Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Samenwerking tussen padel- en tennisbond

door: Marc Hoeben | 12 mei 2016

Padel - een racketsport die grote verwantschap heeft met squash - groeit en de belangstelling voor het aloude tennis is in Nederland tanende. De twee verwante sporten hebben elkaar nu gevonden, in de hoop dat ze elkaar kunnen versterken. De Nederlandse Padelbond (NPB) werkt sinds 20 april samen met de KNLTB, de expertise en slagkracht van de veel grotere tennisbond leidt bijvoorbeeld dit najaar tot de eerste aflevering van de padelcompetitie.

Het begon volgens overlevering allemaal in Zuid-Amerika en dan met name in het land van onze koningin Máxima, Argentinië. “Maar hoe het precies zit, is inmiddels wel moeilijk te achterhalen,” zegt Peter Bruijsten. Hij is bestuurslid van de NPB. De sport, weet hij, is ooit ontstaan als tijdverdrijf voor ‘rijke heren.’ In de jaren zestig van de vorige eeuw waaide het over naar het Europese continent en in Spanje kon het op een groeiende achterban rekenen.

XL17-Padel-2“Rond de eeuwwisseling begon het echt populair te worden en sinds een jaar of zeven kennen we het ook in Nederland. Eén van de verhalen is dat voetbalcoach Guus Hiddink, die onder meer in Spanje heeft gewerkt, het naar Nederland heeft gehaald door een baan op PSV’s trainingscomplex De Herdgang te laten bouwen. Het is alleen daarna nooit echt verder ontwikkeld.”

Enthousiasme
Die ontwikkeling kwam er wel door het enthousiasme van een collega-bestuurslid van Bruijsten, Norberto Nesi. Zijn Argentijnse roots verloochenden zich niet en zorgden voor genoeg enthousiasme om de sport in Nederland op te zetten. In Vijfhuizen en Spijkenisse lagen de eerste banen, maar deze behoorden toe aan commerciële centra. Nesi zag tot zijn verdriet dat de sport in deze aanloopfase dreigde te blijven steken en zette er hartstochtelijk de schouders onder.

Inmiddels zijn er rond de 5.000 beoefenaren van de padelsport in Nederland

“Ik ben zelf in 2013 met de sport in aanraking gekomen,” zegt Bruijsten. “Op dat moment waren er enkele honderden beoefenaars in Nederland. Inmiddels zijn dat er rond de vijfduizend.” Precies die groei wekte de belangstelling van de KNLTB, dat in de laatste tien jaar honderdduizend spelers – tot de huidige 600.000 - door verschillende oorzaken kwijt raakte. De laatste jaren is de tennisbond druk doende te kijken hoe de dalende trend een halt kan worden toegeroepen. Een recent voorbeeld, legt interim-segmentmarketeer Annemiek Ebskamp van de KNLTB uit, is dat van Fun Masters.

“Het is een nieuw concept voor de jeugd in de leeftijd tussen 13 en 17 jaar. In die groep vindt een grote uitstroom plaats, ook al omdat bij veel clubs de groepjes aan de kleine kant zijn en weinig dynamiek hebben. Sinds 15 april zijn we al gestart met een werkwijze in clusters, momenteel tien in totaal, van vijf tot acht verenigingen. Met een maandelijkse frequentie wordt er afwisselend bij een vereniging op een vrijdag gespeeld. Het richt zich op de doelgroep die minder prestatief is, graag wil chillen en van dynamiek in een grotere groep houdt.”

"Wij hebben enorm veel expertise met onze competitie, de grootste in haar soort van de wereld"

Kruisbestuiving
In dezelfde maand, op 20 april, ging ook de samenwerking met de NPB van start. Op verschillende gebieden ziet de tennisbond het tot een kruisbestuiving komen. De opleidingen voor leraren kunnen bijvoorbeeld van elkaar leren en wellicht gebruik maken van elkaars potentieel. Ebskamp: “En wij hebben bijvoorbeeld enorm veel expertise met onze competitie, de grootste in haar soort van de wereld. We weten goed hoe we zaken als uitslagen en standen snel kunnen verwerken en hoe gegevens voor het ratingsysteem van spelers en speelsters worden verwerkt en zo actueel mogelijk zijn.”

XL17-Padel-2Belangrijke pilot wordt het opstarten van de eerste padelcompetitie, dit jaar in september. “Dat heeft op dit moment de prioriteit. Wij zien dat helemaal niet als concurrentie, maar juist als een mooie aanvulling op ons eigen aanbod. Veel mensen spelen al heel lang tennis en vinden het leuk om eens een keer iets anders te proberen.”

Padel wordt gespeeld op een baan van twintig bij tien meter. Bruijsten: “Je kunt drie padelbanen op twee tennisbanen aanleggen.” Om de baan bevindt zich een glazen kooi, net als bij squash gaat het spel door als de bal de achterwand of de zijwand toucheert. Gespeeld wordt met twee tegen twee, tussen de duo’s bevindt zich net als bij tennis een net. Het slagwapen is een plankje, zonder snaren, en doet aan de exemplaren van beachball denken. “De bal heeft uiterlijk veel weg van een tennisbal, maar is zelfs wat harder en gaat wat sneller.”

‘Peddel’ of ‘pah-del’?
Bruijsten noemt het een laagdrempelige sport en verklaart daarmee het succes. “Je krijgt door de wanden altijd een tweede kans. Binnen vijf minuten is iedereen wel in staat om rally’s te spelen.” Hoe je het precies uitspreekt, dat is voor Bruijsten van minder zorg. ‘Peddel’ of ‘pah-del’, het klinkt hem allemaal goed in de oren. Nederland telt inmiddels 25 locaties voor de sport, met een totaal van circa vijftig banen. Dat mogen er voor de NPB – een pure vrijwilligersorganisatie - nog veel meer worden. “We willen zeker verder groeien, wat dat betreft hebben we met de KNLTB ook al zitten kijken wat de mogelijkheden zijn. Het is niet de bedoeling dat we leden bij elkaar wegkapen, maar het zou mooi zijn als we elkaar aanvullen en dat mensen van beide bonden lid zijn.”

“In Europa doen we het niet slecht, we werden zesde van de negen landen. Maar internationaal gezien zijn we toch wel klein"

Tennis kent een sterke organisatiegraad via clubs, waardoor mensen automatisch via hun lidmaatschap van de club aansluiten bij de bond. Padel kent, net als squash, een veel lossere structuur van spelers die voor de gelegenheid een baan huren en lang niet altijd een licentie bij de bond hebben. Bruijsten: “Een licentie kost tien euro. Wij moedigen een lidmaatschap natuurlijk wel aan, het zou onze slagkracht verder vergroten. De competitie, waaraan zeker een behoefte is, kan een stap in die richting zijn.”

Primeur
De competitie wordt een primeur in Nederland. De padelsport kent al langer een reeks toernooien voor licentiespelers. “Daar zijn we in 2014 mee begonnen en we hebben ook een officiële ranking, die zich goed met die van tennis laat vergelijken.” Eind vorig jaar haalde de bond het Europees Kampioenschap naar Rijswijk. “In Europa doen we het niet slecht, we werden zesde van de negen landen. Maar internationaal gezien zijn we toch wel klein. In landen als Spanje en Argentinië heb je het over professionals, die met padel hun brood verdienen. Wij hebben zeker nog geen spelers bij de top vijftig van de wereld.”

Voor meer informatie: www.padelbond.nl

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst