Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Verenigingsblindheid 23 mei 2017

door: Irfan Gadzo

We hebben in Nederland bijna de hoogste spaarquota van de hele wereld. We houden van zekerheid. Het Nederlandse volk in het algemeen en de verenigingswereld in het bijzonder is er een van pechmijders en risicodekkers. Want waar maak je een Nederlander het meest blij mee? Juist, met dertig jaar lang vaste lasten, dertig jaar lang structurele ellende, ofwel we houden het vooral bij het oude, dit hebben we altijd zo gedaan en ja maar dat andere gaat ‘m toch niet worden. Het is niet veel, en het wordt vooral niet meer maaaaar wel voorspelbaar en je weet wat je krijgt. Geen verandering en dus stabiliteit. Wist u trouwens dat u in Nederland een regenverzekering kunt afsluiten. Het risico op hevige regenval tijdens vakantie, evenement of dagje weg, moet nou eenmaal ook weg te dekken zijn. Regenverzekering, laat u die maar eens even op u inwerken. 

Verenigingsbestuurders, die ik overigens bijna dagelijks spreek voor mijn werk, denken door omstandigheden te beheersen en onder controle te houden voor zichzelf en hun vereniging een veilige setting te creëren. Het liefst moet er een batterij aan opvolgers klaar staan, om de huidige penningmeester (die nog alles met de hand rekent), de trainer van de F67, en de terreinknecht die rechte lijnen trekt in de vorm van halvemaancirkels, per direct te vervangen bij het eventueel inslaan van de bliksem op de prachtige kantine waar toevallig op dat moment alle drie bovengenoemden aan het bier zaten. Een soort regenverzekering dus.

Steeds maar teksten van dezelfde strekking
Wie beleidsnota’s over sport uit de afgelopen decennia opslaat en de tekstpassages over de positie, de betekenis en het functioneren van sportclubs naast elkaar legt, krijgt onwillekeurig de indruk dat ze min of meer op hetzelfde moment zijn geschreven. ‘Zorgen over de toekomst van het verenigingsbestel beheersen het denken’, zo konden we al in 1976 lezen. Twintig jaar later: ‘Verenigingen worden met allerlei problemen geconfronteerd. Het is de vraag of de traditionele verenigingsvorm behouden kan blijven’ (Ministerie van VWS, 1996). En weer bijna tien jaar later: ‘De verenigingen hebben het met alle maatschappelijke veranderingen soms moeilijk, het systeem dat wij hebben met bonden en verenigingen is uniek in de wereld, maar ook kwetsbaar’ (Ministerie van VWS, 2005) (De prijs van vrijwilligerswerk). En waarschijnlijk schrijven we in 2030 teksten van dezelfde strekking.

"Niets is zo dodelijk voor de geest - en voor een systeem, en ik durf te stellen voor een vereniging - als routine en zekerheid"

Het is naar mijn mening ‘de regenverzekering’ die ons in de weg staat, want we zijn van nature gebouwd op verandering en vernieuwing, beweging en uitdaging. Niets is zo dodelijk voor de geest - en voor een systeem, en ik durf te stellen voor een vereniging - als routine en zekerheid. Want als er een zekerheid is die ik als adviseur alle verenigingen mee kan geven, dan is het wel dat er van enige zekerheid nooit sprake zal zijn, vroeger niet, nu niet en in de toekomst ook niet. Hoe graag we dat ook zouden willen, De Vereniging van de Toekomst is een utopie. 

Onzekerheid omarmen
Waar ik voor sta is om die onzekerheid vooral te omarmen en er energie uit te halen, in plaats van zekerheden met ‘pappen en nathouden’ tegen beter weter in na te streven. En dan heb ik het niet alleen over de verenigingsbestuurders en vrijwilligers, maar zeker ook de professionals eromheen, de verenigingsadviseurs- en ondersteuners, de bonden, de gemeenten, en alle andere instanties die 'het beste met de verenigingen voor hebben'. 

Te vaak houden huidige bestuurders vast aan starre, vaak verkeerde, of in ieder geval verouderde paradigma’s die in Vroegere Tijden ofwel hun nut hadden (bewezen?) of die nu pas door de huidige, jongere generaties worden gezien als belemmerend en die tegelijkertijd ook inzien dat het anders kan, en dan met name innovatiever, creatiever, waardenvoller en zelfs leuker. 

"Geen wonder dat bestuurders binnen verenigingen bijna nooit als bestuurders functioneren maar des te meer als managers"

Deze termen zouden de hoeksteen van de vereniging moeten vormen, maar helaas gaan we nog altijd uit van managementtermen zoals structuur, strategie en beleid. Geen wonder dat bestuurders binnen verenigingen bijna nooit als bestuurders functioneren maar des te meer als managers, want de kaders maken ‘anders’ te werk gaan bijna onmogelijk. 

Old school sponsorcommissies 
Een goed voorbeeld is dat verenigingen nog altijd willen werken met commissies, zo ook de sponsorcommissies. Terwijl in de huidige tijd de meeste verenigingen in hun midden toppers hebben op commercieel vlak die alleen al door hun eigen netwerk aan te spreken tussen sommige dagelijkse werkzaamheden door meer kunnen bereiken dan in Vroegere Tijden een hele sponsorcommissie in vier seizoenen zou hebben gerealiseerd. 

Een ander bekender paradigma luidt dat de ouders van nu in het algemeen en de allochtonen (en dan met name Marokkanen) in het bijzonder niets voor de vereniging willen doen, hun kinderen bij de poort droppen of zaterdags altijd andere verplichtingen hebben om maar niet te hoeven rijden bij uitwedstrijden. Naast hele verkeerde paradigma’s is hier ook sprake van een aantal biassen ofwel psychologische vooroordelen die in stand worden gehouden of zelfs blijvend worden versterkt door weer andere vooroordelen. Dit is de bekende vicieuze cirkel(redenatie) waar verenigingen in dit land maar moeilijk weten uit te komen. 

"We blijven ervan uitgaan dat ouders of allochtonen niets willen betekenen voor de vereniging. Het is de bekende confirmatie bias"

Om deze vooroordelen te slechten moet je openstaan voor nieuwe inzichten, meningen, ideeën en voorstellen. En juist hier zit volgens mij het grote pijnpunt, want we willen als mens nou eenmaal niet ongelijk krijgen. Zelfs als we informatie of bewijs voor onze neus krijgen dat ons vooroordeel totaal ontwricht, gaan we alsnog op zoek naar en geven we de voorkeur aan die informatie die Onze Mening bevestigd. En dus blijven we ervan uitgaan dat ouders of allochtonen niets willen betekenen voor de vereniging. Het is de bekende confirmatie bias

Blinde vlek
Deze wordt ook nog eens versterkt door een andere bias, namelijk de verwachtings-bias. Kort gezegd betekent deze bias dat we een filter in onze hersenen hebben die ons graag wil laten horen en zien wat we willen horen en zien. Dit creëert een ‘blinde vlek’ die uitspraken van potentiele vrijwilligers zoals ‘Ik wil best wat voor de club betekenen’ interpreteert als ‘Zie je wel, dat is zo algemeen daar kunnen we niets mee’. 

Kennelijk verwachten clubs van de nieuwe vrijwilliger dat deze zich bij voorkeur met een notariële akte als garantie, aanmeldt voor minimaal 40 uur per week, voor de gevraagde functie die al 11 jaar niet is bekleed, en wel op die manier zoals ‘we’ dat altijd hebben gedaan. 

Sterk staaltje van een mix van fundamentele attributiefouten, groepshomogeniteit en nog wat andere vooroordelen die samen een cocktail van Verenigingsblindheid vormen waar normaal gesproken therapieën en afkicktrajecten voor nodig zijn zodat achterhaalde ‘waarheden’ wat losgelaten worden om zo weer wat bewegings- en ademruimte te creëren voor de zieke patiënt, in dit geval de vereniging. 

"Hoe met starre bestuurders en clubs om te gaan, daar zal mijn volgend stuk overgaan"

Tot slot, zomaar even een cijfertje om te pesten. Volgens het CBS doet 48% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder aan vrijwilligerswerk waarbij de verwachting is dat dit cijfer eerder zal toenemen dan afnemen. Zo, komt dat even binnen meneer de bestuurder. Hoe met deze starre bestuurders en clubs om te gaan, daar zal mijn volgend stuk overgaan en voor sommige bestuurders een afrader om te lezen want ik beloof u een spiegel voor te houden. 

Dus regenverzekering, weg ermee, en laat het nou alstublieft gewoon eens even lekker regenen. 

Irfan Gadzo is sinds 2012 werkzaam als verenigingsadviseur bij de gemeente 's-Hertogenbosch. Hij ondersteunt op het gebied van organisatie, clubcultuur en vrijwilligersbeleid. Hij onderzoekt de dieperliggende oorzaken van problemen bij verenigingen en ondersteunt en adviseert hen vervolgens. Dit met als doel dat de vereniging zelfstandig en sterker verder kan en zich (weer) kan richten op hun kerntaak: een goed sportaanbod en aandacht voor de leden. Irfan Gadzo heeft psychologie gestudeerd aan de Tilburg University. Hij heeft zeven jaar in de jeugd van PSV gespeeld, eventjes voor Oranje onder 16, een jaartje bij FC Eindhoven en momenteel ruim tien jaar hoog in het amateurvoetbal. Irfan Gadzo komt oorspronkelijk uit Bosnië, hij is door de oorlog daar in 1992 als vluchteling in Nederland gearriveerd. Voor meer informatie: irfangadzo@gmail.com

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst