door: Eric Lagendijk
Hoe zit dat nu met die harde vechtsporten, kickboksen in het bijzonder: is dat goed voor de mens of niet? Onderzoeks- en adviesbureau DSP voerde in de periode 2015–2018 twee studies uit voor het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. In dit eerste deel van een tweeluik volgen de belangrijkste inzichten uit de eerste studie, waarin de relaties tussen ‘full contact’ vechtsport (kickboksen, muay thai en mixed martial arts) en criminaliteit centraal staan.
Recent nog konden we allemaal lezen dat kickboksen, de grootste full contact vechtsport, aan een opmars bezig is. Steeds meer mensen doen aan kickboksen, volgen clinics en trappen en stoten tegen de bokszak. Kickboksen is wat sociologen een stijgend cultuurgoed noemen. De sport is niet langer voorbehouden aan de jongens uit de bouw, de arbeiderswijk, of aan het leger en de politie. Nee, juist de nieuwe stedelingen, studenten en professionals in de creatieve sector hebben niet alleen de tattooshop ontdekt, maar ook de old school gym.
Slecht imago
Zodoende ontdoet het kickboksen zich langzamerhand steeds meer van een duistere kant die media juist zo vaak naar voren brachten. De vechtsportwereld klaagt al jaren dat ze een slecht imago hebben. En daar klinkt iets verongelijkts in door. Zo zullen er meer Nederlanders zijn die voormalig kickbokskampioen Badr Hari kennen als die man met de losse handjes in het uitgaanscircuit, dan landgenoten die weten dat Nederland hofleverancier is in winnaars van de K1 World Grand Prix, ooit het platform waar de wereldkampioen kickboksen werd uitgeroepen.
Hoe vaak hoor je niet van een kickbokser dat Ernesto Hoost en Peter Aerts op straat in Japan niet met rust gelaten worden, terwijl zij in de Kalverstraat anoniem kunnen winkelen? Dat zegt iets over de erkenning van een tak van sport in Nederland, maar het zegt ook iets over hoe kickboksen in Nederland is georganiseerd, hoe die organisatie zijn PR verzorgt en met zijn atleten omgaat: slecht. En het zegt iets over het zelfreinigend vermogen van kickboksen. Dat is er niet echt.
Organisatie van kickboksen
Een kickbokser brengt ook al snel een tweede gespreksonderwerp naar voren: de ondoordringbare kluwen van organisaties die zich met de sport bezighouden, of proberen bezig te houden. Ook daar wordt de sport uiteraard niet beter van. Slechts een enkele bond verzorgt ook opleidingen. De meeste zijn klein en faciliteren vechtsportgala’s door het leveren van een jury, scheidsrechter en ringarts.
Er is sprake van een organisatie die druk ondervindt van twee kanten: de vrije jongens van vroeger die de dienst uitmaken én de overheid die kwaliteit wil zien
Niet die bond organiseert het toernooi, zoals in andere takken van sport, maar een zogeheten promotor, die daarmee ook zakelijke transacties aangaat: sporthal huren, contracten met vechtsporters afsluiten en tickets verkopen. De organisatiecultuur van de kickbokssector is para-commercieel met invloeden vanuit drie verschillende hoeken: de sportondernemer die zakelijk risico loopt, het grijze circuit van dubieuze figuren en netwerken (dit lijkt af te nemen) en de overheid (verhuurder, vergunningverlener, rol lijkt toe te nemen).
Kortom, we hebben te maken met een sector die zich emancipeert en kan rekenen op bredere acceptatie. Er is sprake van een hardnekkig imago dat nog wel herinnert aan een duister verleden, maar ook wel cool is. Daarnaast is er sprake van een organisatie die druk ondervindt van twee kanten: de vrije jongens van vroeger die de dienst uitmaken én de overheid (inclusief Vechtsportautoriteit) die kwaliteit wil zien.
Twee studies voor Politie en Wetenschap
Tegen die achtergrond moeten we de eerder opgeworpen vraag beschouwen: is dat kickboksen goed voor de mens of niet? Onderzoeks- en adviesbureau DSP heeft in de afgelopen drie jaar twee studies verricht naar kickboksen en de maatschappelijke inbedding daarvan, beide in opdracht van Politie en Wetenschap. De eerste studie zoomde in op de relatie tussen kickboksen en criminaliteit, omdat die relatie relatief vaak in de media naar voren komt en juist dat ten grondslag ligt aan een negatief imago. Hoe vindt criminaliteit plaats binnen de vechtsportsector? In hoeverre is deze sector criminogeen, dat wil zeggen: bevordert het criminaliteit?
Over de relatie tussen de harde vechtsporten en criminaliteit kunnen we duidelijk zijn: die is er en daarvoor is veel bewijs aan te dragen
De tweede studie vormt een verdieping van de eerste studie: wat betekent vechtsport voor de deelnemers? Welke waarde heeft vechtsport en hoe komt die tot uitdrukking?
‘Bad boys network’
Over de relatie tussen de harde vechtsporten en criminaliteit kunnen we duidelijk zijn: die is er en daarvoor is veel bewijs aan te dragen. Feitenonderzoek wijst uit dat criminaliteit zich in verschillende verschijningsvormen binnen de vechtsportsector manifesteert. Zo zijn er vechtsporters die ‘op boevenpad gaan’. Dat is overigens geen momentopname.
Al sinds de introductie van de hardere vechtsportvarianten - denk ook aan boksen begin twintigste eeuw - raken vechtsporters betrokken bij criminele activiteiten, veelal in georganiseerd verband. Afgemeten aan de recent nog forse opgelegde straffen en het aantal kickboksers dat hun criminele carrière, vaak in de drugshandel, met de dood moest bekopen, blijft hun rol zeker niet altijd beperkt tot die van lijfwacht of meeloper.
De full contact vechtsportsector overlapt met andere subculturen waarvan bekend is dat ze criminogeen zijn
Vermenging onder- en bovenwereld
Zo rond 2010 luidde een aantal gemeenten de noodklok over misstanden bij vechtsportgala’s. Zeker de grotere gala’s zouden volgens het bevoegd gezag broeinesten van criminaliteit zijn. Een feitenrelaas van het RIEC Noord-Holland wees uit dat er sprake was van vermenging van de onderwereld en de bovenwereld, gefaciliteerd door de kickbokssector. Dit noemen wij tegenwoordig ondermijning. Een deel van de personen die bij de organisatie van dergelijke evenementen betrokken is, zoals promotors, sportschoolhouders, beveiliging en sponsoren, heeft criminele banden.
Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat crimineel verworven geld witgewassen wordt, zoals via het cash afrekenen van VIP-tafels, het financieren van het evenement door een criminele sponsor of het uitkeren van prijzengeld dat op criminele wijze verworven is . 1 procent van de motorbendes, de zogeheten Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s), laten zich graag aan dit soort tafels zien om er een praatje te maken met deze en gene en om gezien te worden.
Toenmalig burgemeester van Amsterdam Van der Laan omschreef deze taferelen die aan de Godfather doen denken als ‘netwerkbijeenkomsten voor criminelen’. Nota bene door zijn gemeente gefaciliteerd in accommodaties van de lokale overheid. De full contact vechtsportsector overlapt met andere subculturen waarvan bekend is dat ze criminogeen zijn, zoals genoemde OMG’s, coffeeshops en smartshops, en de seksindustrie: een bad boys network met een ongezonde afkeer van de overheid.
Criminogene factoren in de sector
In ons onderzoek naar de relatie tussen de full contact vechtsport en criminaliteit hebben wij vijf criminogene factoren gevonden die deze relatie versterken. Ten eerste maakt het harde karakter van de sport de beoefenaar, met name de talenten en gearriveerde sporters, interessant voor de georganiseerde misdaad. Zij symboliseren een belangrijke waarde in de criminele wereld: geweld. Topvechters hebben het vermogen om het dreigen met geweld ook om te zetten in daden. Daarnaast gaat er een intimiderende en charismatische werking uit van een topvechter binnen de entourage van een criminele groep.
Een betaalde baan naast de vechtsport is lastig te combineren. Dit maakt dat sommige vechtsporters vatbaar zijn voor sponsoring vanuit dubieuze hoek
Een andere factor is meer functioneel: de weg naar de top is voor een talent zeer tijdrovend en kostbaar. Een betaalde baan ernaast is lastig te combineren. Dit maakt dat sommige vechtsporters vatbaar zijn voor sponsoring vanuit dubieuze hoek. Hier ligt voor jonge talenten mogelijk een faux-pas op de loer.
Het is voor kickboksers relatief gemakkelijk om met criminelen in contact te komen, omdat er sprake is van netwerkvorming binnen de sector. Dat is een derde criminogene factor. Zo zijn er voorbeelden van sportscholen die met misdaadgeld worden gefinancierd, van trainers die banden hebben met criminele organisaties en van promotors die hun managementbureau hebben gefinancierd met winsten uit drugshandel. Vechtsporters maken bewust of onbewust deel uit van deze netwerken: als sporter tijdens een gala, als assistent op de sportschool en opeens als koerier bij een klusje. Die stap is klein, en voor sommigen makkelijk gezet als het geld ‘goed’ is.
Rico en de Vechtsportautoriteit
Dit relatief onbekommerd netwerken van criminelen in de sport, en van sporters en hun functionarissen in de criminaliteit, vindt relatief onopgemerkt plaats omdat het organisatorisch een onoverzichtelijke sector is. Een vierde factor die de sector kwetsbaar (of interessant, het is maar hoe je het bekijkt) maakt voor criminelen. Sinds enkele jaren vindt er een reguleringsproces plaats dat door de overheid is ingezet. Een toezichthoudende instantie, de Vechtsportautoriteit, is hiervan één van de concrete resultaten. Sindsdien lijkt het in de sector rustiger te zijn. De branche ligt immers onder een vergrootglas.
Ook het management van Rico Verhoeven begrijpt heel goed dat er met hem nog veel meer te verdienen is als BN’er van onbesproken gedrag
Daarnaast helpt het mee dat Rico Verhoeven, boy next door met de onberispelijke verschijning van de ideale schoonzoon, Nederlands uithangbord is namens de vechtsportsector. Ook zijn management begrijpt heel goed dat er met Rico nog veel meer te verdienen is als BN’er van onbesproken gedrag.
Maar Rico of geen Rico, kickboksen blijft een enorme aantrekkingskracht uitoefenen op de boys in the hood: maatschappelijk kwetsbare jongeren met een beperkt toekomstperspectief. Jongens, het zijn bijna altijd jongens, die in een kwetsbare situatie zitten met laag opleidingsniveau, slechte thuissituatie, weinig positieve rolmodellen en niet zelden een laagverstandelijke beperking of psychische stoornis, zijn een makkelijke prooi voor de kwalijke figuren in de sector. Dat is de vijfde en laatste criminogene factor. Het is makkelijk vissen in een vijver vol hongerige guppies.
Naschrift
De personen die afgebeeld zijn op de foto's figureren welsiwaar als vechtsporter maar hebben verder geen enkele relatie met de tekst.
Volgende week: de effecten van full contact vechtsporten op de beoefenaren
In zijn bijdrage van volgende week laat Eric Lagendijk het criminaliteitsperspectief goeddeels los en beschrijft hij de effecten van full contact vechtsporten op de beoefenaren. Welke waarden hebben ze? En hoe verhouden die zich tot de criminogene factoren?
Voor meer informatie: de studies Over de relatie tussen full contact vechtsport en criminaliteit en Over de waarde van full contact vechtsport voor jongeren
Eric Lagendijk is onderzoeker bij DSP-groep.