Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Sport voor kwetsbare jongeren - Tussenbalans onderzoeksproject Jeugd, Zorg en Sport 8 september 2015

door: Sabina Super, Niels Hermens en Willie Westerhof

Draagt sportdeelname bij aan de persoonlijke ontwikkeling van jongeren in de jeugdzorg? Aan welke voorwaarden moet de sportomgeving of de sportactiviteit voldoen om zo’n effect te bereiken? En, wat is nodig voor een succesvolle samenwerking tussen jeugdzorgorganisaties en sportverenigingen? Deze drie vragen staan centraal in het onderzoeksproject Jeugd, Zorg en Sport, dat wordt uitgevoerd door onderzoekers van de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij van de Wageningen Universiteit. Partnerorganisaties FlexusJeugdplein (jeugdzorg), Rotterdam Sportsupport, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en de gemeente Rotterdam ondersteunen het onderzoek en dragen bij aan het verspreiden van de kennis. We staan nu halverwege het vier jaar durende onderzoek, dat onderdeel is van het onderzoeksprogramma Sport (2013-2017). Een mooi moment om de balans op te maken. In dit artikel leest u welke resultaten tot nu toe zijn gehaald en welke onderzoeksvragen nog open staan.

Het project Jeugd, Zorg en Sport heeft drie hoofdvragen:

1. Draagt sportdeelname tijdens een behandeltraject van jongeren in de jeugdzorg bij aan hun persoonlijke ontwikkeling?
Anders dan vaak wordt verondersteld, is nog weinig onderzoek gedaan naar de effecten van sportprogramma’s op de emotionele, cognitieve en sociale ontwikkeling van kwetsbare jongeren. Daarom willen we allereerst weten of sportdeelname tijdens een behandeltraject van jongeren in de jeugdzorg bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling.

"De vragenlijsten nemen we af als de jongeren instromen bij de jeugdzorginstelling en zes maanden later als het hulptraject is afgesloten"

Door het afnemen van vragenlijsten bij jongeren die instromen in een hulptraject van FlexusJeugdplein willen we kijken wat de bijdrage van sport is bij het bereiken van de behandeldoelstellingen. De vragenlijsten nemen we af als de jongeren instromen bij de jeugdzorginstelling en zes maanden later als het hulptraject is afgesloten. Daarbij maken we een vergelijking tussen de jongeren die wel sporten en de jongeren die niet sporten. Een aantal belangrijke uitkomstmaten zijn daarbij het probleemgedrag van de jongeren, de vaardigheden die ze ontwikkelden (bijvoorbeeld plannen, doorzetten, reflecteren, omgaan met moeilijke situaties) en hun welzijn.

2. Als sporten bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van jongeren in de jeugdzorg, onder welke voorwaarden treedt zo’n effect dan op?
Wat moet een sportcoach doen om kwetsbare jongeren te ondersteunen tijdens het sporten en hoe zorg je er als sportcoach voor dat de jongeren de vaardigheden die ze leren ook gebruiken in andere levensdomeinen zoals op school of bij het vinden van werk? Deze vragen beantwoorden we door het afnemen van interviews met sportcoaches en kwetsbare jongeren.

3. Wat is nodig voor een succesvolle samenwerking tussen jeugdzorgorganisaties en sportverenigingen
Om jongeren uit de jeugdzorg te ondersteunen bij het vinden van een geschikte plek om te sporten, is samenwerking tussen jeugdzorg en lokale sportverenigingen nodig. Daarom onderzoeken we wat nodig is voor een succesvolle samenwerking tussen jeugdzorgorganisaties en sportverenigingen.

"Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effecten van sport op de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren"

De positieve effecten van sport
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effecten van sport op de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren. Dit bleek uit een systematische literatuurstudie die wij hebben gedaan als startpunt van ons onderzoek. We vonden slechts een klein aantal studies waarin de effectiviteit van sportinterventies werd onderzocht. Het merendeel hiervan was bovendien Amerikaans onderzoek.

Het handjevol studies dat we vonden, liet zien dat de uitkomsten van sportprogramma’s niet eenduidig zijn. Sommige studies vinden positieve resultaten, zoals een toename in zelfvertrouwen of zelfcontrole, of een vermindering van depressieve klachten. Sommige studies vinden geen effecten.

Het lage aantal studies op dit terrein, de opzet van de bestaande studies en de heterogeniteit in uitkomstmaten laten ook meteen de moeilijkheden zien van onderzoek naar de effecten van sport(programma’s) op de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jeugd. Het is bijvoorbeeld lastig met de jongeren in contact te komen, toestemming te krijgen voor deelname aan het onderzoek en geschikte vragenlijsten te vinden. En belangrijker nog, met een laag aantal jongeren dat deelneemt aan een onderzoek is het lastig om effecten te meten.

"Het bleek onmogelijk om toestemming van beide ouders te krijgen voor deelname van het kind aan het onderzoek"

Deze veel genoemde hobbels voor effectonderzoek, ervaren wij ook bij het afnemen van vragenlijsten bij de jongeren van jeugdzorginstelling FlexusJeugdplein. Zo bleek het onmogelijk om toestemming van beide ouders te krijgen voor deelname van het kind aan het onderzoek, een vereiste die de ethische toetsingscommissie stelt voor onderzoek onder kwetsbare jeugd. Met de nodige aanpassingen in de onderzoeksopzet en de vragenlijst is het nu mogelijk om een grotere groep jongeren deel te laten nemen aan het onderzoek.

Daarnaast is het onderzoek inmiddels uitgebreid naar meerdere locaties in Nederland, waardoor waarschijnlijk honderdvijftig jongeren gaan deelnemen aan het onderzoek. Dit aantal is nodig om de vraag te kunnen beantwoorden of sportdeelname bijdraagt aan de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren. Deze aanpassingen betekenen echter wel dat we minder harde uitspraken kunnen doen over het effect van sport op de persoonlijke ontwikkeling van de jongeren. En door het inkorten van de vragenlijsten is een aantal uitkomstmaten komen te vervallen (zoals plannen en doorzetten).

Wanneer werkt sport positief?
Ondanks het feit dat sport wereldwijd wordt ingezet als middel voor de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren is nog heel weinig bekend over hoe sportcoaches van lokale sportverenigingen optimale condities kunnen creëren voor het aanleren van (levens)vaardigheden. We hebben daarom interviews afgenomen met vijftien sportcoaches die sportlessen geven aan kwetsbare jongeren om te kijken hoe zij hun sportlessen verzorgen.

"Sportcoaches besteden vooral aandacht aan het plezierig laten verlopen van de trainingen en het aanleren van bepaalde (levens)vaardigheden en normen en waarden"

De interviews laten zien dat de sportcoaches tijdens de sportlessen sterk inzetten op het creëren van een positief opvoed- en opgroeiklimaat. Ze besteden daarbij vooral aandacht aan het plezierig laten verlopen van de trainingen en het aanleren van bepaalde (levens)vaardigheden en normen en waarden. De sportcoaches hebben een heel scala aan strategieën om de jongeren leerervaringen op te laten doen en ze gaan er vanuit dat deze strategieën de jongeren ook stimuleren om de vaardigheden in hun verdere leven te gebruiken.

XL30FotobijColumnXLDeze strategieën zijn enerzijds gericht op het 'leren begrijpen hoe dingen in het leven werken' en anderzijds gericht op het 'zien dat je in staat bent om jezelf te ontwikkelen'. Door het aanbieden van persoonlijke uitdagingen die voor de jongeren haalbaar zijn, proberen de sportcoaches de kwetsbare jongeren te leren hoe ze met uitdagingen om kunnen gaan (bijvoorbeeld steun zoeken in de sociale omgeving) en te werken aan het vertrouwen dat ze de uitdagingen aankunnen.

Voorbeelden van de strategieën die sportcoaches gebruiken zijn het hebben van duidelijke en zichtbare regels, het aanbieden van persoonlijke uitdagingen die voor de jongeren haalbaar zijn en het creëren van kleine succesmomentjes. Er is echter weinig ruimte om de jongeren expliciet aan te moedigen deze vaardigheden ook te gebruiken (transfer) in andere sociale domeinen zoals de school of de familie.

Dat het niet eenvoudig is om sportlessen te verzorgen voor kwetsbare jongeren blijkt wel uit de dilemma’s die bloot kwamen te liggen tijdens de interviews. Wil je als sportcoach bijvoorbeeld alles weten van de achtergrond van het kind of toch liever niet? Is het beter om ‘speciale’ groepjes voor kwetsbare jongeren op te richten of kunnen ze beter in reguliere groepen sporten? Hoe ga je om met de competitieve elementen in het sporten waardoor de jongeren faalervaringen kunnen meemaken?

"We zijn gestart met een online discussie over het creëren van een positief opvoed- en opgroeiklimaat"

Sportcoaches zoeken vaak hun eigen weg in deze dilemma’s en geven aan behoefte te hebben aan een betere ondersteuning in het aanbieden van sportlessen voor kwetsbare jongeren. Om dit te faciliteren zijn we gestart met een online discussie over het creëren van een positief opvoed- en opgroeiklimaat op het online platform Netwerk in Beweging aan de hand van bovenstaande dilemma’s. Discussieer mee met iedere maand een nieuw dilemma op www.netwerkinbeweging.nl.

Daarnaast heeft het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) een themadossier Pedagogisch Sportklimaat, waar relevante kennis wordt verzameld over het opvoed- en opgroeiklimaat bij sportverenigingen. In aanvulling op de interviews met de sportcoaches beschrijven we in een later stadium ook hoe kwetsbare jongeren zelf hun sportdeelname ervaren.

Samenwerking jeugdzorg en sport
Interviews met vijf jeugdzorgprofessionals en drie groepsinterviews met Rotterdamse sportverenigingen met extra maatschappelijke ambities, geven eerste inzichten in wat nodig is voor een succesvolle samenwerking tussen jeugdzorg en sport. Allereerst lijkt de zichtbaarheid van de samenwerking belangrijk. Voor sportverenigingen is de zichtbaarheid een extra stimulans om met het opvangen van jongeren uit de jeugdzorg een bredere maatschappelijke rol te vervullen. Voor jeugdhulpverleners kan inzicht in wat sport kan betekenen voor de ontwikkeling van de jongeren ervoor zorgen dat zij meer jongeren ondersteunen bij het gaan sporten bij een sportvereniging.

Dit is belangrijk omdat bij veel jeugdhulpverleners de mogelijkheden van sport voor de ontwikkeling van jongeren nog niet op het netvlies staan. Ten tweede is het voor een succesvolle samenwerking belangrijk dat er iemand aanwezig is die jeugdhulpverleners en sportverenigingen aan elkaar verbindt. Op plekken waar dit succesvol verloopt is vaak een Buurtsportcoach betrokken.

In het vervolg van het onderzoek werken we de factoren die de samenwerking tussen de jeugdzorg en sport positief beïnvloeden verder uit. We verhouden ons daarbij tot eerder onderzoek naar factoren die samenwerkingsprocessen beïnvloeden en breiden de bestaande kennis verder uit. Deze factoren liggen op drie niveaus: de personen die deelnemen aan de samenwerking, de betrokken organisaties (jeugdzorg en sportverenigingen) en de organisatie van de samenwerking.

"Bij het ondersteunen van kwetsbare jeugd wordt steeds meer de aansluiting gezocht bij het informele netwerk van jongeren, waaronder sportverenigingen"

Onderzoek en praktijk
De afgelopen twee jaar is veel veranderd in het sociale domein, waaronder in de jeugdsector. Eén van die veranderingen is dat bij het ondersteunen van kwetsbare jeugd steeds meer de aansluiting wordt gezocht bij het informele netwerk van jongeren. Sportverenigingen maken hier deel van uit. Enerzijds kan sportdeelname het hulptraject bij een jeugdzorginstelling ondersteunen en zodoende het aantal verwijzingen naar intensievere en daarmee ook duurdere hulp verminderen. Anderzijds biedt het sportverenigingen een manier om vorm te geven aan hun maatschappelijke ambities.

Het onderzoeksproject Jeugd, Zorg en Sport beantwoordt binnen dit kader een aantal vragen die beleids- en praktijkprofessionals kan ondersteunen bij het inzetten van sport als middel. We organiseren jaarlijks verschillende bijeenkomsten om onze resultaten te delen met partijen uit de jeugd- en de sportsector, en om onze onderzoeksdoelen aan te scherpen met het oog op het sterk veranderende sociale domein waarin ons onderzoek plaats vindt. Mocht u geïnteresseerd zijn om op de hoogte te blijven van het project en de georganiseerde activiteiten, stuur dan een email naar sabina.super@wur.nl.

Sabina Super is een fulltime PhD-student bij de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij van de Wageningen Universiteit. Zij bestudeert de sociale waarde van sport voor kwetsbare jongeren en de randvoorwaarden voor een dergelijke positieve ontwikkeling van de jongeren in de sportomgeving.

Niels Hermens werkt als onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut en doet bij de Leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij van de Wageningen Universiteit promotieonderzoek naar samenwerking tussen jeugdzorg en sport.

Willie Westerhof is werkzaam bij het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen en houdt zich o.a. bezig met de verbinding tussen sport en organisaties in het sociale domein. Zij verzorgt - samen met de Wageningen University - de valorisatie van het NWO-onderzoek Jeugd, Zorg en Sport.

« terug

Reacties: 1

Paul van Kempen
08-09-2015

Interessant rapport met vele praktische oplossingen, rapport over mogelijke samenwerking tussen verenigingen en jeugdzorg:

'De vereniging als springplank'

http://www.hbo-kennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=fontys_didlmods%3Aoai%3Arepository.samenmaken.nl%3Asmpid%3A52030

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst