Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuws Alert-Item

Financiering van de sport: verleden, heden en toekomst(beeld) 21 november 2015

Brief aan NOC*NSF, sportbonden en politiek
door: Marcel Wintels en Huib Kloosterhuis -
november 2015

De financiering van de sport wordt grotendeels opgebracht door sportend Nederland zelf. Door ledencontributies aangevuld door kleinere of grotere sponsorbijdragen van bedrijven. Lokaal dragen gemeenten stevig bij met jaarlijks bijna € 1.2 miljard, o.a. met sportaccommodaties. De verantwoordelijkheid op sportgebied ligt voornamelijk bij de sport zelf, met daarbij een belangrijke rol voor de sportbonden. Die vitaliteit is de sport eigen.

De grote maatschappelijke meerwaarde van sport wordt vandaag de dag breed erkend. Sport draagt o.a. bij aan een gezond leven en sociale cohesie, integratie en gelijke kansen in de samenleving. Daarom draagt in veel landen in meer of mindere mate de landelijke overheid financieel een steentje bij. Vaak door belasting of heffing op georganiseerde gokdiensten en kansspelen. Al in 2007 (Witboek Sport, EU-commissie) is in Europees verband de lidstaten gevraagd ‘na te denken over en te werken aan een duurzamer financieringsmodel waarmee sportorganisaties op langere termijn kunnen worden ondersteund’.

"Het is best opmerkelijk dat de financiering van de sport van een gokbedrijf afhankelijk is"

De Nederlandse context
De belangrijkste financiering van de 76 nationale sportbonden en koepelorganisatie NOC*NSF, de georganiseerde sport, komt uit de Lotto. Zo’n driekwart van de winst van het Lotto-bedrijf is bestemd voor de sport, zo’n € 40 a 50 miljoen per jaar. Het is best opmerkelijk dat de financiering van de sport(bonden) van een gokbedrijf afhankelijk is, maar historisch verklaarbaar. De Stichting Nationale Sporttotalisator, beter bekend als De Lotto, werd zo’n 50 jaar geleden opgericht door en voor sporters.

De vraag anno 2015 - door de Europese Commissie dus al in 2007 geagendeerd - is of zo’n financiering van de sport nog logisch en toekomstbestendig is. De tijd dat de Lottotrekking een aan de sport gekoppelde gebeurtenis was (met de gevleugelde uitdrukking: ‘alle ballen verzamelen’) ligt ver achter ons. In de loop der decennia is Lotto een zelfstandig gokbedrijf geworden binnen een grote en competitieve goksector. Deze dynamiek neemt snel toe: de ‘kansspelmarkt’ gaat verder open, wordt mondiaal en online. Het wordt ‘business’ met grote belangen en geheel eigen dimensies. Het draait om verdienmodellen van de online kansspelmarkt. Ver weg van waar het sportorganisaties om gaat.

"Sinds 2011 gaat het slechter met De Lotto. Dus ook met de sportfinanciering"

Sinds 2011 gaat het slechter met De Lotto. Dus ook met de sportfinanciering. Lotto heeft zelfstandig onvoldoende bestaansrecht en wordt binnenkort (als de mededingingsautoriteit ACM toestemming geeft) verkocht aan een ander staats- en gokbedrijf: de Nederlandse Staatsloterij. Dat bestaat al zo’n 300 jaar en valt onder het ministerie van financiën. Ook bij de Staatsloterij gaat het overigens niet goed. Daarmee gaat De Lotto dus op in een groot Nederlands staatsbedrijf, waarvoor minister Dijsselbloem verantwoordelijk is en de sport van afhankelijk wordt.

De reden voor de fusie wordt in de kabinetsbrief van oktober jl. aldus verwoord: het gaat om twee bedrijven die actief zijn op dezelfde Nederlandse gok- en loterijmarkt, met beiden gaat het niet goed en er is een ‘businesscase’ gemaakt die belooft dat het na de fusie beter kan gaan door - zo schrijft het kabinet - ‘gebruik te maken van elkaars klantenbestand waardoor de omzet gaat stijgen’ en ‘door mogelijkheden van kostenbesparing na de fusie’. Of je wel of niet in zo’n businesscase gelooft doet eigenlijk niet ter zake. Het lijkt een noodzakelijke (tussen)stap van twee bedrijven die het zelfstandig op termijn niet redden.

"Door deze fusie de Lotto vervreemdt nog verder - zowel juridisch, relationeel als emotioneel - van de sport"

Wat wél ter zake doet is dat door deze fusie de Lotto nog verder, zowel juridisch, relationeel als emotioneel, vervreemdt van de sport. Het wordt een klein onderdeel van een groot staatsbedrijf waarvan de aandelen voor 99% in handen zijn van de Nederlandse staat. Dat ene procent aandeel van NOC*NSF heeft géén stemrecht, met uitzondering van drie bijzondere goedkeuringsrechten (statutenaanpassing, wijzigen winstrechten en bij vervreemding). Er ligt ook geen inhoudelijke relatie meer tussen de sport en dit staatsbedrijf, slechts een financiële: zo’n kwart van de winst is voor de sport. (zie voor beoogde structuur bijlage).
 
De fusie beoogt een meer toekomstbestendig gok- c.q. kansspelbedrijf. Eerst nog in handen van de staat, maar dat slechts voor korte duur. Het kabinet schrijft dat ze het aanbieden van gokspellen niet langer als taak van de overheid ziet en deze fusie een stap is op weg naar privatisering (verzelfstandiging/verkoop). Wat dat betekent laat zich raden: een grote rijke buitenlandse private partij zal via de Staatsloterij/Lotto markttoegang en positie in Nederland kopen.

Naar een nieuwe financieringsvorm
Als gezegd, de sport financiert grotendeels zichzelf. Hier gaat het om de vraag wat een logische financieringsrelatie is voor rijksoverheidsbeleid in relatie tot de sport. De overheidsbijdrage vanwege het maatschappelijk belang, dat wat als een belangrijke publieke taak gezien wordt: het mogelijk maken en verzorgen van maatschappelijk verantwoorde sportbeoefening, op duurzame wijze.

"Het is niet logisch dat de sport voor de financiering afhankelijk is van het resultaat van een gokbedrijf dat verkocht wordt aan een staatsbedrijf in een complexe mondiale (online) kansspelmarkt"

Hoewel historisch verklaarbaar, is het niet langer logisch dat de sport voor die financiering afhankelijk is van het resultaat van een gokbedrijf dat verkocht wordt aan een staatsbedrijf in een complexe mondiale (online) kansspelmarkt. Of straks van een grote buitenlandse private partij. Dat is een andere wereld. Kinderen en leden van sportclubs worden hopelijk ook niet ingezet om langs de deuren staats- of krasloten te verkopen.

De sportsector moet haar aandacht en energie richten op de (veranderende) sportwereld. Niet op staatsbedrijven en hun bedrijfsvoering, complexe escrow-posities of ‘golden shares’. Daar leidt de fusie wel toe. Sommige ‘believers’ verwachten goud geld door deze fusie, sceptici twijfelen aan de mooie spreadsheets en verwachtingen. Voor de fundamentele discussie is dat niet relevant. Die gaat om de vraag of voor een stukje publieke taak de georganiseerde sport veel beter een normale directe financieringsrelatie met VWS c.q. de rijksoverheid kan krijgen. Zoals andere sectoren die kennen. Waarmee de politiek, democratie en samenleving, ook helder maakt wat sport aan belastinggeld ’waard is’. Van de basisinfrastructuur voor de breedtesport tot de Olympische top tien ambitie.

"Dit is hét moment om als sportsector met de politiek en de betrokken departementen het fundamentele gesprek te voeren om tot een logischer financieringsrelatie te komen"

Een logisch moment
Dit is hét moment om als sportsector met de politiek en de betrokken departementen (VWS en Financiën) het fundamentele gesprek hierover te voeren. Niet om de fusie tegen te willen houden. Die is te begrijpen als opmaat naar een veiliger haven voor deze bedrijven. Maar wel om tot een logischer financieringsrelatie te komen.

De sport is er voor de sport, de minister van Financiën gaat over zijn staats- en kansspelbedrijven en de latere verkoop daarvan. Laat de sport geen (complicerende) speler in dat overheidsspel worden. Dat is eenvoudig en budgetneutraal realiseerbaar: de sportsector wordt losgekoppeld van het ingewikkelde fusiebedrijf Staatsloterij-Lotto en ziet af van de op ca € 50 miljoen berekende jaarlijkse winstuitkering. Die blijft als (extra) winstaandeel bij het ministerie van Financiën.

Daarvoor in de plaats kent Financiën aan VWS (nieuw) sportbudget toe van dezelfde omvang: die € 50 miljoen ten behoeve van de sportorganisaties c.q. de georganiseerde sport als bijdrage voor hun publieke taak. Uit de algemene middelen in plaats van via het resultaat van een staatsbedrijf. Financieel neutraal en zoveel logischer dan ingewikkeldheden en afhankelijkheden die in de maak zijn en door weinig en meer goed doorzien en begrepen worden. Dan kunnen we over die publieke taak en de instandhouding van die infrastructuur, ook het echte gesprek voeren.

Kortom
Een pleidooi voor meer logica en eenvoud in de sportfinanciering. Met budgetneutraliteit aan overheidszijde, een normale financieringsrelatie tussen de overheid en de sport, een nieuw fusiebedrijf dat eenvoudiger vormgegeven kan worden en een overheid die straks haar handen vrij heeft om met deze staatsdeelneming te doen wat kabinet en parlement wijs achten. Het vanzelfsprekende Nederlandse antwoord op de vraag die al in 2007 aan de lidstaten werd meegegeven: kom tot meer duurzame en logische financieringsrelaties voor de publieke taak en betekenis van de georganiseerde sport. Die kans ligt nu voor het grijpen.

Marcel Wintels en Huib Kloosterhuis zijn respectievelijk voorzitter en directeur van de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie.
 

Nieuws Alert
Vrijwel dagelijks krijgt Sport Knowhow XL vanuit het hele land van allerlei instanties verschillende Persberichten en andersoortige artikelen toegezonden. Slechts een deel daarvan gebruiken wij als input en/of als inspiratie voor de productie van onze eigen nieuwsberichten. Toch kunnen vele aan ons gestuurde (pers)berichten die onze redactie niet (meteen) zelf gebruikt interessant zijn voor onze lezers. De rubriek 'Nieuws Alert' bundelt deze artikelen.

Klik hier om de Nieuws Alerts van Sport Knowhow XL automatisch in je mailbox te ontvangen
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst