en niet te vergeten andere interesses (naast de sport in kwestie). Deze onvoorspelbare en onvoorstelbare enorme hoeveelheid aan verschillende kennis, kwaliteiten en kennis leidt ertoe dat er altijd wel iemand te vinden zou moeten zijn die voor een bepaalde taak ingezet kan worden. 

"Het enorme netwerk dat al die vrijwilligers samen hebben zorgt voor een vergrote naamsbekendheid van de vereniging"

Daarnaast zorgt diversiteit ervoor dat leden een kijkje in andere werelden kunnen krijgen via de vrijwilligers. Zo stond een paar weken geleden ineens  cabaretier Jochem Myjer achter de bar op de hockeyvereniging van een van de auteurs. Dat is leuk omdat je dan ineens iemand die, hoewel zo lekker gewoon gebleven, in het dagelijks leven toch andere dingen doet dan de gemiddelde of andere hockey-vrijwilliger. 

Verder zorgt het enorme netwerk dat al die vrijwilligers samen hebben voor een vergrote naamsbekendheid van de vereniging. Plus, mocht er in een specifieke vereniging net iets te weinig diversiteit zijn, dan kan in het netwerk verder gezocht worden.

Juist omdat die leden en vrijwilligers zoveel andere contexten meebrengen en omdat ze niet bang hoeven te zijn voor ontslag zijn ze een geweldige bron van feedback en bron van vernieuwing. Daarmee hangt samen dat vrijwilligers een ‘luxury of focus’ kunnen hebben: waarbij een vrijwillige trainer in zijn/haar vrije tijd bijvoorbeeld oneindig lang kan nadenken over nieuwe oefeningen, terwijl een betaalde kracht binnen zijn/haar uren zal willen blijven. Of wat te denken van de ‘hobby energie’ die vrijkomt wanneer het toernooi dit jaar natuurlijk beter moet zijn dan vorig jaar. Als de competitie van de sport wordt omgezet in competitie van het vrijwilligerswerk.

"De besparingswaarde die vaak als belangrijkste reden om vrijwilligers in te zetten wordt gegeven, (b)lijkt dan ineens een stuk minder belangrijk"

Alles bij elkaar, vrijwilligers kunnen binnen sportverenigingen een enorme toegevoegde waarde hebben. Vrijwilligers creëren een ander soort relatie met de leden en kunnen de context binnen en buiten de vereniging enorm verbreden. De besparingswaarde die vaak als belangrijkste reden om vrijwilligers in te zetten wordt gegeven, (b)lijkt dan ineens een stuk minder belangrijk. Kortom, op naar Vrijwilligers-Toegevoegde-Waarde!

Prof. dr Lucas Meijs is als hoogleraar ‘Strategische Filantropie en Vrijwilligerswerk’ verbonden aan de vakgroep Business-Society Management van de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. 

Philine van Overbeeke is Junior Onderzoeker aan Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Zij behaalde in 2016 haar bachelor Bedrijfskunde aan RSM en voltooide daar in 2017 ook haar Master Global Business & Sustainability.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst